Organisatie | Veenendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Re-integratieverordening Participatiewet Veenendaal 2015 |
Citeertitel | Re-integratieverordening Participatiewet Veenendaal 2015 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Werk en economie |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-11-2019 | 01-06-2021 | 1e wijziging Re-integratieverordening Participatiewet Veenendaal. | 19-09-2019 | ||
23-12-2017 | 01-01-2017 | 06-11-2019 | artikel 9 | 22-06-2017 | 228044 |
19-07-2016 | 23-12-2017 | Aanpassing artikel 8 | 23-06-2016 Gemeenteblad | Onbekend | |
01-01-2015 | 31-08-2016 | Onbekend | 19-02-2015 Gemeenteblad | Onbekend |
De raad van de gemeente Veenendaal;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 januari 2015, nummer 2014.00089A;
Overwegende dat op 1 januari 2015 de Participatiewet in werking is getreden;
gelet op de artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid, en 10b, vierde lid, van de Participatiewet;
gezien het advies van de Cliëntenraad WWB;
besluit vast te stellen de Re-integratieverordening Participatiewet Veenendaal 2015.
Hoofdstuk 2. Beleid en financiën
Artikel 2a. Evenwichtige verdeling en financiering
Het college houdt bij het aanbieden van de in deze verordening opgenomen voorzieningen rekening met de omstandigheden en functionele beperkingen van een persoon. De omstandigheden hebben in ieder geval betrekking op zorgtaken van die persoon en de mogelijkheid dat hij behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie of gebruik maakt van de voorziening beschut werk.
Onder zorgtaken wordt in ieder geval verstaan:
Artikel 2b. Budget- en subsidieplafonds
Het college kan een of meer subsidie- of budgetplafonds vaststellen voor de verschillende voorzieningen zoals genoemd in hoofdstuk 3. Het bereiken van een door het college ingesteld subsidie- of budgetplafond, vormt een weigeringsgrond bij de aanspraak op een specifieke voorziening, onverlet artikel 7 van de Wet.
Artikel 3. Algemene bepalingen over voorzieningen
Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen waarin wordt vastgelegd welke voorzieningen, waaronder ondersteunende voorzieningen, het college in ieder geval kan aanbieden en de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.
2. Het college biedt uitsluitend een voorziening bij een werkgever aan als hierdoor de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvindt
Het college kan een voorziening beëindigen als:
de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in de artikelen 9 en 17 van de wet, de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen niet nakomt;
Voorafgaand aan de proefplaatsing worden in een schriftelijke overeenkomst tussen college en de werkgever in ieder geval afspraken gemaakt over:
een intentieverklaring dat de werkgever belanghebbende, bij gebleken geschiktheid, na de proefplaatsing een dienstverband van minimaal zes maanden aanbiedt voor minimaal het aantal uren dat voor de proefplaatsing is overeengekomen, tenzij tijdens de proefplaatsing blijkt dat de uren in het belang van belanghebbende verlaagd moet worden;
dat belanghebbende de werkzaamheden zal verrichten conform de voor de betreffende functie en werkzaamheden geldende voorschriften en wettelijke bepalingen. Een proefplaatsing kan niet worden aangeboden indien belanghebbende eerder bij de betreffende werkgever, organisatie of inlener heeft gewerkt of stage heeft gelopen in dezelfde of vergelijkbare functie, tenzij er sprake is van gewijzigde omstandigheden die naar het oordeel van het college een proefplaatsing rechtvaardigen.
Artikel 9. Participatievoorziening beschut werk
Voor zover nodig worden aan personen van wie is vastgesteld dat zij uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben, tot het moment van aanvang van de dienstbetrekking, bedoeld in artikel 10b, eerste lid, van de wet, daarnaast de volgende voorzieningen op de arbeidsinschakeling aangeboden:
Artikel 10. Ondersteuning bij leer-werktraject
Het college kan ondersteuning aanbieden aan een persoon uit de doelgroep ten aanzien van wie het college van oordeel is dat een leer-werktraject nodig is, voor zover deze ondersteuning nodig is voor het volgen van een leer-werktraject en het personen betreft:
Artikel 11. Persoonlijke ondersteuning
Aan een persoon die behoort tot de doelgroep kan het college persoonlijke ondersteuning bij het verrichten van de aan die persoon opgedragen taken aanbieden in de vorm van structurele begeleiding als hij zonder persoonlijke ondersteuning niet in staat is de aan hem opgedragen taken te verrichten.
1.Het college kan eenmalig een uitstroompremie toekennen aan een langdurig werkloze die duurzaam uitstroomt naar algemeen geaccepteerde arbeid.
Artikel 16. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
Een persoon die gebruik maakt van een toegekende voorziening op grond van de Re- integratieverordening Veenendaal 2013, die moet worden beëindigd op grond van deze verordening, behoudt deze voorziening voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Re- integratieverordening Veenendaal 2013 voor de duur: