Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Drimmelen

Verordening materiële financiële gelijkstelling primair onderwijs gemeente Drimmelen 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDrimmelen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening materiële financiële gelijkstelling primair onderwijs gemeente Drimmelen 2015
CiteertitelVerordening materiële financiële gelijkstelling primair onderwijs gemeente Drimmelen 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerponderwijs

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op het primair onderwijs, art. 140
  2. Algemene wet bestuursrecht, titel 4.2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2015nieuwe regeling

26-02-2015

Gemeenteblad Drimmelen, 4 maart 2015

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening materiële financiële gelijkstelling primair onderwijs gemeente Drimmelen 2015

De raad van de gemeente Drimmelen,

 

overwegende, dat het gewenst is de toekenning van voorzieningen in het kader van aanvullend beleid ten aanzien van het onderwijs bij verordening te regelen;

 

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders;

 

gelet op artikel 140 de Wet op het primair onderwijs;

 

gelet op hoofdstuk 4 en in het bijzonder titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluit vast te stellen de

Verordening materiële financiële gelijkstelling primair onderwijs

gemeente Drimmelen 2015

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a)

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b)

    schoolbestuur: bevoegd gezag van een, volgens de Wet op het primair onderwijs, bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school;

  • d)

    nevenvestiging: deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs voor bekostiging in aanmerking is gebracht.

  • e)

    voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlage van deze verordening;

  • f)

    tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlage van deze verordening.

Artikel 2. Aanvullende voorziening

  • 1.

    Het college kan bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een voorziening.

  • 2.

    Het college stelt de toekenningscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullende voorzieningen.

Artikel 3. Jaarlijks overzicht

Jaarlijks vóór 1 juli zendt het college aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening toegekende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 juni van het voorafgaande jaar tot en met 31 mei van het jaar van toezending.

Artikel 4. Aanvraag voorziening en beslistermijn

  • 1.

    Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerst daaropvolgende tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorschreven. Indien de aanvraag niet voor de hiervoor genoemde datum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen.

  • 2.

    Het college besluit binnen twaalf weken na de indieningsdatum op een aanvraag. Indien ten aanzien van een voorziening geen indieningsdatum is voorgeschreven, besluit het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 3.

    Het college weigert de voorziening in ieder geval indien niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria.

Artikel 5. Aanvraag aanvullende voorziening en beslistermijn

  • 1.

    Het schoolbestuur dat een aanvullende voorziening wenst, dient een aanvraag in bij het college.

  • 2.

    Het college beslist binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 3.

    Het college weigert de aanvullende voorziening in ieder geval indien niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria.

Artikel 6. Subsidievaststelling

  • 1.

    Uiterlijk acht weken na afloop van het tijdvak waarvoor de voorziening is toegekend dient het schoolbestuur een aanvraag tot subsidievaststelling in bij het college.

  • 2.

    Het college beslist binnen 8 weken na de indiening van de aanvraag.

Artikel 7. Verbod tot vervreemding

Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen is niet toegestaan zonder toestemming van het college, tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.

Artikel 8. Informatieverstrekking

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 9. Onvoorziene gevallen

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 11. Slotbepalingen

  • 1.

    De verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

  • 2.

    De verordening kan worden aangehaald als: Verordening materiële financiële gelijkstelling primair onderwijs gemeente Drimmelen 2015.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Drimmelen, gehouden op 26 februari 2015.

De raad voornoemd,

Drs. G.L.C.M. de Kok, voorzitter,

Mr. M.J.N. Schuurbiers, griffier

Bijlage behorende bij de Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Drimmelen 2015

I Aanduiding van de voorziening

Eénmalige tegemoetkoming van de gemeente in de kosten van de materiële instandhouding van een nevenvestiging van een basisschool welke zich twee achtereenvolgende jaren onder de wettelijke opheffingsnorm bevindt.

II Toekenningscriteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening

  • a.

    Scholen voor basisonderwijs of een nevenvestiging.

  • b.

    Een school komt in aanmerking voor deze voorziening voorzover de nevenvestiging als zodanig door de minister van onderwijs is erkend.

  • c.

    De nevenvestiging is de enige onderwijsvoorziening binnen de woonkern.

  • d.

    Binnen een straal van 2 km is geen andere school aanwezig.

  • e.

    Het daadwerkelijk aantal leerlingen is lager dan de wettelijke opheffingsnorm.

III Wijze van toekenning met daarbij behorende berekeningseenheid

De éénmalige bijdrage is gerelateerd aan het aantal leerlingen dat zich op de wettelijke teldatum 1 oktober van het derde jaar dat de school zich onder de wettelijke opheffings-norm bevindt. De berekening is als volgt: (vijftien -/- het aantal (ongewogen) leerlingen in het 3e schooljaar onder de opheffingsnorm per teldatum 1 oktober) x € 7.307. De gemeentelijke bijdrage kan slechts éénmalig voor een nevenvestiging worden aangevraagd. De bijdrage wordt in november van het jaar van aanvraag verstrekt.

IV Subsidieplafond

  • a.

    Het maximale bedrag, dat ter beschikking staat voor deze voorziening bedraagt € 58.456,-.

  • b.

    Indien de voor bekostiging in aanmerking komende voorzieningen het subsidieplafond te boven gaan, wordt het beschikbare bedrag (subsidieplafond) uitgekeerd. Indien er voor meerdere scholen een bijdrage is aangevraagd, wordt de maximale bijdrage (subsidieplafond) naar rato verdeeld over de aanvragende scholen.

V Indieningsdatum

Voor 1 maart in het tweede schooljaar dat de nevenvestiging zich onder de opheffingsnorm bevindt.