Organisatie | Almelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening renteloze lening clubgebouwen van sportverenigingen 2001 |
Citeertitel | Verordening renteloze lening clubgebouwen van sportverenigingen 2001 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
regeling vervang Verordening renteloze lening clubgebouwen van sportverenigingen
Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Algemene Subsidieverordening Gemeente Almelo 1999 en de Verordening gemeentelijke Sportraad
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2002 | nieuwe regeling | 13-12-2001 Onbekend | Onbekend |
In deze verordening wordt verstaan onder:
sportvereniging: een in de gemeente Almelo gevestigde vereniging opgericht bij notariële akte en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, die als hoofdactiviteit al dan niet in competitieverband gelegenheid biedt sport te bedrijven en die is aangesloten bij een erkende overkoepelende sportorganisatie;
sportraad: de door de gemeenteraad bij besluit van 10 augustus 1978 ingestelde commissie ex artikel 82 van de Gemeentewet: Almelose Sportraad;
HOOFDSTUK 2 BEPALINGEN M.B.T. DE AANVRAAG.
gegaan met het bepaalde in deze verordening.
Indien een gebouw, waarvoor een lening op grond van deze verordening wordt gevraagd, staat of zal worden gebouwd op grond, welke niet in eigendom aan de vereniging toebehoort of waarop de vereniging geen zakelijk recht kan doen gelden, dient voldoende zekerheid te worden verschaft omtrent een gebruik van de grond voor het beoogde doel voor ten minste tien jaren, blijkende uit een huurcontract, een recht van opstal of erfpachtsrecht.
HOOFDSTUK 3 BEPALINGEN M.B.T. DE VASTSTELLING EN UITBETALING.
Uitbetaling van het in lid 2 bedoelde bedrag vindt plaats onder overlegging van een verklaring dat terugbetaling van het voorschot op eerste aanwijzing van de sportraad zal plaatsvinden indien de activiteit waarvoor de lening voorlopig is vastgesteld niet of in belangrijk mindere mate is of wordt uitgevoerd.
Bij de vaststelling van het in artikel 6 bedoelde bedrag van de lening, accepteert de sportraad een overschrijding van de bij de aanvraag overgelegde kostenraming met ten hoogste vijf procent.
De lening bedraagt nooit meer dan het financieringstekort.
HOOFDSTUK 4 BEPALINGEN M.B.T. DE TERUGBETALINGSREGELING.
HOOFDSTUK 5 OVERIGE BEPALINGEN
Indien het daartoe geraamde bedrag in de begroting van de sportraad niet toereikend is om 25% van de kosten als lening te verstrekken, kan de aanvrager geen rechten laten gelden op een aanvulling in een volgend begrotingsjaar. De aanvrager is in dat geval vrij de gehele aanvraag ten laste van het eerstvolgende begrotingsjaar in te dienen.
Indien meerdere aanvragen ingediend worden wordt bij de toekenning van een lening de volgende
De sportvereniging, die een lening ingevolge deze verordening ontvangt, moet desgewenst te allen tijde aan de sportraad of aan door dit orgaan aangewezen functionarissen inzage verlenen in haar boekhouding en administratie teneinde te kunnen controleren of aan de voorwaarden, waaronder de lening is verstrekt, wordt voldaan.
De sportvereniging is gehouden het gebouw, waarvoor een lening op grond van deze verordening is toegekend, een dekkende opstalverzekering af te sluiten en in stand te houden.
In alle gevallen waarin deze verordening niet of niet geheel voorziet, beslist de sportraad.
HOOFDSTK 6 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN.
Op aanvragen, die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend, blijft de "Verordening renteloze leningen clubgebouwen van sportverenigingen" van toepassing.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening renteloze lening clubgebouwen van
Gedaan ter openbare vergadering van 13 december 2001.
Op de Verordening renteloze lening clubgebouwen van sportverenigingen 2001.
De verordening tot het verlenen van een renteloze lening in de kosten van het stichten, enz. van clubgebouwen van sportverenigingen is in 1984 voor het laatst vastgesteld.
Hoofdzakelijk als gevolg van de consequenties van invoering van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de wenselijkheid om regelingen, zoals verordeningen op een zo uniforme wijze te redigeren, is het noodzakelijk om de huidige verordening hieraan aan te passen. Aangezien een renteloze lening als een (indirect) subsidie moet worden beschouwd, is ook de op de derde tranche van de Awb gebaseerde algemene subsidieverordening van toepassing.
In het bijzonder ter bereiking van de gewenste uniformiteit zijn de door de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten aanbevolen "Aanwijzingen voor de decentrale regelgeving" de basis geweest voor de nieuwe opzet van de verordening.
Inhoudelijk (subsidiemogelijkheid, voorwaarden, enz.) zijn er geen veranderingen aangebracht.
Aangegeven is dat de kosten mogen worden gebaseerd op die van uitvoering door derden. Op deze wijze kunnen de eventuele besparingen door zelfwerkzaamheid van de sportvereniging toch in de berekening van de lening worden opgenomen.
Verder is tot uitdrukking gebracht dat de regeling alleen toepasbaar is voor zover de middelen beschikbaar zijn.
Om tot een verantwoorde beoordeling van de aanvraag te komen en vervolgens een beslissing te kunnen nemen zijn de gevraagde gegevens nodig.
Zekerheid is nodig indien de ondergrond van het bestaande of te bouwen clubgebouw niet op grond staat, die zekerheid biedt voor een gebruik van minimaal tien jaren.
De te stellen zekerheid is niet nodig bij de bouw, enz. van in beheer van de sportraad zijnde accommodaties.
Dit artikel regelt de voorlopige vaststelling van de lening en de mogelijkheid van voorschotverlening en
Definitieve vaststelling van de lening en de uitbetaling hiervan is in dit artikel geregeld.
Dit artikel biedt de mogelijkheid de consequenties van maximaal 5% hogere bouwkosten dan geraamd te honoreren.
Dit artikel sluit uit dat een (gedeeltelijke) lening wordt verstrekt in een financieringsoverschot
In genoemde bijzondere gevallen moet eerdere terugbetaling plaatsvinden, met daaraan verbonden consequenties van de invordering voor rekening van de vereniging.
Aanvragen die in een bepaald jaar niet volledig kunnen worden gehonoreerd hebben geen recht op aanvulling in een volgend begrotingsjaar.
Wel is het in dat geval mogelijk de aanvraag voor het totale bedrag door te schuiven naar het eerstvolgende begrotingsjaar.
Dit artikel regelt bij een tekort aan middelen de prioriteitsvolgorde bij bepaalde situaties.
Van dit artikel kan gebruik worden gemaakt, indien zich bij de vaststelling van de lening of daarna problemen voordoen, bijvoorbeeld achterstand bij de terugbetaling van de lening.
Zowel voor de vereniging als de sportraad biedt dit de zekerheid, dat schade aan het opstal niet hoeft te leiden tot onoverkomelijke problemen.
Hoewel getracht is in deze verordening alle zaken afdoende te regelen, is niet uit te sluiten dat er zich toch onvoorziene situaties voordoen.
Reeds ingediende, nog niet afgehandelde, aanvragen worden op grond van de oude verordening afgedaan.