Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ede

Verordening Winkeltijden Ede 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEde
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Winkeltijden Ede 2014
CiteertitelVerordening Winkeltijden Ede 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpwinkeltijden

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Winkeltijdenwet, artikel 3, tweede en derde lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201611-07-2015nieuw

11-12-2014

Gemeenteblad 2015, nr. 749

19677

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Winkeltijden Ede 2014

De raad van de gemeente Ede;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 september 2014;

gelet op artikel 3, tweede en derde lid, van de Winkeltijdenwet;

besluit vast te stellen de Verordening winkeltijden Ede 2014:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en tweede Kerstdag;

  • b.

    nevengeschikte detailhandel: detailhandel die niet als zelfstandige hoofdfunctie wordt uitgeoefend maar als integraal onderdeel van een totaalformule waarbij de verschillende functies van deze formule elkaar aanvullen en onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden;

  • c.

    recreatieve voorziening: een voorziening die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van gelegenheid voor vrijetijdsbesteding en ontspanning;

  • d.

    werkdagen: maandag tot en met zaterdag;

  • e.

    winkel: dat wat daaronder wordt verstaan in de Winkeltijdenwet;

  • f.

    wet: Winkeltijdenwet, zoals laatstelijk gewijzigd op 11 juni 2013 (Staatsblad 2013, 217) en inwerking getreden op 1 juli 2013 (Staatsblad 2013, 218).

Artikel 2. Feestdagenregeling

De verboden vervat in artikel 2, eerste lid, onder b van de wet, gelden niet op feestdagen, voor zover deze niet op zondag valt.

Artikel 3. Ontheffing zondagen voor nevengeschikte detailhandel

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op zondagen.

  • 2.

    Een ontheffing wordt geweigerd indien:

    • a.

      er geen sprake is van nevengeschikte detailhandel;

    • b.

      er geen recreatieve voorziening aanwezig is;

    • c.

      de recreatieve voorziening:

      • 1.

        geen landelijke aantrekkingskracht en/of verzorgingsfunctie heeft;

      • 2.

        geen uniek karakter en waarde heeft voor de gemeente;

  • 3.

    De ontheffing kan worden geweigerd als de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel op basis van de ontheffing.

Artikel 4. Beslistermijn

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beschikken op een aanvraag om ontheffing binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2.

    Zij kunnen hun beschikking voor ten hoogste 8 weken verdagen.

Artikel 5. Intrekken of wijzigen ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing intrekken of wijzigen als:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    verandering van omstandigheden of inzichten dit naar hun oordeel noodzakelijk maken vanwege de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    de exploitatie van de winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarbij gestelde termijn; of

  • f.

    de houder daarom verzoekt.

Artikel 6. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen toezichthouders.

Artikel 7. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1.

    De Verordening inzake winkeltijden gemeente Ede, van 6 juni 1996, nr. VR 1996/70 wordt ingetrokken.

  • 2.

    De verleende ontheffing zoals bedoeld in lid 1 geldt als ontheffing krachtens deze verordening. Burgemeesters en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften

  • 3.

    Aanvragen om ontheffing die zijn ingediend onder de verordening, zoals bedoeld in lid 1, maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De verordening treedt in werking op 1 januari 2016.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening winkeltijden Ede 2014.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Ede, gehouden op 11 december 2014, zaaknr. 19677.

Ons bekend,

de griffier, w.g. HAGELSTEIN

de voorzitter, w.g. VAN DER KNAAP

Toelichting Verordening winkeltijden Ede 2014

Algemeen deel

Op 28 mei 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met een initiatiefwet tot wijziging van de Winkeltijdenwet. Deze wetswijziging is op 1 juli 2013 in werking getreden.

Op grond van de gewijzigde Winkeltijdenwet blijven de wettelijke verboden om winkels op zon-, feestdagen en op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur open te stellen, op zichzelf bestaan. Gemeenten kunnen echter zelf bepalen of – en in hoeverre – zij vrijstelling of ontheffing verlenen van deze verboden.

De met betrekking tot deze verordening meest relevante bepalingen van de Wtw, de artikelen 2 en 3, luiden na de wetswijziging als volgt:

Artikel 2

  • 1.

    Het is verboden een winkel voor het publiek geopend te hebben:

    a. op zondag;

    b.op Nieuwjaarsdag, op Goede Vrijdag na 19 uur, op tweede Paasdag, op Hemelvaartsdag, op tweede Pinksterdag, op 24 december na 19 uur, op eerste en tweede Kerstdag en op 4 mei na 19 uur;

    c.op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur.

  • 2.

    Het is voorts verboden op de in het eerste lid bedoelde dagen en tijden in de uitoefening van een bedrijf, anders dan in een winkel, goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan en in rechtstreekse aanraking met particulieren.

Artikel 3

  • 1.

    De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in artikel 2 vervatte verboden.

  • 2.

    De gemeenteraad kan bij verordening aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om in de gevallen, in de verordening aan te wijzen, en met inachtneming van de daarin gestelde regels op daartoe strekkend verzoek ontheffing van de in het eerste lid bedoelde verboden te verlenen.

  • 3.

    De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend. Aan de vrijstellingen en ontheffingen kunnen voorschriften worden verbonden.

De bevoegdheid van gemeenten wordt zo ruim dat zowel algehele handhaving van de verboden als het volledig terzijde stellen daarvan tot de mogelijkheden behoort. Hetzelfde geldt voor alle opties die daartussen zitten. De beperkingen voor het gemeentelijk beleid – en de gemeentelijke regels – voor de zondags- en avondopenstelling kunnen alleen nog gevonden worden in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet (de daarin opgenomen vrijstellingen gelden zondermeer) en ander hoger recht. Met betrekking tot dat laatste zijn, zoals hieronder uiteengezet zal worden, met name de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van belang, vooral waar deze een zorgvuldige belangenafweging voorschrijven.

Toepassing verordening winkeltijden

In de verordening is een ontheffingsmogelijkheid opgenomen, die aan het college van burgemeester en wethouders gedelegeerd is. Deze ontheffingsmogelijkheid is zodanig geformuleerd dat detailhandel, gekoppeld aan een recreatieve voorziening met een landelijke uitstraling op zondag open kan zijn.

Een ontheffing wordt geweigerd indien:

  • a.

    a.er geen sprake is van nevengeschikte detailhandel Toelichting: De detailhandel, winkel moet onderdeel zijn van een groter geheel, de totaalformule. Met deze voorwaarde wordt expliciet uitgesproken dat zelfstandige detailhandelsbedrijven, met zelfstandige openingstijden niet in aanmerking komen voor de ontheffing. De winkel in de recreatieve voorziening moet dus gelijktijdig geopend en gesloten zijn met de recreatieve voorziening.

  • b.

    b.er geen recreatieve voorziening aanwezig is;Toelichting: Er moet sprake zijn van een recreatieve voorziening en daaraan is de detailhandelsfunctie als nevenactiviteit gekoppeld.

  • c.

    de recreatieve voorziening:

    1. geen landelijke aantrekkingskracht en/of verzorgingsfunctie heeft;

    2.geen uniek karakter en waarde heeft voor de gemeente;