Organisatie | Almelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de verblijfsrecreatie in Almelo |
Citeertitel | Verordening op de verblijfsrecreatie in Almelo |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-07-2009 | Onbekend | 23-06-2009 Twenth Ruiten Drie 07-07-2009; 27-04-2010 | Onbekend |
Raadsbesluit van 23 juni 2009, gewijzigd bij raadsbesluit van 20 april 2010, houdende vaststelling van de Verordening op de verblijfsrecreatie in Almelo
De raad van de gemeente Almelo;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Almelo [datum],
gelet artikel 149 van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht,
Artikel 1 Algemene begripsbepalingen
Kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf, niet zijnde;
Artikel 2 Vergunning of ontheffing
Artikel 3 Weigeringsgronden en voorschriften
Een vergunning of ontheffing als bedoeld in artikel 2 van deze verordening kan worden geweigerd of onder voorschriften worden verleend in het belang van:
Artikel 4 Relatie met bestemmingsplan
De aanvraag voor vergunning of ontheffing als bedoeld in artikel 2 wordt geweigerd indien voor het gebied waar de vergunning of ontheffing een bestemmingsplan geldt en het gebruik van de vergunning of ontheffing in strijd zou zijn met het bestemmingsplan of met de eisen die krachtens zodanig plan zijn gesteld.
Artikel 5 Intrekken of wijzigen van een vergunning of ontheffing
Het college kan een vergunning of een ontheffing als bedoeld in artikel 2 van de verordening intrekken of wijzigen indien:
Artikel 6 Gebruik gereguleerde overnachtingsplaats
Het is verboden om langer dan gedurende tweeënzeventig achtereenvolgende uren een kampeerauto op een gereguleerde overnachtingsplaats te plaatsen of te hebben.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van college aangewezen personen.
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.
Op grond van de Wet op openluchtrecreatie (stb. 1994, 300) verleende vergunningen en ontheffingen of vrijstellingen die op 31 december 2007 geldig zijn, worden voor toepassing van deze verordening beschouwd als zijnde een vergunning of ontheffing als bedoeld in artikel 2. De vergunningen of ontheffingen behouden hun werkingsduur zoals bij verlening is bepaald met een maximum van 5 jaar na 1 januari 2008, waarna zij van rechtswege vervallen.
Bij de toepassing van de verordening is het van belang om een aantal relevante begrippen te omschrijven. Hieronder volgen de belangrijkste begrippen. Deze bepalingen zijn afkomstig uit de WOR, van het NIROV en deels uit de nota verblijfsrecreatie in het buitengebied van de regio Twente.
Op 1 januari 2008 is de Wet op de Openluchtrecreatie (WOR) ingetrokken. Het intrekken van de WOR heeft twee redenen. Allereerst is uit de evaluatie van de kampeerregelgeving gebleken dat het vergunningenstelsel niet noodzakelijk was voor het kampeerbeleid. De bestemmingsplannen met voorschriften bieden in principe voldoende mogelijkheden om een gedifferentieerd kampeerbeleid te voeren. In het kader van deregulering is, volgens het ministerie van LNV, het vergunningstelsel dus niet langer wenselijk. Daarbij is gebleken dat de onderdelen van de WOR in het algemeen belang van gezondheid, hygiëne en veiligheid ofwel zijn geregeld in anderen wetten of kunnen worden geregeld door zelfregulering. Er komt dan ook geen nieuwe wet voor in de plaats.
De WOR regelde een aantal zaken over drie onderwerpen, te weten kampeerregelgeving, hygiëne op jachthavens en vestiging van volkstuincomplexen. Vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen, verleend op grond van de WOR, zijn in beginsel van rechtswege op 1 januari 2008 komen te vervallen.
Ook de Regeling natuurkampeerterreinen is gekoppeld aan de WOR. De regeling regelt de aanvullende voorschriften over aard en grootte van zg. natuurkampeerterreinen. Ook deze regeling komt na intrekking van de WOR te vervallen. Vanaf 1 januari 2008 worden natuurkampeerterreinen, verenigingskampeerterreinen en het groepskamperen buiten kampeerterreinen niet meer bij wet genoemd. Gemeenten zijn vrij om al of niet voorschriften over de aard en grootte van natuurkampeerterreinen, verenigingskampeerterreinen en het groepskamperen buiten terreinen te hanteren.
Met de afschaffing van de genoemde regelgeving hebben gemeenten per 1 januari 2008 hun eigen kampeerbeleid. In Almelo vormt de “Kadernota Recreatie & Toerisme gemeente Almelo 2009 – 2015” hiervoor de basis. Het nieuw geformuleerde beleid kan vanaf dit tijdstip worden of zijn vertaald in bestemmingsplannen en/of een gemeentelijke verordening.
Almelo heeft voor een tweesporenimplementatie gekozen. Het hoofdaccent komt hierbij te liggen op de instelling van de gemeentelijke verordening op de verblijfsrecreatie, waarbij gekozen is voor het systeem van vergunning en ontheffing van kampeerterreinen en andere kampeermogelijkheden.
Daarmee heeft Almelo een duidelijk handvat om zaken op dit terrein te kunnen handhaven en beheersen. Een tweede redenen om het op deze wijze te doen is dat een verordening eenvoudiger hanteerbaar is bij eventueel toekomstige wijzigingen dan een bestemmingsplanprocedure. Uiteraard dient het kampeerbeleid verankerd te zijn in de voorschriften van de verschillende bestemmingsplannen. Hiervoor gelden aparte procedures.
Artikel 1 Algemene begripsbepalingen
In artikel 1 van deze verordening worden een aantal begrippen al ander omschreven, in bijlage 1 is een meeromvattende lijst met definities toegevoegd die bij toepassing van de verordening en uitvoering van het kampeerbeleid kan worden gehanteerd.
Volledigheidshalve worden twee begrippen nader omschreven, te weten;
De vergunning als bedoeld in artikel 2 moet worden aangevraagd door de rechthebbende van het kampeerterrein. Hier gaat het om de zakelijk gerechtigde of een persoon die krachtens persoonlijk recht het gebruik van de eigenaar heeft toegewezen gekregen. Bijvoorbeeld de eigenaar/exploitant/beheerder van het kampeerterrein of een ander terrein.
Deze verordening gaat uit van het begrip kampeerterrein, maar het overnachten en de verschillende vormen van verblijfsrecreatie in de openlucht is mogelijk op de verschillende vormen van kampeerterreinen.
Er zullen zich in de toekomstige praktijk mogelijk nog andere vormen van verblijfsrecreatie voordoen. Voor een toelichting op de meest voorkomende vormen strekt de begrippenlijst in bijlage 1.
Artikel 2 Vergunning of ontheffing
Het houden of exploiteren van een kampeerterrein zonder vergunning van burgemeester en wethouders is verboden.
Om te voorkomen dat overal in de gemeente kampeerterreinen komen, is ervoor gekozen om dit via een vergunningverlening te reguleren.
De verordening gaat uit van het begrip kampeerterrein, omdat het overnachten en de verschillende vormen van verblijfsrecreatie in de openlucht in principe alleen mogelijk zijn op kampeerterreinen. Er kan een vergunning worden verleend voor de volgende soorten kampeerterreinen:
Lid 3 onder b. Er zullen in de toekomst ongetwijfeld nieuwe vormen van verblijfsrecreatie worden aangeboden. Ter versterking van het recreatief-toeristisch product kunnen nieuwe vormen van verblijfsrecreatie worden toegestaan c.q. gestimuleerd, zulks ter beoordeling aan burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo.
Voor de beoordeling van een aanvraag voor een vergunning of ontheffing hanteren burgemeester en wethouders aanvraagformulieren.
Om voor een vergunning of ontheffing in aanmerking te komen hanteren burgemeester en wethouders algemene voorschriften.
Er doen zich regelmatig situaties voor dat verenigingen, organisaties, groepen willen kamperen op een eigen terrein (zoals scouting) of buiten een kampeerterrein die niet van hen is (bijvoorbeeld evenementen naar voorbeeld van Pinkpok in Landgraaf).
Van het verbod in lid 1 en 2 kunnen burgemeester en wethouders in verband met een gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste veertien dagen ontheffing verlenen aan of ten behoeve van groepen, organisaties of verenigingen.
Lid 5 heeft betrekking op het (nacht)vissen. Met de twee genoemde verenigingen zijn huurovereenkomsten afgesloten en voor het gebruik van de wateren nadere afspraken gemaakt.
Wat betreft het nachtvissen is met de Almelose Hengelsportvereniging ‘Vislust’ over de volgende wateren afspraken gemaakt:
Met de Vereniging Hengelsportfederatie Oost-Nederland moet de huurovereenkomst worden geactualiseerd. Deze actualisering wordt onder meer gebaseerd op de lijst van Nachtviswateren 2008 en 2009 die de organisatie heeft uitgegeven. Een aantal wateren die de vereining in haar lijst heeft vermeld moeten nog worden verwijderd.
De wateren in de lijst waarmee Almelo vooralsnog akkoord gaat zijn de volgende gebieden;
Almelo behoudt zich het recht voor om in het belang van openbare orde en veiligheid hiervan af te wijken.
Een afgegeven vergunning of ontheffing is zowel persoons- als object gebonden. Verwezen wordt naar de toelichting in artikel 1.
De vergunning wordt in principe afgegeven voor bepaalde tijd. De tijdsbepaling is onderdeel van het beleid van Almelo. Een ontheffing wordt eveneens afgegeven voor bepaalde tijd, voorbeelden zijn een kampeerweekend voor specifieke groepen (zoals scouting) of kampeerverenigingen.
Er zijn dwingende redenen om af te zien van een lex silencio positivo. Een lex silencio is hier niet wenselijk om dwingende redenen van algemeen belang, met name de bescherming van het milieu. Het zou hoogst onwenselijk zijn als er van rechtswege een vergunning- of ontheffing wordt verleend die toestaat dat in een kwetsbaar natuurgebied gekampeerd wordt.
Artikel 3 Weigeringsgronden en voorschriften
De verordening noemt een aantal hoofdterreinen waarop een vergunning of ontheffing kan worden geweigerd of onder voorschriften kan worden verleend.
Vanwege deregulering en om dubbelingen te vermijden kan hier worden gesteld dat een aanvraag om vergunning in eerste instantie moet voldoen aan de wet en algemeen verbindende voorschriften. Wat in andere regeling reeds is bepaald hoeft in de verordening niet te worden herhaald.
Verder kunnen Burgemeester en Wethouders gebruik maken van:
Artikel 4 Relatie met bestemmingsplan
Artikel 5 Intrekken of wijzigen van een vergunning of ontheffing
Mocht er sprake zijn van onjuiste informatie, dan kan het college van burgemeester en wethouders op grond van dit artikel de vergunning intrekken. De betrokkene is dan niet langer gerechtigd zijn of haar activiteiten door te zetten.
Het kan bijvoorbeeld gaan om voorschriften en voorwaarden die betrekking hebben op landschaps- en natuurwaarden, veiligheid van personen of goederen, de zedelijkheid, gezondheid, hygiëne, openbare orde en beperken van overlast.
Artikel 6 Gebruik gereguleerde overnachting plaats (GOP)
Een GOP is specifiek bestemd voor kampeerauto’s / campers. Deze kampeermogelijkheid is specifiek bedoeld voor kort kamperen.
Omdat er voorschriften gelden, moet er handhaving plaatsvinden. Deze verordening biedt de mogelijkheid om toezichthouders aan te wijzen.
De toezichthouder houdt toezicht op de voorschriften en bepalingen welke zijn opgenomen in de verstrekte vergunning en ontheffing en ontleent haar bevoegdheden aan de bepalingen in de Algemene Wet Bestuursrecht, hoofdstuk 5.
De strafbepalingen als gevolg van deze verordening zijn gebaseerd op de bepalingen van de gemeentewet, artikel 154. Gestraft kan worden met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie (Peildatum 2007 een maximum van
Indien de exploitant van een kampeerterrein het niet wenselijk vindt om een nieuwe vergunning of ontheffing aan te vragen op grond van deze nieuwe verordening, blijft de vergunning of ontheffing verstrekt op basis van de oude wet WOR tot aan het einde van de gestelde periode gelden.
Het nieuwe beleid op het gebied van verblijfsrecreatie kan in enkele gevallen verruiming bieden ten opzichte van de oude bepalingen van de WOR. De exploitant is dan gehouden een nieuwe vergunning c.q. ontheffing aan te vragen.