Organisatie | De Wolden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleid verlagen uitkering in verband met de woonsituatie en inkomsten uit commerciële verhuur Participatiewet gemeente De Wolden 2015 |
Citeertitel | Beleidsregels woonsituatie Participatiewet gemeente De Wolden 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 05-12-2019 | nieuwe regeling | 17-02-2015 | BW 1724 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Wolden;
gelet op artikel 147, derde lid van de Gemeentewet, en de artikelen 27 en 33, vierde lid van de Participatiewet;
overwegende dat het noodzakelijk is regels vast te stellen voor het gebruik maken van de bevoegdheid tot het verlagen van uitkeringen in verband met de woonsituatie en inkomsten uit commerciële verhuur;
vast te stellen de navolgende Beleidsregels Verlaging bijstand i.v.m. woonsituatie
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
a. de wet: de Participatiewet;
b. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Wolden
c. kostganger: degene die tegen een commerciële huurprijs een gedeelte van een woning huurt inclusief maaltijdvoorziening van iemand die de woning in zijn geheel huurt dan wel in eigendom heeft waarbij huurder/eigenaar en kostganger geen bloedverwanten zijn in de eerste of tweede graad;
d. onderhuurder: degene die tegen een commerciële huurprijs een gedeelte van een woning huurt van iemand die de woning in zijn geheel huurt dan wel in eigendom heeft waarbij huurder/eigenaar en onderhuurder geen bloedverwanten zijn in de eerste of tweede graad;
e. woning: het woonhuis, woonschip of de woonwagen zoals genoemd in art.3 lid 6 van de wet;
a. Als een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs als bedoeld in artikel 1d van de Wet op de huurtoeslag;
b. als een eigen woning wordt bewoond, de totale verschuldigde hypotheekrente per maand en de in verband met het eigendom van de woning verschuldigde zakelijke lasten zoals rioolrechten, eigenaarsgedeelte onroerend zaak belasting, opstalverzekering, eigenaarsgedeelte waterschapslasten en vastgesteld bedrag voor groot onderhoud;
g. woonlasten: Alle kosten die verbonden zijn aan het bewonen van een woning, zoals woonkosten, energielasten etc. conform constante jurisprudentie en op grond van de wet.
h. commerciële huurprijs: de onderhuurgrens voor huurtoeslag.
Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.
Hoofdstuk 2 Verlaging van bijstand wegens kunnen delen van de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan
Artikel 2 Inwonende persoon jonger dan 21 jaar
Indien een alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden van 21 jaar of ouder een woning bewoont waar een ander meerderjarig persoon die de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt eveneens zijn hoofdverblijf heeft en wiens maandelijkse inkomen, niet zijnde studiefinanciering, meer bedraagt dan 50% van het wettelijk minimumloon inclusief vakantiegeld, wordt de uitkeringsnorm verlaagd met 10% van het wettelijk minimumloon inclusief vakantiegeld.
Artikel 3 Huurder, onderhuurder of kostganger
Indien een alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden van 21 jaar of ouder in dezelfde woning als waar hij/zij het hoofdverblijf heeft/hebben één of meerdere ruimten (onder)verhuurt/verhuren aan een derde of in dezelfde woning een kostganger heeft, waarbij sprake is van een commerciële huurprijs, wordt de bijstandsnorm verlaagd met 10% van het wettelijk minimumloon.
Hoofdstuk 3 Verlaging wegens ontbreken woonkosten en woonlasten
Aldus vastgesteld door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente De Wolden, op 17 februari 2015.
De secretaris, De burgemeester,
De verplichting van de gemeenteraad om een toeslagenverordening vast te stellen vervalt met ingang van 1 januari 2015. In artikel 20, 21 en 22 Participatiewet wordt immers de toeslag in verband met het niet kunnen delen van kosten in de basisnorm voor een alleenstaande (ouder) opgenomen. Artikel 22a Participatiewet (kostendelersnorm) zorgt ervoor dat de bepalingen over verlaging wegens het kunnen delen van kosten ook overbodig zijn. Alleen artikel 27 Participatiewet (verlaging wegens lagere woonkosten) en artikel 28 Participatiewet (schoolverlaters) blijven bestaan. Met betrekking tot deze 2 artikelen kan het college beleid formuleren. De toeslagenverordening blijft gelden tot 6 maanden na de dag van inwerkingtreding (1 juli 2015) op grond van artikel 8a Participatiewet (artikel 78z lid 6 Participatiewet). Met ingang van 1 juli 2015 vervalt de Toeslagenverordening van rechtswege. De gemeenteraad is daarom niet gehouden deze verordening in te trekken per 1 juli 2015.
Daarnaast kan het college inkomsten uit (woning)verhuur aanmerken als inkomsten zoals bedoeld in artikel 33, vierde lid, van de Participatiewet als daarmee nog geen rekening is gehouden bij de vaststelling van de norm, bedoeld in artikel 22a, eerste tot en met derde lid van de wet. Bijvoorbeeld als er geen sprake is van commerciële verhuur.