Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vlaardingen

Nadere regels Jeugdhulp Vlaardingen 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVlaardingen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels Jeugdhulp Vlaardingen 2015
CiteertitelNadere regels Jeugdhulp Vlaardingen 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Jeugdwet, art. 2.9
  2. Jeugdwet, art. 8.1.1
  3. Verordening Jeugdhulp Vlaardingen 2015, art. 20

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-01-2018nieuwe regeling

16-12-2014

Elektronisch Gemeenteblad, 29-12-2014

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels Jeugdhulp Vlaardingen 2015

Het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen;

 

 

overwegende dat het noodzakelijk is om nadere regels te stellen omtrent de hoogte van het persoonsgebonden budget;

 

gelet op artikel 2.9 en artikel 8.1.1 van de Jeugdwet en artikel 20 van de Verordening Jeugdhulp Vlaardingen 2015;

 

 

Besluit:

 

vast te stellen de navolgende “Nadere regels Jeugdhulp Vlaardingen 2015”.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    gebruikelijke zorg: zorg die op het gebied van het voeren van het huishouden voor alle meerderjarige leden van een leefeenheid als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd;

  • b.

    pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1. van de wet;

  • c.

    sociaal netwerk: groep van betekenisvolle mensen (familie, vrienden en kennissen) dat functioneert als ondersteuningsbron voor het welzijn en welbehagen;

  • d.

    verordening: Verordening Jeugdhulp Vlaardingen 2015;

  • e.

    wet: Jeugdwet.

Artikel 2 Pgb en professionele jeugdhulp

  • 1.

    Onverminderd artikel 8.1.1. van de wet en artikel 11 van de verordening, is het tarief voor een pgb:

    • a.

      toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen;

    • b.

      ten hoogste 90% van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele voorziening in natura.

  • 2.

    De hoogte van een pgb kan zijn opgebouwd uit verschillende kostencomponenten, zoals salaris, vervanging tijdens vakantie, verzekeringen en reiskosten.

  • 3.

    Tussenpersonen en belangenbehartigers worden niet uit het pgb betaald.

  • 4.

    Indien de aanvrager het pgb wil inzetten voor een individuele voorziening die hoger is dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele voorziening in natura, wordt het pgb niet geweigerd indien de aanvrager de kosten die boven de in het eerste lid onder b bedoelde bedrag uitkomen, zelf bijdraagt.

Artikel 3 Pgb en sociaal netwerk

  • 1.

    Onverminderd artikel 8.1.1 van de wet en artikel 11, vijfde lid, van de verordening gelden voor een pgb voor inzet van een persoon uit het sociale netwerk de volgende voorwaarden:

    • a.

      de persoon die de hulp verricht is ouder dan 18;

    • b.

      vanwege de aard van de hulp is het betrekken van jeugdhulp van een persoon die behoort tot het sociale netwerk noodzakelijk.

  • 2.

    Bij de beoordeling of sprake is van de voorwaarde als bedoeld in het eerste lid, onder b, neemt het college de volgende criteria in acht:

    • a.

      de hulp moet op ongebruikelijke tijden geleverd worden;

    • b.

      de hulp moet op veel korte momenten per dag geboden worden;

    • c.

      de hulp moet op veel verschillende locaties geleverd worden;

    • d.

      de hulp moet 24 uur per dag en op afroep beschikbaar zijn;

    • e.

      vanwege de aard van de beperking moet de hulp geboden worden door een persoon waar de jeugdige geen hechtings- of contactproblemen mee heeft.

  • 3.

    Het uurtarief voor hulp door een persoon uit het sociale netwerk bedraagt maximaal 125% van het wettelijk minimumloon.

  • 4.

    Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 11, vijfde lid, onder e, van de verordening wordt in ieder geval geen pgb verstrekt voor een individuele voorziening als sprake is van gebruikelijke zorg.

Artikel 4 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Nadere regels Jeugdhulp Vlaardingen 2015.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen van 16 december 2014,

de secretaris, de burgemeester,

ir. C. Kruyt A.B. Blase

Toelichting

Op grond van artikel 20 van de Verordening Jeugdhulp Vlaardingen 2015 (hierna: verordening) kan het college nadere regels stellen voor de uitvoering van de verordening. Op een tweetal punten is een nadere uitwerking noodzakelijk. Het betreft regels omtrent de hoogte van het persoonsgebonden budget (pgb) voor professionele jeugdhulp en regels over de inzet van het pgb om jeugdhulp te betrekken van personen uit het sociale netwerk.

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

 

Het begrip “gebruikelijke zorg” wordt reeds geruime tijd gehanteerd in de Wet Maatschappelijke ondersteuning (Wmo), evenals in de Algemene wet bijzondere ziektekosten (Awbz). De gebruikelijke zorg is uitgewerkt in het Protocol gebruikelijke zorg van het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ), dat in de jurisprudentie zijn waarde heeft bewezen. Het begrip wordt in deze nadere regels ook bij de beoordeling van voorzieningen op het gebied van jeugdhulp gehanteerd. De reden is dat belanghebbenden niet in aanmerking kunnen komen voor voorzieningen als het zorg betreft die binnen het gezin door ouders of meerderjarige huisgenoten wordt geboden en als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd. Dit volgt uit artikel 3, vierde lid, van de Nadere regels Jeugdhulp Vlaardingen 2015 (hierna: nadere regels).

 

Artikel 2 Pgb en professionele jeugdhulp

 

In artikel 8.1.1, vierde lid, onder a, van de wet is bepaald dat het college een pgb kan weigeren voor zover de kosten van het betrekken van de jeugdhulp van derden hoger zijn dan de kosten van de individuele voorziening. Zo wordt voorkomen dat inkoopvoorwaarden zouden wegvallen als teveel personen zelf ondersteuning willen inkopen met een pgb. Een pgb is gemiddeld genomen ook goedkoper dan zorg in natura omdat er minder overheadkosten hoeven te worden meegerekend. Daarom is de maximale hoogte van een pgb in de Nadere regels begrensd op de 90% van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate door het college ingekochte individuele voorziening in natura.

 

Indien de jeugdige of zijn ouders een aanvraag indienen voor een pgb met een tarief dat hoger is dan de door het college ingekochte individuele voorziening in natura, mag het pgb niet op voorhand worden geweigerd. Het college verstrekt dan alleen een pgb ter hoogte van 90% van het ingekochte tarief voor zorg in natura. De extra kosten om de gewenste jeugdhulp uit het pgb te bekostigen, kunnen dan worden bijbetaald door de aanvrager.

 

Artikel 3 Pgb en het sociaal netwerk

 

Artikel 8.1.1 van de Jeugdwet maakt het mogelijk jeugdhulp te betrekken van personen die tot het sociale netwerk van de jeugdige of zijn ouders behoren. Ingevolge de toelichting bij de nota van wijzigingen is het aan de gemeente regels te stellen over de voorwaarden voor toekenning. Hiermee krijgt de gemeente de ruimte om te bepalen onder welke voorwaarden zij het mogelijk wil maken dat een PGB wordt ingezet om mensen uit het sociale netwerk van betrokkene te betalen.

 

Eerste lid

Voor het betrekken van jeugdhulp uit het sociale netwerk gelden de voorwaarden van artikel 11, vijfde lid, van de verordening. Aanvullend is geregeld dat de persoon die de hulp verricht ouder is dan 18 jaar en uit de aard van de hulp volgt dat het noodzakelijk is de jeugdhulp te betrekken van personen uit het sociale netwerk.

 

Tweede lid

Voor de beoordeling of is voldaan aan de voorwaarden dat het betrekken van jeugdhulp van een persoon behorende tot het sociale netwerk noodzakelijk is gelet op de aard van de hulp, worden de navolgende overwegingen betrokken:

  • de benodigde ondersteuning of hulp is niet goed vooraf in te plannen;

  • de benodigde ondersteuning of hulp moet op ongebruikelijke tijden geboden worden;

  • de benodigde ondersteuning of hulp moet op veel korte momenten per dag geboden worden;

  • de benodigde ondersteuning of hulp moet worden geboden door een vaste hulpverlener, bijvoorbeeld omdat ondersteuning of hulp die moet worden geboden aan een persoon met autisme of hechtingsproblemen.

 

De voorgaande opsomming is niet cumulatief.

 

Derde lid

De hoogte van het pgb is gebaseerd op 125% van het wettelijk minimumloon. Het wettelijk minimumloon bedraagt € 1.495,20 per maand; € 345,06 per week of € 69,01 per dag bruto (per 1 juli 2014). Dit bedrag is vermeerderd met 8% vakantietoeslag. Voor inzet van het pgb bij een zorgvraag waarbij de zorg in natura wordt gerekend per dagdeel is op deze manier eenvoudig vast te stellen wat de hoogte van het pgb per dagdeel bedraagt. Hiermee wordt aangesloten op de systematiek die wordt gehanteerd bij het verstrekken van een PGB in het kader van de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning in de gemeente Vlaardingen.

 

Vierde lid

Er bestaat geen recht op een pgb voor een individuele voorziening als hulp wordt gevraagd voor gebruikelijke zorg. Wat precies onder het begrip “gebruikelijke zorg” wordt verstaan is, beschreven in artikel 1. Als uitgangspunt is het protocol gebruikelijke zorg van het CIZ genomen. Dit is te vinden via: https://www.nationalehulpgids.nl/forums/ProtocolGebruikelijkeZorg.pdf.

 

Artikel 4 Inwerkingtreding en citeertitel

 

Het artikel spreekt voor zich en behoeft geen toelichting.