Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Almelo

Verordening op de verblijfsrecreatie in Almelo

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlmelo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de verblijfsrecreatie in Almelo
CiteertitelVerordening op de verblijfsrecreatie in Almelo
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-07-2009Onbekend

23-06-2009

Twenth Ruiten Drie 07-07-2009; 27-04-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de verblijfsrecreatie in Almelo

jaargang:

regelingnummer: 2357

Nr.15

Raadsbesluit van 23 juni 2009, gewijzigd bij raadsbesluit van 20 april 2010, houdende vaststelling van de Verordening op de verblijfsrecreatie in Almelo

De raad van de gemeente Almelo;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Almelo [datum],

gelet artikel 149 van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht,

gelet op het advies van de commissie;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening op de verblijfsrecreatie in Almelo

Gemeenteblad van Almelo

Artikel 1 Algemene begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt volstaan onder:

    • a.

      Rechthebbende: degene die krachtens zakelijk of persoonlijk recht de beschikking heeft over enige roerende zaak;

    • b.

      Kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;

    • c.

      Gereguleerde overnachtingsplaats: een kampeerterrein zijnde een parkeerplaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, die een goede en stevige ondergrond biedt voor een kampeerauto en die gedurende een beperkt aantal uren wordt gebruikt als verblijfplaats.

  • d.

    Kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf, niet zijnde;

    • -

      een bouwwerk, waarvoor ingevolge artikel 40 van de Woningwet een bouwvergunning vereist is;

    • -

      een vaartuig;

    • -

      een woonwagen in de zin van de Woningwet,

    • -

      een tent in gebruik voor het houden van bijeenkomsten, tentoonstellingen of

      voorstellingen;

    • -

      een voertuig in gebruik als directiekeet.

  • e.

    Kamperen buiten kampeerterreinen; het incidenteel gelegenheid geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen buiten kampeerterreinen.

  • f.

    Vissen: het in het water brengen, hebben of ophalen van een of meer hengels.

  • g.

    Hengel: het vistuig bestaande uit een hengel – al dan niet voorzien van een opwindmechanisme – een lijn of snoer – al dan niet voorzien van een of meer dobbers – en ten hoogste drie haken.

    • 2.

      Onder begrippen die niet in deze verordening worden gehanteerd, maar wel relateren aan verblijfsrecreatie wordt verstaan de omschrijving die voorkomt in de begrippenlijst als bedoeld in bijlage 1 van deze verordening.

Artikel 2 Vergunning of ontheffing

  • 1.

    Het is de rechthebbende verboden om zonder vergunning van burgemeester en wethouders een kampeerterrein op te richten of in werking te hebben.

  • 2.

    Het is verboden om buiten een kampeerterrein een of meer kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden dan wel om buiten een kampeerterrein gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen.

  • 3.

    a. Burgemeester en wethouders kunnen vergunning verlenen voor het houden van de volgende kampeerterreinen:

    • a.

      reguliere kampeerterreinen;

    • b.

      kleinschalige kampeerterreinen;

    • c.

      paalkampeerterreinen;

    • d.

      gereguleerde overnachtingplaatsen.

    • b.

      Voor vormen van kampeerterreinen die niet worden genoemd onder a. bepalen burgemeester en wethouders of een vergunning wordt verstrekt.

  • 4.

    Van het verbod in het tweede lid kunnen burgemeester en wethouders in verband met een gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste veertien dagen ontheffing verlenen aan of ten behoeve van groepen, organisaties of verenigingen.

  • 5.

    a. Voor het verbod in het tweede lid wordt ontheffing verleend aan de Almelose

    Hengelsportvereniging ‘Vislust’ en de Hengelsportfederatie Oost Nederland ten behoeve van de daarbij aangesloten individuele leden, zulks onder de navolgende voorwaarden.

  • 1.

    Het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen is alleen toegestaan voor leden van de verenigingen genoemd onder a.

  • 2.

    Het plaatsen of geplaatst houden van eenvoudige kampeermiddelen mag alleen door diegene die op dat moment ook daadwerkelijk vist met een of meer hengels.

  • 3.

    Het plaatsen of geplaatst houden van eenvoudige kampeermiddelen mag alleen langs de wateren die genoemd staan in de overeenkomsten die zijn afgesloten met de verenigingen genoemd onder a. en die zijn aangewezen als nachtvisloacties.

  • 4.

    Per persoon mag maximaal 1 eenvoudig kampeermiddel worden geplaatst of geplaatst worden gehouden.

  • 5.

    Onder eenvoudig kampeermiddel wordt verstaan: een paraplu – al dan niet voorzien van daarbij behorende flappen – of een tent. Het kampeermiddel mag geen grotere afmetingen hebben dan 3 bij 3 meter en moet een neutrale groene, bruine of camouflagekleur hebben.

  • 6.

    Het is de sportvisser verboden overmatig alcohol te gebruiken, muziek te maken of af te spelen en open vuur te stoken.

  • 7.

    Afval moet in het eenvoudige kampeermiddel worden bewaard en moet bij het verlaten van de visplek worden meegenomen.

    • b.

      De ontheffing voor de onder a. bedoelde verenigingen is uitsluitend van toepassing voor de periode dat de gemeente Almelo een huurovereenkomst heeft afgesloten voor het bevissen van in de overeenkomst genoemde wateren.

  • 6.

    De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden en wordt verleend voor een termijn van maximaal vijf jaar. Indien de vergunning of ontheffing is verleend aan een natuurlijk persoon, dan geldt zij na het overlijden van die persoon nog gedurende maximaal zes maanden voor diens erfgenamen.

  • 7.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 3 Weigeringsgronden en voorschriften

Een vergunning of ontheffing als bedoeld in artikel 2 van deze verordening kan worden geweigerd of onder voorschriften worden verleend in het belang van:

  • a.

    landschaps- en natuurwaarden;

  • b.

    de veiligheid van personen of goederen;

  • c.

    de zedelijkheid, gezondheid of hygiëne;

  • d.

    de openbare orde;

  • e.

    het voorkomen of beperken van overlast.

Artikel 4 Relatie met bestemmingsplan

De aanvraag voor vergunning of ontheffing als bedoeld in artikel 2 wordt geweigerd indien voor het gebied waar de vergunning of ontheffing een bestemmingsplan geldt en het gebruik van de vergunning of ontheffing in strijd zou zijn met het bestemmingsplan of met de eisen die krachtens zodanig plan zijn gesteld.

Artikel 5 Intrekken of wijzigen van een vergunning of ontheffing

Het college kan een vergunning of een ontheffing als bedoeld in artikel 2 van de verordening intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    na vergunningverlening blijkt dat de bij de aanvraag verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig zijn dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen indien bij de beoordeling daarvan de juiste gegevens bekend waren geweest;

  • b.

    de ontheffing of vergunning in strijd met enig wettelijk voorschrift is gegeven;

  • c.

    blijkt dat de op grond van artikel 3 gegeven voorschriften niet of niet behoorlijk worden nageleefd;

  • d.

    indien daarvan langer dan één jaar geen gebruik is gemaakt.

Artikel 6 Gebruik gereguleerde overnachtingsplaats

Het is verboden om langer dan gedurende tweeënzeventig achtereenvolgende uren een kampeerauto op een gereguleerde overnachtingsplaats te plaatsen of te hebben.

Artikel 7 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van college aangewezen personen.

Artikel 8 Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 9 Overgangsrecht

Op grond van de Wet op openluchtrecreatie (stb. 1994, 300) verleende vergunningen en ontheffingen of vrijstellingen die op 31 december 2007 geldig zijn, worden voor toepassing van deze verordening beschouwd als zijnde een vergunning of ontheffing als bedoeld in artikel 2. De vergunningen of ontheffingen behouden hun werkingsduur zoals bij verlening is bepaald met een maximum van 5 jaar na 1 januari 2008, waarna zij van rechtswege vervallen.

Artikel 10 Slotbepaling

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van haar bekendmaking.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening op de verblijfsrecreatie in Almelo.”

Aldus besloten in de openbare vergadering van 23 juni 2009,

de griffier, de burgemeester,

drs. C.M. Steenbergen drs. M.A.J. Knip

Bijlage 1 Begripsbepaling

Bij de toepassing van de verordening is het van belang om een aantal relevante begrippen te omschrijven. Hieronder volgen de belangrijkste begrippen. Deze bepalingen zijn afkomstig uit de WOR, van het NIROV en deels uit de nota verblijfsrecreatie in het buitengebied van de regio Twente.

Algemeen

Bedrijfsmatige exploitatie:

Het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/exploitatie, dat in de logiesverblijven - permanent wisselende - recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden geboden worden.

Kampeermiddel:

Tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor ingevolge artikel 40 van de Woningwet een bouwvergunning vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

Een stacaravan kan gezien de vorm, omvang, oppervlakte, constructie, uiterlijk en aanzien aangemerkt worden als een caravan en is geschikt om regelmatig te worden vervoerd;

-de hoogte bedraagt maximaal 3,75 m.;

-de breedte bedraagt maximaal 4,50 m.;

-de caravan is voorzien van een as-/wielstelsel en een dissel;

-de caravan bestaat uit één geheel (dus geen gekoppelde caravans en aangebouwde uitbreidingen);

-de caravan op het terrein, zonder graafwerkzaamheden en/of (gemetselde) muurtjes, voort te bewegen is als aanhanger. Eenvoudig verwijderbare beschotting, om het as- en wielstelsel aan het zicht te onttrekken, is wel toegestaan.

Recreatie:

Mogelijkheden tot ontspanning, vrijetijdsbesteding

Verblijfsrecreatie:

Verblijfsrecreatie is het totaal van mogelijkheden en voorzieningen om te recreëren op een bepaalde plaats in Nederland, waarbij recreatief nachtverblijf centraal staat.

Voorzieningen

Bed & breakfast:

Bed & breakfast is een kleinschalige vorm van verblijfsrecreatie en richt zich met name op de trekkende toeristen, die voor één of enkele nachten een onderkomen zoeken. Typerend voor bed & breakfast is:

□de kleinschaligheid en de uitvoering is eenvoudig;

□bed & breakfast is gekoppeld aan de woonfunctie, dat betekent dat mede gebruik wordt gemaakt van keuken

□en sanitair van de woning;

□bed & breakfast dient binnen de bestaande woning gerealiseerd te worden;

□maximaal 4 bestemde bedden.

Bungalowpark:

Een bungalowpark is een complex bestaande uit een aantal vakantiewoningen, vakantiebungalows of vakantieappartementen, voor zover deze verblijfseenheden voor tijdelijk verhuur door de exploitant of beheerder van het complex beschikbaar zijn.

We spreken van een bungalowpark indien er sprake is van bedrijfsmatige exploitatie.

Gereguleerde Overnachtingsplaats (GOP):

Een parkeerplaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, die een goede en stevige ondergrond biedt voor een kampeerauto en die gedurende een beperk aantal nachten wordt gebruikt als verblijfsplaats. Bij deze plaats zijn al dan niet voorzieningen aangebracht.

Groepsaccommodatie:

(Deel van) een gebouw welke blijvend is bestemd voor tijdelijk recreatief nachtverblijf door groepen, waarbij wordt overnacht in slaapzalen en/of slaapkamers waar een dagverblijf beschikbaar is waarin de gasten mede huishoudelijke werkzaamheden kunnen verrichten.

Een kampeerboerderij valt onder het begrip groepsaccommodatie. Een groepsaccommodatie heeft het volgende kenmerk:

Gemeenschappelijk gebruik van sanitaire voorzieningen, keuken, verblijfsruimten en slaapzalen.

Groepskamperen buiten een kampeerterrein:

Het tijdelijk plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen buiten de kampeerterreinen. Deze kampeervorm heeft betrekking op het onderdeel kampeerterreinen met een doelstelling van sociale, culturele, educatieve of wetenschappelijke aard ten behoeve van eigen doeleinden.

Hotel:

Een hotel is een accommodatie waarin logies wordt verstrekt en waar eventueel afzonderlijke maaltijden, kleine etenswaren en dranken worden verstrekt aan gasten en mogelijk ook aan passanten.

Jachthaven:

Haven met de daarbij behorende grond waar overwegend gelegenheid wordt gegeven voor het aanleggen, afmeren of afgemeerd houden van pleziervaartuigen.

Kamperen voor eigen gebruik:

Het plaatsen van één tot hooguit drie kampeermiddelen voor eigen gebruik door een eigenaar van een terrein voor een vastgestelde periode.

Kleinschalig kampeerterrein:

Een terrein of plaats nabij een agrarisch of voormalig agrarisch bedrijf, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het tijdelijk plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf. Dit kampeerterrein of plaats heeft betrekking op een kampeerterrein voor een beperkt aantal kampeerplaatsen.

Kampeerplaats c.q. standplaats:

Een in of op het terrein aangegeven, zichtbaar gemarkeerde plek, d.m.v. nummering, stroomvoorziening, erfafscheiding of anderszins, voor het plaatsen of geplaatst houden van een kampeermiddel ten behoeve van tijdelijk recreatief nachtverblijf. Een bijzet-tentje voor bijvoorbeeld de kinderen wordt hierbij niet als afzonderlijk kampeermiddel aangemerkt.

Landschapscamping:

Een landschapscamping heeft maximaal zestig kampeerplaatsen met een beperkte dichtheid, op aan de landbouw te onttrekken grond en aansluitend bij bestaande of voormalige (agrarische) bouwblokken.

De gemiddelde grootte van een standplaats dient minimaal 300 m2 (bruto) te zijn.

Bij de inrichting van dergelijke campings moeten de natuur- en landschapswaarden worden verhoogd door een passende, robuuste en duurzame beplanting op en rond het kampeerterrein. De oppervlakte voor de nieuwe natuur dient ten minste drie maal zo groot te zijn als de oppervlakte voor de standplaatsen.

Natuurkampeerterrein:

Een natuurkampeerterrein is een aaneengesloten gebied van tenminste 25 ha bos, natuurgebied en/of waardevol cultuurlandschap, maximaal 30 plaatsen per hectare en een maximum verblijfsduur van 28 nachten. Een natuurkampeerterrein is qua inrichting eenvoudig van aard en heeft een sober voorzieningenniveau. Er is geen beperking opgenomen aan de openingsperiode.

Pension:

Huis waar men tegen betaling kost en inwoning krijgt. Een logies verstrekkend bedrijf, dat over 5 of meer voor verhuur bestemde bedden beschikt, verdeeld over ten minste 2 kamers.

Plattelandsappartementen:

(Deel van) een (voormalig) agrarisch gebouw welke blijvend is bestemd voor tijdelijk recreatief nachtverblijf, waarbij wordt overnacht in zelfstandige eenheden, waarin keuken en/of sanitair zijn ondergebracht, al dan niet in combinatie met een dagverblijf. Het gaat hier om een vorm van verblijfsrecreatie die mede tot doel heeft de agrarische leefomgeving te ervaren. Een plattelandsappartement is groter dan 50 m2. Appartementen die kleiner zijn dan 50m2 worden beschouwd als een plattelandskamer.

Plattelandskamers:

(Deel van) een (voormalig) agrarisch gebouw welke blijvend is bestemd voor recreatief nachtverblijf, waarbij wordt overnacht in kamers en dat, al dan niet in combinatie met een dagverblijf, beschikbaar is en waar keuken en sanitair in een gemeenschappelijke ruimte worden ondergebracht. Het gaat hier om een vorm van verblijfsrecreatie die mede tot doel heeft de agrarische leefomgeving te ervaren.

Regulier kampeerterrein:

Een terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het tijdelijk plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf.

Trekkershut:

Een houten blokhut met maximale grootte van 30m2, waarvoor een bouwvergunning is vereist en dat dient als periodiek verblijf voor wisselende groepen van recreanten, die hun hoofdverblijf elders hebben. We spreken van een trekkershut indien er sprake is van bedrijfsmatige exploitatie.

Vakantiebungalow:

Een gebouw van een bungalowtypering, waarvoor een vergunning ingevolge artikel 40 van de Woningwet is vereist en dat dient als periodiek verblijf voor wisselende groepen van recreanten, die hun hoofdverblijf elders hebben. We spreken van een vakantiebungalow indien er sprake is van bedrijfsmatige exploitatie.

Vakantiewoning:

Een gebouw van een woningtypering, waarvoor een vergunning ingevolge artikel 40 van de Woningwet is vereist en dat dient als periodiek verblijf voor wisselende groepen van recreanten, die hun hoofdverblijf elders hebben. We spreken van een vakantiewoning indien er sprake is van bedrijfsmatige exploitatie.

Vrijkamperen:

Een terrein of plaats waar het tijdelijk plaatsen of geplaatst houden van maximaal 5 kampeermiddelen gedurende korte perioden mogelijk is. Deze vorm van kamperen komt met name tegemoet aan de wensen van trekkende kampeerders.

Toelichting

Op 1 januari 2008 is de Wet op de Openluchtrecreatie (WOR) ingetrokken. Het intrekken van de WOR heeft twee redenen. Allereerst is uit de evaluatie van de kampeerregelgeving gebleken dat het vergunningenstelsel niet noodzakelijk was voor het kampeerbeleid. De bestemmingsplannen met voorschriften bieden in principe voldoende mogelijkheden om een gedifferentieerd kampeerbeleid te voeren. In het kader van deregulering is, volgens het ministerie van LNV, het vergunningstelsel dus niet langer wenselijk. Daarbij is gebleken dat de onderdelen van de WOR in het algemeen belang van gezondheid, hygiëne en veiligheid ofwel zijn geregeld in anderen wetten of kunnen worden geregeld door zelfregulering. Er komt dan ook geen nieuwe wet voor in de plaats.

De WOR regelde een aantal zaken over drie onderwerpen, te weten kampeerregelgeving, hygiëne op jachthavens en vestiging van volkstuincomplexen. Vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen, verleend op grond van de WOR, zijn in beginsel van rechtswege op 1 januari 2008 komen te vervallen.

Ook de Regeling natuurkampeerterreinen is gekoppeld aan de WOR. De regeling regelt de aanvullende voorschriften over aard en grootte van zg. natuurkampeerterreinen. Ook deze regeling komt na intrekking van de WOR te vervallen. Vanaf 1 januari 2008 worden natuurkampeerterreinen, verenigingskampeerterreinen en het groepskamperen buiten kampeerterreinen niet meer bij wet genoemd. Gemeenten zijn vrij om al of niet voorschriften over de aard en grootte van natuurkampeerterreinen, verenigingskampeerterreinen en het groepskamperen buiten terreinen te hanteren.

Met de afschaffing van de genoemde regelgeving hebben gemeenten per 1 januari 2008 hun eigen kampeerbeleid. In Almelo vormt de “Kadernota Recreatie & Toerisme gemeente Almelo 2009 – 2015” hiervoor de basis. Het nieuw geformuleerde beleid kan vanaf dit tijdstip worden of zijn vertaald in bestemmingsplannen en/of een gemeentelijke verordening.

Uitgangspunt gemeente Almelo

Almelo heeft voor een tweesporenimplementatie gekozen. Het hoofdaccent komt hierbij te liggen op de instelling van de gemeentelijke verordening op de verblijfsrecreatie, waarbij gekozen is voor het systeem van vergunning en ontheffing van kampeerterreinen en andere kampeermogelijkheden.

Daarmee heeft Almelo een duidelijk handvat om zaken op dit terrein te kunnen handhaven en beheersen. Een tweede redenen om het op deze wijze te doen is dat een verordening eenvoudiger hanteerbaar is bij eventueel toekomstige wijzigingen dan een bestemmingsplanprocedure. Uiteraard dient het kampeerbeleid verankerd te zijn in de voorschriften van de verschillende bestemmingsplannen. Hiervoor gelden aparte procedures.

Artikel 1 Algemene begripsbepalingen

In artikel 1 van deze verordening worden een aantal begrippen al ander omschreven, in bijlage 1 is een meeromvattende lijst met definities toegevoegd die bij toepassing van de verordening en uitvoering van het kampeerbeleid kan worden gehanteerd.

Volledigheidshalve worden twee begrippen nader omschreven, te weten;

De rechthebbende

De vergunning als bedoeld in artikel 2 moet worden aangevraagd door de rechthebbende van het kampeerterrein. Hier gaat het om de zakelijk gerechtigde of een persoon die krachtens persoonlijk recht het gebruik van de eigenaar heeft toegewezen gekregen. Bijvoorbeeld de eigenaar/exploitant/beheerder van het kampeerterrein of een ander terrein.

Kampeerterreinen

Deze verordening gaat uit van het begrip kampeerterrein, maar het overnachten en de verschillende vormen van verblijfsrecreatie in de openlucht is mogelijk op de verschillende vormen van kampeerterreinen.

Er zullen zich in de toekomstige praktijk mogelijk nog andere vormen van verblijfsrecreatie voordoen. Voor een toelichting op de meest voorkomende vormen strekt de begrippenlijst in bijlage 1.

Artikel 2 Vergunning of ontheffing

Lid 1 en 2

Het houden of exploiteren van een kampeerterrein zonder vergunning van burgemeester en wethouders is verboden.

Om te voorkomen dat overal in de gemeente kampeerterreinen komen, is ervoor gekozen om dit via een vergunningverlening te reguleren.

Lid 3 onder a.

De verordening gaat uit van het begrip kampeerterrein, omdat het overnachten en de verschillende vormen van verblijfsrecreatie in de openlucht in principe alleen mogelijk zijn op kampeerterreinen. Er kan een vergunning worden verleend voor de volgende soorten kampeerterreinen:

  • a.

    reguliere kampeerterreinen;

  • b.

    kleinschalige kampeerterreinen;

  • d.

    paalkampeerterrein;

  • e.

    gereguleerde overnachting plaatsen.

Lid 3 onder b. Er zullen in de toekomst ongetwijfeld nieuwe vormen van verblijfsrecreatie worden aangeboden. Ter versterking van het recreatief-toeristisch product kunnen nieuwe vormen van verblijfsrecreatie worden toegestaan c.q. gestimuleerd, zulks ter beoordeling aan burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo.

Voor de beoordeling van een aanvraag voor een vergunning of ontheffing hanteren burgemeester en wethouders aanvraagformulieren.

Om voor een vergunning of ontheffing in aanmerking te komen hanteren burgemeester en wethouders algemene voorschriften.

Lid 4

Er doen zich regelmatig situaties voor dat verenigingen, organisaties, groepen willen kamperen op een eigen terrein (zoals scouting) of buiten een kampeerterrein die niet van hen is (bijvoorbeeld evenementen naar voorbeeld van Pinkpok in Landgraaf).

Van het verbod in lid 1 en 2 kunnen burgemeester en wethouders in verband met een gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste veertien dagen ontheffing verlenen aan of ten behoeve van groepen, organisaties of verenigingen.

Lid 5 heeft betrekking op het (nacht)vissen. Met de twee genoemde verenigingen zijn huurovereenkomsten afgesloten en voor het gebruik van de wateren nadere afspraken gemaakt.

Wat betreft het nachtvissen is met de Almelose Hengelsportvereniging ‘Vislust’ over de volgende wateren afspraken gemaakt:

  • -

    de Dollegoorvijver,

  • -

    een deel van het Overijssels kanaal,

  • -

    en enkele delen van de insteekhavens aan de Dollegoorweg

Met de Vereniging Hengelsportfederatie Oost-Nederland moet de huurovereenkomst worden geactualiseerd. Deze actualisering wordt onder meer gebaseerd op de lijst van Nachtviswateren 2008 en 2009 die de organisatie heeft uitgegeven. Een aantal wateren die de vereining in haar lijst heeft vermeld moeten nog worden verwijderd.

De wateren in de lijst waarmee Almelo vooralsnog akkoord gaat zijn de volgende gebieden;

  • -

    Het omleidingskanaal, vanaf kanaal Almelo – Nordhorn tot de Dinkel in Lattrop.

  • -

    Hollandergraven, vanaf kanaal Almelo – Nordhorn tot de verbeterde Dinkel.

  • -

    Het Kanaal Almelo Nordhorn vanaf de Binnenhaven te Almelo tot aan de Duitse grens.

  • -

    Het Lateraalkanaal vanaf het Kanaal Almelo – Nordhorn tot de rijksweg 36.

Almelo behoudt zich het recht voor om in het belang van openbare orde en veiligheid hiervan af te wijken.

Lid 6

Een afgegeven vergunning of ontheffing is zowel persoons- als object gebonden. Verwezen wordt naar de toelichting in artikel 1.

De vergunning wordt in principe afgegeven voor bepaalde tijd. De tijdsbepaling is onderdeel van het beleid van Almelo. Een ontheffing wordt eveneens afgegeven voor bepaalde tijd, voorbeelden zijn een kampeerweekend voor specifieke groepen (zoals scouting) of kampeerverenigingen.

Lid 7

Er zijn dwingende redenen om af te zien van een lex silencio positivo. Een lex silencio is hier niet wenselijk om dwingende redenen van algemeen belang, met name de bescherming van het milieu. Het zou hoogst onwenselijk zijn als er van rechtswege een vergunning- of ontheffing wordt verleend die toestaat dat in een kwetsbaar natuurgebied gekampeerd wordt.

Artikel 3 Weigeringsgronden en voorschriften

De verordening noemt een aantal hoofdterreinen waarop een vergunning of ontheffing kan worden geweigerd of onder voorschriften kan worden verleend.

Vanwege deregulering en om dubbelingen te vermijden kan hier worden gesteld dat een aanvraag om vergunning in eerste instantie moet voldoen aan de wet en algemeen verbindende voorschriften. Wat in andere regeling reeds is bepaald hoeft in de verordening niet te worden herhaald.

Voorbeelden van wetten zijn;

  • 1.

    Wet milieubeheer

  • 2.

    Wet op de Geluidshinder

  • 3.

    Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid

  • 4.

    Brandbeveiligingsverordening

Verder kunnen Burgemeester en Wethouders gebruik maken van:

  • -

    de Handreiking Brandveiligheid kampeerterreinen.

  • -

    De Richtlijnen LCHV/GGD wat betreft gezondheid en hygiëne.

Artikel 4 Relatie met bestemmingsplan

Zie verordening.

Artikel 5 Intrekken of wijzigen van een vergunning of ontheffing

Mocht er sprake zijn van onjuiste informatie, dan kan het college van burgemeester en wethouders op grond van dit artikel de vergunning intrekken. De betrokkene is dan niet langer gerechtigd zijn of haar activiteiten door te zetten.

Het kan bijvoorbeeld gaan om voorschriften en voorwaarden die betrekking hebben op landschaps- en natuurwaarden, veiligheid van personen of goederen, de zedelijkheid, gezondheid, hygiëne, openbare orde en beperken van overlast.

Artikel 6 Gebruik gereguleerde overnachting plaats (GOP)

Een GOP is specifiek bestemd voor kampeerauto’s / campers. Deze kampeermogelijkheid is specifiek bedoeld voor kort kamperen.

Artikel 7 Toezichthouders

Omdat er voorschriften gelden, moet er handhaving plaatsvinden. Deze verordening biedt de mogelijkheid om toezichthouders aan te wijzen.

De toezichthouder houdt toezicht op de voorschriften en bepalingen welke zijn opgenomen in de verstrekte vergunning en ontheffing en ontleent haar bevoegdheden aan de bepalingen in de Algemene Wet Bestuursrecht, hoofdstuk 5.

Artikel 8 Strafbepaling

De strafbepalingen als gevolg van deze verordening zijn gebaseerd op de bepalingen van de gemeentewet, artikel 154. Gestraft kan worden met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie (Peildatum 2007 een maximum van

€ 3.350).

Artikel 9 Overgangsrecht

Indien de exploitant van een kampeerterrein het niet wenselijk vindt om een nieuwe vergunning of ontheffing aan te vragen op grond van deze nieuwe verordening, blijft de vergunning of ontheffing verstrekt op basis van de oude wet WOR tot aan het einde van de gestelde periode gelden.

Het nieuwe beleid op het gebied van verblijfsrecreatie kan in enkele gevallen verruiming bieden ten opzichte van de oude bepalingen van de WOR. De exploitant is dan gehouden een nieuwe vergunning c.q. ontheffing aan te vragen.

Artikel 10 Slotbepaling

Zie verordening.

Artikel 11 Citeertitel

Zie verordening.