Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Asten

Fietsenregeling gemeente Asten 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAsten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingFietsenregeling gemeente Asten 2015
CiteertitelFietsenregeling gemeente Asten 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerppersoneel en organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 160 van de Gemeentewet
  2. artikel 4a:1 lid 5 en artikel 4a:3 van de CAR/UWO

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-01-2017Nieuwe regeling

27-01-2015

Gemeenteblad 17 maart 2015

BW

Tekst van de regeling

Intitulé

Fietsregeling gemeente Asten 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten,

 

b e s l u i t :

 

  • ·

    gelet op artikel 160 van de Gemeentewet;

  • ·

    gelet op artikel 4a:1 lid 5 en artikel 4a:3 van de CAR/UWO;

  • ·

    na overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg;

tot het vaststellen van de navolgende regeling en deze op te nemen in de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Asten.

 

fietsregeling gemeente Asten 2015

 

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

Werkgever: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten.

Medewerker: de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR, alsmede de leden van het college.

Fiets: een rijwiel, met of zonder elektrische hulpmotor. Rijwielen met een verbrandingsmotor zoals een snorfiets voldoen niet aan de definitie.

Woon-werkverkeer: de kortste afstand voor de fiets van de eigen woning van de medewerker naar de standplaats, gemeten door de ANWB-routeplanner.

Vakantie-uren: de vergoeding voor vakantie-uren bij uitwisseling tegen geld, zoals gedefinieerd in artikel 4a:1, lid 5 CAR.

Eindejaarsuitkering: de uitkering, zoals gedefinieerd in artikel 3:6 van de CAR.

Vakantietoelage: de toelage, zoals gedefinieerd in artikel 6:3 CAR.

Bezoldiging:het salaris, vermeerderd met het bedrag van toegekende toelagen - niet zijnde onkostenvergoedingen.

Artikel 2 Deelname aan de regeling

  • 1.

    Op verzoek van de medewerker verstrekt de werkgever, met inachtneming van het hierna bepaalde, ten hoogste eenmaal in de 36 maanden aan de medewerker een fiets. Deelname staat niet open voor werknemers die de afgelopen 36 maanden bij een andere werkgever deel hebben genomen aan de fietsregeling.

  • 2.

    Voorwaarde voor deelname is dat de medewerker op meer dan de helft van de dagen waarop de medewerker reist voor woon-werkverkeer, de fiets gebruikt.

  • 3.

    Het gebruik van de fiets voor het woon-werktraject wordt in beginsel aannemelijk geacht, indien de afstand tussen de woning van de medewerker en het werk 15 km of minder bedraagt. De medewerker dient aannemelijk te maken dat hij de fiets meer dan de helft van de tijd gebruikt voor (een deel van) het woon-werktraject.

  • 4.

    Indien de afstand meer bedraagt, dient de medewerker in ieder geval aannemelijk te maken dat hij de fiets meer dan de helft van de tijd gebruikt voor (een deel van) het woon-werktraject.

  • 5.

    De werkgever sluit bij deelname aan de regeling een aanvulling op de aanstelling of arbeidsovereenkomst te noemen fietsovereenkomst met de werknemer.

  • 6.

    De deelname aan deze regeling vangt aan op de factuurdatum.

  • 7.

    Jaarlijks kunnen maximaal 15 medewerkers deelnemen aan de regeling. Dit wordt beoordeeld op basis van datum van binnenkomst van de ondertekende fietsovereenkomst. De daarbij behorende factuur dient binnen 2 weken bij de gemeente Asten te zijn ingediend.

Artikel 3 Procedure

  • 1.

    Via de fietsovereenkomst kan de medewerker een aanvraag indienen bij het team P&O voor deelname aan de regeling.

  • 2.

    De medewerker verklaart schriftelijk dat hij, in meer dan de helft van de dagen dat de medewerker werkzaamheden verricht, gebruik maakt van de fiets.

  • 3.

    Het totaal bedrag dient binnen maximaal 12 maanden te zijn terugbetaald.

  • 4.

    Na ondertekening van de fietsovereenkomst door de direct leidinggevende kan de medewerker tot aanschaf overgaan.

  • 5.

    De medewerker is vrij in de keuze van de leverancier.

  • 6.

    De medewerker mag eenmaal in 36 maanden voor de aanschaf van een fiets, inclusief accessoires en verzekering maximaal € 750, - besteden. De medewerker kan een duurdere fiets aanschaffen, maar moet het verschil tussen de prijs van de fiets en het maximale bedrag van € 750,00 zelf aan de leverancier voldoen.

  • 7.

    Na aanschaf overlegt de medewerker de factuur aan de administratie. De factuur moet op naam staan van de gemeente Asten.

Artikel 4 Financiering

  • 1.

    De werkgever betaalt het bedrag rechtstreeks aan de leverancier, na overlegging van de originele factuur door de medewerker.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde factuur dient een duidelijke specificatie te omvatten van de aanschafwaarde van de fiets, de kosten die gemaakt zijn voor accessoires, de fietsverzekering en de BTW-bedragen.

  • 3.

    Afhankelijk van de keuze van financiële dekking van de medewerker op grond van artikel 3 lid 3 van deze regeling wordt het volgende loonbestanddeel/de volgende loonbestanddelen tijdelijk verlaagd om de fiets te kunnen financieren:

    • a.

      bruto bezoldiging voor een periode van maximaal 12 maanden na aanschaf van de fiets.

    • b.

      vergoeding van de verkoop van bovenwettelijke vakantie-uren en/of plusuren na aanschaf van de fiets.

    • c.

      verlaging van de eindejaarsuitkering na de aanschaf van de fiets.

    • d.

      verlaging van de vakantietoelage na aanschaf van de fiets.

    • e.

      inzet van het persoonsgebonden budget (PGB).

  • 4.

    De verlaging van vakantiedagen en bezoldiging wordt zodanig vastgesteld dat tenminste het minimumloon in de zin van de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag en tenminste de minimum aanspraken aan vakantie-uren in de zin van de CAR/UWO resteert.

Artikel 5 Gevolgen van de aanschaf van een fiets

Het inruilen van een deel van de bezoldiging is van invloed op de hoogte van de vakantietoelage. Het inruilen van (een vergoeding voor) verlofuren, (een deel van) de vakantietoelage of eindejaarsuitkering heeft geen invloed op de vakantietoelage. Inruil van (een deel van) de bezoldiging, (een gedeelte van de) eindejaarsuitkering of vakantietoelage heeft wel gevolgen voor de pensioengrondslag (tenzij aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan), premies sociale verzekeringen, uitkeringsgrondslagen, de inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekering en eventuele uitkeringen ingevolge werknemersverzekeringen (WW, WAO en ZW).

Artikel 6 Aansprakelijkheid

  • 1.

    De werkgever aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade aan de deelnemer, aan hem toebehorende zaken en/of schade aan derden, die voortvloeit uit het gebruik, uit gebreken en/of schade die anderszins verband houden met gebruik van de fiets.

  • 2.

    Schade en/of diefstal ontheft de medewerker niet van de verplichting tot (af)betaling.

Artikel 7 Beëindiging overeenkomst

  • 1.

    De overeenkomst, als bedoeld in artikel 2 lid 5 eindigt:

    • a.

      bij beëindiging van het dienstverband;

    • b.

      na een wijziging welke de overeenkomst in strijd maakt met de huidige of dan geldende wetgeving;

    • c.

      op verzoek van de medewerker.

  • 2.

    Bij beëindiging van de overeenkomst binnen 12 maanden na de aanvang van de deelname aan de regeling, is de werkgever gemachtigd het resterend te betalen bedrag (zonder fiscaal voordeel, dus netto) te verrekenen.

  • 3.

    In geval van overlijden wordt het restant van het te betalen bedrag kwijtgescholden.

    Artikel 8 Hardheidsclausule

Indien toepassing van deze regeling leidt tot een onbillijke situatie voor de betrokken medewerker, dan kan het college in overleg met de betrokken medewerker in een voor de medewerker gunstige zin van deze regeling afwijken.

Artikel 9 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Fietsregeling gemeente Asten 2015” en treedt in werking met ingang van 1 januari 2015. Vanaf de inwerkingtredingdatum van deze regeling vervalt de “Regeling Fiets-privé” van 30 juli 2002 en “de fietsregeling van Gemeente Asten (NFP)” die in werking is getreden per 23 juni 2008.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van de gemeente Asten d.d.27-01-2015

Het college,

secretaris,

mr. W.M.A. Verberkt

burgemeester,

mr. H.G. Vos