Organisatie | Zevenaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | nr 09.03 Bomenverordening Zevenaar 2007 |
Citeertitel | Bomenverordening Zevenaar 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | milieu |
Vervangt oude Kapverordening
Boswet en Gemeentewet artikel 149, 198
Subsidieregeling waardevolle/monumentale bomen 2007 (Art 5 lid 5 Bomenverordening)
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2008 | 09-09-2010 | Nieuwe regeling | 28-03-2007 Zevenaar Post, 19-12-2007 | 07-026 | |
31-03-2005 | nieuwe regeling | 02-03-2005 Zevenaar Post, 23-3-2005 | 05-022 | ||
31-12-1993 | 1e wijziging Kapverordening | 26-05-1993 Zevenaar Post, 10-12-1993 | 93-46b |
De raad van de gemeente Zevenaar;
overwegende dat in verband met de herindeling de noodzaak bestaat de desbetreffende verordeningen inzake het kappen van bomen van de voormalige gemeenten Angerlo en Zevenaar te harmoniseren;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Zevenaar:
Gelet op artikel 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 15 van de Boswet;
ARTIKEL 1: Begripsomschrijvingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
a.houtopstand: één of meer bomen of boomvormers zowel vitaal als afgestorven, of
andere houtachtige gewassen, mogelijk onderdeel uitmakend van
hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en
struiken, een beplanting van bosplantsoen een struweel.
b.waardevolle/monumentale boom:bijzondere beschermwaardige houtopstand met een relatief hoge leeftijd
en met een bijzondere schoonheid- of zeldzaamheidswaarde, of een
bijzondere functie voor de omgeving.
c.vellen: rooien; kappen; verplanten; kandelaberen; het verrichten of nalaten van
handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood of ernstige
beschadiging of ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge
d.dunning: velling, welke uitsluitend als een verzorgingsmaatregel ter bevordering
van de overblijvende houtopstand moet worden beschouwd.
e.rooien: het geheel verwijderen van het boven- en ondergrondse deel van de
f.kappen: het geheel of grotendeels verwijderen van het bovengrondse deel van de
i.boomwaarde de monetaire waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest
recente richtlijnen van Nederlandse Vereniging van Taxateurs van
j.bomen effect analyse: een standaard beoordeling van de gevolgen van voorgenomen bouw of
aanleg voor houtopstand, op basis van landelijke richtlijnen van de Bomenstichting.
1.Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een houtopstand te vellen of te
2.Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor houtopstand die aantoonbaar op
bedrijfseconomische wijze worden geëxploiteerd als bedoeld in artikel 15 van de Boswet.
aanschrijving van burgemeester en wethouders, zulks onverminderd het bepaalde in de artikelen 9
b.op houtopstanden in voor-, zij- en/of achtertuinen bij woningen en bedrijven, gelegen binnen de
bebouwde kom, onverminderd de uitzondering als bedoeld in artikel 5.
gekandelaberde bomen of leibomen ter uitvoering van het reguliere onderhoud.
ARTIKEL 3: Aanvraag vergunning
1.De vergunning moet schriftelijk en gemotiveerd, onder bijvoeging van een situatieschets, worden
aangevraagd door of namens dan wel met toestemming van degene, die krachtens zakelijk recht of
door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de houtopstand te
2.Wanneer door of namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan burgemeester
en wethouders een afschrift is toegezonden van de ontvangstbevestiging als bedoeld in artikel 2 van
de Boswet, beschouwen burgemeester en wethouders dit afschrift mede als een vergunningsaanvraag.
ARTIKEL 4: Weigeringsgronden/Criteria
1.Burgemeester en Wethouders kunnen de vergunning om te vellen weigeren dan wel onder
2.Een vergunning kan worden geweigerd indien het belang van verlening niet opweegt tegen één of
meer van de volgende waarden van behoud van houtopstand:
- waarden van stads- en dorpsschoon;
- waarden voor recreatie en leefbaarheid.
3.In beginsel wordt geen vergunning verleend voor houtopstanden voorkomend op de vastgestelde
lijst van bijzondere/monumentale bomen, als bedoeld in artikel 5.
4.In beginsel wordt geen vergunning verleend indien velling in strijd is met het vigerende
bestemmingsplan, de Flora en faunawet, de Habitatrichtlijn, of andere regelgeving inzake
5.De beslissing op een aanvraag van een vergunning tot vellen kan worden opgeschort als de aanvraag
is ingediend in samenhang met de realisatie van een ander vergunningplichtig werk, zolang op die
andere vergunningaanvraag niet is beslist.
6.Een vergunning tot vellen kan worden opgeschort of geweigerd, nadat een bouw- of
aanlegvergunning is verleend, indien de rechthebbende aanvrager van de vergunning tot vellen niet,
of niet tijdig, of niet volledig de aanwezigheid van een beeldbepalende of anderszins waardevolle
houtopstand heeft aangemeld aan burgemeester en wethouders.
7.Burgemeester en wethouders verwijzen ter motivering van de in lid 2, 3, 4, 5 en 6 van dit artikel
genoemde criteria naar de hieraan ten grondslag liggende beleidsregels.
8.De burgemeester kan toestemming geven tot direct vellen, indien sprake is van acuut gevaar of
ARTIKEL 5: Bijzondere/monumentale bomen en bijzondere houtopstand
1.De gemeente bezit een lijst met bijzondere/monumentale bomen en bijzondere houtopstand,
waarvoor in beginsel geen kapvergunning wordt afgegeven, tenzij sprake is van een ernstige bedreiging
van de openbare veiligheid, noodtoestand of andere uitzonderlijke situaties.
2.De in het eerste lid genoemde lijst bevat in ieder geval de bomen voorkomende in het landelijk
Register van Monumentale Bomen van de landelijke Bomenstichting, aangevuld met lokale en
toekomstige monumentale bomen en andere bijzondere houtopstand.
3.De regelmatig bijgewerkte lijst met bijzondere/monumentale bomen omvat in ieder geval een voor
een ieder goed herkenbare omschrijving, de standplaats, het kadastrale perceelsnummer, de eigenaar
en/of zakelijk gerechtigde en de reden van registratie van iedere houtopstand.
4.De eigenaar van een houtopstand die vermeld staat op de lijst van monumentale bomen is verplicht
burgemeester en wethouders onmiddellijk mededeling te doen van:
- eigendomsoverdracht van de houtopstand;
- het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van de houtopstand;
- de dreiging dat de houtopstand geheel of gedeeltelijk teniet kan gaan.
5.De gemeenteraad stelt een regeling vast voor het subsidiëren van kosten die noodzakelijk zijn voor
het duurzaam instandhouden van de bijzondere/monumentale bomen en bijzondere houtopstand.
1.Van een aanvraag van een vergunning wordt overeenkomstig afdeling 3.4 Algemene wet
bestuursrecht onverwijld na ontvangst kennis gegeven in een lokaal huis-aan-huisblad en deze
aanvraag wordt ter inzage gelegd.
2.Belanghebbenden kan gedurende twee weken na de in lid 1 bedoelde bekendmaking zijn zienswijze
3.Van het besluit tot verlening of weigering van een vergunning wordt onverwijld kennis gegeven in
een huis-aan-huisblad onder gelijktijdige verzending aan aanvrager. Bij deze kennisgeving wordt de
concrete datum van verzending aan de aanvrager genoemd als begin van de bezwaartermijn van zes weken voor belanghebbenden.
ARTIKEL 7: Standaardvoorwaarde van niet-gebruik
Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het standaardvoorschrift dat niet tot vellen
mag worden overgegaan en de vergunning pas van kracht wordt met ingang van de dag na de dag waarop de
bezwaartermijn afloopt. Indien gedurende de bezwaartermijn een bezwaar of een voorlopige voorziening is
ingediend, wordt de vergunning pas van kracht één week nadat op dat bezwaar of die voorlopige
ARTIKEL 8: Vervaltermijn vergunning
1.De vergunning tot vellen als bedoeld in deze verordening vervalt indien daarvan niet binnen
maximaal één jaar na het onherroepelijk zijn van de vergunning gebruik is gemaakt;
2.In het geval het een vergunning voor het vellen van meer dan één boom betreft, is het voorgaande
lid voor alle bomen van toepassing, ook als in fasen geveld wordt of één boom of enkele bomen al
ARTIKEL 9: Bijzondere vergunningsvoorschriften
1.Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een
bepaalde termijn en overeenkomstig de door burgemeester en wethouders te geven aanwijzingen
2.In het voorschrift als bedoeld in het eerste lid wordt telkens bepaald binnen welke termijn na de
herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen.
3.Tot aan de vergunning tot vellen te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren dat pas tot
vellen van houtopstand op en bij bouw- en aanlegwerken of andere ruimtelijke herinrichting of
reconstructie mag worden overgegaan indien andere vergunningen of ruimtelijke
ordeningsprocedures onherroepelijk geworden zijn of de feitelijke en financiële voortgang van de
werken voldoende gewaarborgd is.
4.Tot aan de vergunning te verbinden voorschriften behoren aanwijzingen ter bescherming van
nabijgelegen houtopstand en voorschriften ter bescherming van in en rond de houtopstand
5.Tot aan de vergunning te verbinden voorschriften kan het voorschrift behoren tot het opstellen en
overleggen van een bomen effect analyse in geval van bouw of aanleg van werken nabij te behouden
6.Degene aan wie een voorschrift of een verplichting als bedoeld in dit artikel is opgelegd, alsmede
ARTIKEL 10: Herplant-/instandhoudingsplicht
1.Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder vergunning van het
college is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het college aan de zakelijk
gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere
hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten
overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.
2.Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden
bepaald binnen welke termijn na herplant en op welke wijze niet-geslaagde beplanting moet worden
3.Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is
in het voortbestaan ernstig worden bedreigd, kunnen burgemeester en wethouders aan de zakelijk
gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere
hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om:
- overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijnvoorzieningen
te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen;
- een bomen effect analyse op te stellen en aan te bieden.
4.Degene aan wie een voorschrift of een verplichting als bedoeld in dit artikel is opgelegd, alsmede
Indien een voor zover blijkt dat een belanghebbende door toepassing van artikel 2, 9, of 10 schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te komen en waarvan de vergoeding niet of anderszins is verzekerd, kent het college hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe.
ARTIKEL 12: Bestrijding van iepenziekte
Ceratocystis ulmi (Buism.) C. Moreau);
b.iepenspintkever: het insect, in elk ontwikkelingsstadium, behorende tot de soorten Scolytus
scolytus (F.) en Scolytus multistratus (Marsch) en Scolytus pygmaeus.
2.Indien zich op een terrein één of meer iepen bevinden die naar het oordeel van burgemeester en
wethouders gevaar opleveren van verspreiding van de iepenziekte of voor vermeerdering van de
iepenspintkevers, is de rechthebbende, indien hij daartoe door burgemeester en wethouders is
aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:
van de iepenziekte wordt voorkomen.
3. a. Het is verboden gevelde iepen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te
b.het verbod is niet van toepassing op geheel ontbast iepenhout en op iepenhout met een doorsnede
c.Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het onder a. van dit lid gestelde
ARTIKEL 13: Bescherming publieke houtopstand
Het is verboden om één of meer voorwerpen in of aan een publieke houtopstand aan te brengen of
anderszins te bevestigen, behoudens vergunning van burgemeester en wethouders.
1.Degene aan wie een voorschrift als bedoeld in artikel 4, vijfde en zesde lid, artikel 5 vierde lid,
artikel 7, artikel 8 eerste en tweede lid, artikel 9 eerste, tweede, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende,
achtste lid, artikel 10 eerste, tweede, derde en vijfde lid, artikel 13 tweede, derde en vierde lid en
artikel 14 eerste en tweede lid is gegeven, onderscheidenlijk een verplichting als bedoeld in artikel
10 derde lid is opgelegd, alsmede diens rechtsopvolger, is gehouden dienovereenkomstig te
2.Hij die handelt in strijd met artikel 2, eerste lid, danwel een voorschrift onderscheidenlijk een
verplichting als bedoeld in het vorige lid niet na komt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste
twee maanden of geldboete van de tweede categorie. Tevens kan een rechterlijke beoordeling op
grond van dit artikel openbaar gemaakt worden. Bij de strafmaatbepaling kan rekening worden
Met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn behalve de ambtenaren, genoemd in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering, belast de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen personen.
De kapvergunningsaanvragen, die zijn ingediend voor de in artikel 17 genoemde datum van
inwerkingtreding, vallen onder de verordening die van kracht was voorafgaande aan deze verordening.
Deze verordening kan worden aangehaald als: Bomenverordening 2007.
Zij treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking. Op datzelfde tijdstip vervalt de Kapverordening 1987 en afdeling 5 (Het bewaren van houtopstanden) van de Algemene plaatselijke verordening Angerlo 2004 die nog is blijven gelden bij de inwerkingtreding van de nieuwe Algemene plaatselijke verordening Zevenaar 2005.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zevenaar,
Toelichting bomenverordening 2007
De Bomenverordening 2007 sluit aan op de systematiek van de modelbomenverordening 2004 van de Bomenstichting en de kapverordening 1987 van de voormalige gemeente Zevenaar. Na de gemeentelijke herindeling heeft de gemeente met twee regimes gewerkt. Met de nieuwe bomenverordening vervallen de oude verordeningen van de voormalige gemeenten. Uitgangspunt bij de nieuwe verordening is dat bescherming van houtopstanden uit overwegingen van milieu en landschapsbehoud van wezenlijk belang is, maar dat de lasten en beperkingen slechts in redelijkheid aan betrokkenen kunnen worden opgelegd.
Vanuit deze visie zijn net als in de kapverordening 1987 bomen binnen de bebouwde kom in voor-, zij-en/of achtertuinen vrijgesteld van een kapvergunning. Voor bomen buiten de bebouwde kom is de regeling van toepassing dat bomen met een diameter, op een hoogte van 1,30 meter boven maaiveld, kleiner dan 20 cm doorsnede vrijgesteld zijn van een kapvergunning. Alleen voor waardevolle en monumentale bomen is een kapvergunning nodig om deze te vellen.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
a. Houtopstand. Het kernbegrip van deze verordening, waarop het kapverbod en de vergunningplicht van toepassing zijn. Door dit begrip consequent centraal te stellen wordt duidelijk dat de bescherming betrekking heeft op meer dan bomen alleen.
Hoofdbomenstructuur. Vastgestelde opbouw en onderlinge samenhang van houtopstand in een
bepaald gebied, in relatie tot het desbetreffende gebied.
Boom. Een houtachtig, opgaand gewas met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 20
centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de
dwarsdoorsnede van de dikste stam. In afwijking van het hiervoor gestelde kan de dwarsdoorsnede
kleiner zijn dan 20 cm op 1,3 meter boven het maaiveld, indien sprake is van: een monumentale
boom of bijzonder beschermwaardige houtopstand als bedoeld in artikel 5; een houtopstand in het
kader van een herplant-of instandhoudingsplicht als bedoeld in artikelen 9 en 10.
Boomvormer. Een boomvormer is een houtig, opgaand gewas met ontwikkeling van één of meer
hoofdtakken. Een boomvormer kan uitgroeien tot een boom, een meerstammige boom of een
boomachtige struik. In het alledaagse spraakgebruik heeft een boom één of slechts enkele stammen. In de natuur bestaat er echter een geleidelijke overgang: heester-struik-struikachtige boom-(meerstammige) boom.
Hakhout. Eén of meer bomen of boomvormers, die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen.
Houtwal. Lijnvormige bosaanplant hoofdzakelijk bestaande uit inheemse heesters, struiken en
(lint) Begroeiing. Vanwege de grote ecologische waarde van dergelijke begroeiingen (bijv
meidoorn-of mispelhaag) is bescherming hiervan een noodzaak. Er staat begroeiing in plaats van
beplanting om ook spontaan opgeslagen groen bescherming te bieden.
Bosplantsoen. Aanplant van jong bos, bestaande uit hoofdzakelijk heester, struiken en
Struweel. Een begroeiing van hoofdzakelijk inheemse soorten heesters en struiken.
Dode bomen. Met “zowel vitaal als afgestorven” is bedoeld ook het vellen van dode of bijna dode
bomen vergunningplichtig te maken. Hiermee kan voorkomen worden dat een kwaadwillende
eigenaar er voor zorgt dat een gezonde boom dood gaat of “bij vergissing” een gezonde boom kapt.
Het kan tevens wenselijk zijn om dode bomen te bewaren vanwege hun ecologische waardevolle
functies of omdat er wettelijk beschermde diersoorten in nestelen.
b.Vellen. Elke wijze van het te gronde richten van een houtopstand ongeacht of dit gedeeltelijk is, bijvoorbeeld
bij kappen, of volledig, zoals bij rooien (inclusief stobbe verwijderen). Ook ingrepen die een ingrijpende wijziging betekenen, zoals kandalaberen of het snoeien van meer dan 50% van het kroonvolume, vallen onder vellen. Dit om het ernstig beschadigen of ontsieren van een boomkroon tegen te kunnen gaan. Het instandhouden door periodieke snoei van de door kandalaberen of knotten ontstane kroonvorm is niet vergunningplichtig. De eerste keer kandalaberen of knotten is wel vergunningplichtig. Het verwijderen van hoofdwortels, waarvan kan worden aangenomen dat daardoor de houtopstand ernstige schade oploopt, valt eveneens onder het begrip vellen. Door de verordening ook van toepassing te laten zijn op het ernstig beschadigen of ontsieren van samengestelde verschijningsvormen, worden grootschalige ingrepen in houtopstand eveneens vergunningplichtig.
c.Monetaire boomwaarde. De richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen en houtige gewassen (NVTB, Postbus 683, 7300 AK Apeldoorn, tel 155-5999449) voor de monetaire boomwaarde worden jaarlijks vastgesteld aan de hand van prijsindexcijfers van het CBS,
marktprijsgemiddelden en andere kengetallen. De richtlijnen gelden als de meest deskundige methodiek voor de wijze van vaststellen van de geldwaarde van bomen en worden in de rechtspraak erkend. Het spreekt overigens voor zich dat bomen ook vele andere waarden dan monetaire waarde kunnen vertegenwoordigen.
d.Bomen effect analyse. Waardevolle houtopstanden worden regelmatig beschadigd of vernietigd door bouw en aanleg van huizen, wegen, rioleringen of kabels en leidingen. De bomen effect analyse is de landelijke richtlijn van de Bomenstichting voor een nauwgezette en onafhankelijke beoordeling, voorafgaand aan de voorgenomen bouw of aanleg. Deze standaardisering waarborgt de boomtechnische kwaliteit en garandeert een goede beoordeling van alle effecten en mogelijke alternatieven. Een BEA dient uitgevoerd te worden door een deskundig boomverzorger of boomtechnisch adviseur. De resultaten van deze beoordeling kunnen vervolgens worden meegenomen in de besluitvorming rond bouw of aanleg.
1.Dit verbod is in vele opzichten ruimer dan het lijkt. Vellen is meer dan alleen omzagen en een
houtopstand is meer dan alleen een boom (zie artikel 1).
2.De bevoegdheid tot het instellen van een verbod tot vellen bij gemeentelijke verordening wordt in
artikel 15 van de Boswet beperkt. Deze beperking heeft inhoudelijk betrekking op de in artikel 15 lid 2
a.populieren of wilgen als wegbeplantingen of eenrijige beplantingen op of langs landbouwgronden,
geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen;
bosbouwondernemingen en niet gelegen is binnen een bebouwde kom, tenzij de houtopstand een
zelfstandige eenheid vormt die:
De zinsnede “die aantoonbaar op bedrijfseconomische wijze worden geëxploiteerd bedoelt de alle
hiervoor genoemde uitzonderingen conform de Memorie van Toelichting op de boswet te beperken tot
bomen met een aantoonbaar economisch doel en te onderscheiden van sierbomen. Bij vrucht of
fruitbomen, zijn sierbomen die vruchten dragen dus wel kapvergunningplichtig. Onder het kapverbod
valt het houden en de economische exploitatie van (vrucht)bomen niet.
3.Het vellen van houtopstanden in voor-, zij-en/of achtertuinen binnen de bebouwde kom is vrijgesteld
van een kapvergunning. De achterliggende gedachte hiervan is dat bescherming van houtopstanden uit overwegingen van milieu- en landschapsbehoud van wezenlijk belang is, maar dat de lasten en
beperkingen slechts in redelijkheid aan betrokkenen kunnen worden opgelegd. In de praktijk van
vergunningen wordt in 90% van de gevallen de vergunning verleend. Met deze bepaling worden
onnodige administratieve handelingen voorkomen. Voor houtopstanden buiten de bebouwde kom geldt dat bomen met een diameter kleiner dan 20 cm zijn vrijgesteld van vergunning. De reden hiervoor is het feit dat landschappelijke kwaliteit zeer sterk samenhangt met particuliere houtopstanden. Desalniettemin wordt ook hier een vereenvoudiging van regelgeving bereikt.
Artikel 3: Aanvraag vergunning
Schriftelijke aanvraag voor de uitgebreide procedure is vanzelfsprekend noodzakelijk. Een situatieschets, op te stellen door de aanvrager, blijkt in de praktijk nodig aangezien men anders eentweede maal de kapvergunning voor een andere houtopstand zou kunnen gebruiken.
Dit artikel bevat criteria die in ieder besluit inzake een aanvraag tot vellen genoemd moeten worden.
Stilzwijgend wordt ervan uitgegaan dat (te) zieke of gevaarlijke bomen altijd voor een vergunning in
aanmerking zullen komen. Ervaring leert dat de algemene termen waarin hier genoemde weigeringsgronden gesteld zijn nadere uitwerking behoeven van criteria voor boombelang en verwijderingsbelang. Deze criteria kunnen in een afwegingsmodel worden geplaatst dat als instrument bij de beoordeling van de aanvraag wordt gehanteerd. De beslissing op de aanvraag moet waar mogelijk verwijzen naar beleidsbesluiten. Ook de derde-belanghebbenden ingediende zienswijzen moeten meegewogen worden. Op grond va de Algemene wet bestuursrecht(artikelen 3:46-3:50 en 4:82-4:84) dient de motivering van het besluit van burgemeester en wethouders te verwijzen naar gemeentelijke beleidsregels.
Artikel 5: Waardevolle/monumentale bomen en bijzondere houtopstand
1.De lijst met waardevolle/monumentale bomen bevat bijzondere beschermwaardige bomen en andere houtopstand. De lijst kan houtopstand bevatten met een kleinere dwarsdoorsnede dan in artikel 1 genoemd. Op deze wijze kan (landschappelijk) waardevolle houtopstand, zoals beeldbepalende Rhododendrons, Magnolia’s of een nieuwe aangeplante herdenkingsboom met een kleinere diktemaat toch bescherming genieten. Duurzaam behoud van houtopstand op de lijst van waardevolle/monumentale bomen heeft een hoge
2.Dit artikel geeft een aantal algemene richtlijnen waaraan een lokale waardevolle/monumentale
bomenlijst minimaal moet voldoen.
Aanvragers kunnen slechts zijn: eigenaren van of zakelijk gerechtigden tot een houtopstand.
Zakelijk gerechtigden zijn in beginsel degenen die een notariële akte kunnen overleggen inzake een recht van erfpacht, opstal, erfdienstbaarheid, vruchtgebruik of pootrecht betreffende de houtopstand.
Huurders hebben een persoonlijk en geen zakelijk recht. Zij moeten dus de schriftelijke toestemming voor kapaanvraag van de verhuurder, die eigenaar van de houtopstand is, overleggen. De eigenaar van een houtopstand kan bij (huur)overeenkomst of bij machtiging zijn huurders het recht tot vergunningaanvraag verlenen.
Publiekrechtelijke bevoegdheden. Ook de gemeente zelf, waterschappen of andere publiekrechterlijke instanties kunnen aanvrager zijn. Zij volgen dezelfde procedure als andere aanvragers. Een situatietekening is verplicht om misverstand over de exacte boom te voorkomen. Indien de aanvraag het gevolg is van een geplande verandering van de situatie is zowel een tekening nodig van de bestaande situatie als van de toekomstige situatie. Op het aanvraagformulier moet dit zijn aangegeven.
Bekendmaking en kennisgeving. Een advertentie van de aanvraag onmiddellijk na ontvangst in een huis en
huisblad blijkt in de praktijk de beste manier om tijdig een inzicht te krijgen in alle betrokken belangen zodat een zorgvuldig voorbereide belangenafweging kan worden gemaakt. Wel moet een aanvraag volledig zijn. Indien een onvolledige aanvraag niet tijdig is ingevuld, vervalt hij. Belangrijk is ook het gelijktijdig kennis geven van een besluit en het verzenden aan aanvrager en belanghebbenden. Dit om belanghebbenden en aanvrager een gelijkwaardige rechtspositie te geven met gelijklopende termijnen.
Belanghebbende. Alleen belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen een vergunningbesluit. Volgens rechtspraak worden organisaties die in hun statuten de bescherming van en het behoud van natuur of bomen als doelstelling hebben opgenomen als belanghebbende aangemerkt.
Keuze procedures. Indien reeds bij de aanvraag van een vergunning voor grote ingrepen in het openbaar groen, of tijdens de termijn van tervisielegging, blijkt dat er sprake is van groot maatschappelijk belang, kan de vergunningverlener besluiten tot een verlengde procedure op grond van de Algemene wet bestuursrecht en bijvoorbeeld een hoorzitting ter voorbereiding toevoegen.
Noodkap. Direct vellen als gevolg van grote gevaarzetting of vergelijkbaar spoedeisend belang van
openbare orde of veiligheid is bedoeld aan te sluiten bij de bevoegdheden van burgemeester op grond van de artikelen 173 en 175 van de Gemeentewet.
Artikel 7: Standaardvoorwaarde van niet-gebruik
Dit artikel is bedoeld om te vermijden dat de boom al feitelijk gekapt is voordat derden kennis van de
kapvergunning hebben kunnen nemen. Aansluiting is gezocht met de formuleringen en systematiek uit de rechtspraak en de afstemming van de bouwvergunning op de milieuvergunning. Bezwaarmakers moeten om tussentijdse kap te voorkomen tijdens de beroepstermijn tegelijkertijd met het indienen van een beroepsschrift een verzoek tot voorlopige voorziening indienen bij de afdeling bestuursrechtspraak van de rechtbank. Ter voorkoming van directe kap na het ongegrond verklaren van de bezwaren, is een termijn van één week vastgesteld waarin niet gekapt mag worden en de bezwaarmakers de mogelijkheid hebben een beroepsschrift een verzoek tot voorlopige voorziening in te dienen.
Artikel 8 Vervaltermijn vergunning
Dit artikel is nodig om misbruik van (zeer) oude kapvergunningen tegen te gaan.
Artikel 9 Bijzondere vergunningsvoorschriften.
Herplantplicht. De voorschriften moeten concreet en precies worden uitgewerkt, bijvoorbeeld naar locatie boomsoort of grootte. Andere werken Lid 4 verwoordt de bevoegdheid van burgemeester en wethouders om de vergunningverlening afhankelijk te stellen van andere vergunningplichtige werken en de uitvoering daarvan. Soms kan in een eerder fase dan bij vergunning om te vellen al tot een aanhouding van het kapbesluit besloten worden op grond van artikel 4 van deze verordening.
Artikel 10 Herplant-/instandhoudingplicht
Voorschriften. Herplantvoorschriften moeten concreet en eenduidig zijn en mogen zeer gedetailleerd soort, locatie en plantwijze voorschrijven.
Financiële herplant. Een financiële herplantplicht dient alleen voor herplant ingezet te worden zo nabij als mogelijk.
De Boswet schrijft voor dat een gemeentelijke verordening dit artikel moet bevatten, hoewel uit de
gepubliceerde rechtspraak geen enkel geval van een schade-uitkering op grond van dit artikel bekend is. Rechters lijken niet snel nadeel aanwezig te achten indien een vergunning om te vellen geweigerd wordt.
Artikel 12 Bestrijding iepenziekte.
Belangrijk is dat na velling het hout direct wordt afgevoerd naar een gecertificeerd composteerbedrijf of wordt ontbast, om potentieel broedhout en verspreiding van de besmetting te voorkomen.
Artikel 13 bescherming publieke houtopstand.
Dit artikel is opgenomen om te voorkomen dat bomen dienst doen als uithangbord waarop reclame wordt aangebracht of spandoeken aan worden bevestigd. Veelal blijven er resten touw achter in de boom die onnodige beschadigingen aan bomen opleveren waardoor ze onveilig kunnen worden.
De op grond van dit artikel ingestelde strafvervolging laat onverlet de mogelijkheid van het instellen door burgemeester en wethouders van een privaatrechtelijke vordering tot schade vergoeding wegens schade aan bomen of houtopstand.
Ratio. De strafmaatbepalingen zijn de basis voor aangifte bij de politie en eventuele strafvervolging door justitie. De bepalingen zijn overeenkomstig de grenzen van de Gemeentewet vastgesteld.
Samenloop. Ook het samengaan met andere delicten (vernieling van eigendom, belediging van personen, enz ) is vaak aanleiding om een illegale kap of beschadiging door justitie aan te laten pakken.
Zo dikwijls de zorg voor naleving van enig voorschrift van deze verordening dit vereist, wordt hierbij aan hen die met de zorg voor de naleving daarvan zijn belast of daaraan moeten meewerken, bevoegdheid gegeven tot opsporing behoudens de strafrechtelijke grenzen in de overige wetgeving. In hoofdstuk 5 van de Algemene wet Bestuursrecht(artikelen 5:11-5-20) staan de bijzondere bevoegdheden van toezichthouders.