Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende het verdelen van subsidies ter uitvoering van het programma OP-Zuid (Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland 2014-2020) |
Citeertitel | Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland 2014-2020 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | sociaal-economische zaken, subsidies, financieel kader |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-04-2018 | 21-11-2018 | artikel 3.5, 3.6, 3.8 | 10-04-2018 | C2221946/4334851 | |
10-11-2017 | 19-04-2018 | artikel 4.3, 4.5, 4.6 | 31-10-2017 | C2215977/4264188 | |
22-04-2017 | 10-11-2017 | artikel 3.5, 3.6, 3.7 | 18-04-2017 | C2206649/4171249 | |
25-11-2016 | 22-04-2017 | artikel 1.6, 2.5, 5.5 | 22-11-2016 | S031842 | |
17-09-2015 | 25-11-2016 | art. 1.3, 2.5 | 15-09-2015 | 3860002 | |
17-07-2015 | 17-09-2015 | art. 1.1, 1.3, 1.5, 1.8, 2.3, 2.4, 2.7, 2.8, 3.3, 3.4, 3.7, 3.8, 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6, 4.7, 4.8, 4.9, 5.1, 5.2, 5.3, 5.4, 5.5, 5.6, 5.7, 5.8, 5.9, 6.1, 6.2, bijlage 1, 2, 3 | 14-07-2015 | 3833453 | |
01-04-2015 | 17-07-2015 | art. 2.1, 3.1, 3.4 | 31-03-2015 | S0297109 | |
25-02-2015 | 01-04-2015 | nieuwe regeling | 24-02-2015 | S0295375 |
Gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant in de hoedanigheid van managementautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO Zuid-Nederland 2014-2020,
Gelet op artikel 125, derde lid, van de Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013, houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006; Gelet op artikel 2.2 van de Uitvoeringsregeling EFRO programmaperiode 2014-2020;
Overwegende dat het Comité van Toezicht door middel van een schriftelijke beoordeling kennis heeft genomen van de uitgangspunten van de voorliggende regeling;
Overwegende dat de Managementautoriteit wenst te investeren in slimme, duurzame en inclusieve groei en werkgelegenheid in de regio Zuid-Nederland en hiertoe het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling inzet;
Overwegende dat de subsidiabele activiteiten van de paragrafen 2 en 3 breed ingevuld kunnen worden en deze ruime invulling ten behoeve van een optimaal bereik van de doelstellingen wordt beoogd, acht de Managementautoriteit, daar waar sprake is van staatssteun, in het kader van rechtvaardiging van staatssteun, de volgende steunmaatregelen van toepassing:
a. Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, Pb L 187/1 van 26 juni 2014;
b. Verordening (EG) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb L 352/1 van 24 december 2013;
In deze regeling wordt verstaan onder:
een onderzoeksorganisatie zonder winstoogmerk met eigen medewerkers in loondienst, die tot doel heeft om via het structureel doen van eigen onderzoek en het ontwikkelen en testen van technische toepassingen door haar medewerkers, de technologische kennis op een specifiek terrein te bevorderen, die geen instelling is als bedoeld onder 1º tot en met 4º;
Operationeel Programma Zuid 2014-2020: gezamenlijk programma als bedoeld in artikel 96 van verordening 1303/2013, van de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg, goedgekeurd door de Europese Commissie op 5 december 2014, voor activiteiten die in Zuid-Nederland financiering kunnen ontvangen uit het EFRO;
verordening 1303/2013: Verordening (EU) Nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013, houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) Nr. 1083/2006, Pb L 347/320 van 20 december 2013;
Subsidies op grond van deze regeling worden verstrekt in de vorm van een geldbedrag tenzij in de betreffende paragraaf anders is bepaald.
Artikel 1.3 Weigeringsgronden algemeen
Onverminderd de artikelen 4:25 en 4:35 van de Awb en artikel 5.2.5, eerste lid, onder a, d en f van de REES wordt subsidie in ieder geval geweigerd indien:
Artikel 1.4 Vereisten subsidieaanvraag algemeen
Een subsidieaanvraag voldoet in ieder geval aan de volgende vereisten:
Artikel 1.5 Verplichtingen algemeen
Onverminderd de artikelen 5.2.9 tot en met 5.2.12 van de REES heeft de subsidieontvanger in ieder geval de verplichting desgevraagd te rapporteren over de inhoudelijke en financiële voortgang van de subsidiabele activiteit.
Artikel 1.7 Betaling en bevoorschotting
Voor de toepassing van artikel 132, eerste lid, van verordening 1303/2013 gaat, ingeval van onvoldoende beschikbaarheid van middelen uit de initiële en jaarlijkse voorfinanciering en tussentijdse betalingen uit het EFRO als bedoeld in artikel 132, eerste lid, van verordening 1303/2013, bij gelijk indienen van betalingsaanvragen door subsidieontvangers, betaling aan een MKB-onderneming voor op overige subsidieontvangers.
§2 Versterking innovatiesysteem
Artikel 2.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op versterking van het innovatiesysteem.
Artikel 2.5 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de tenderperiode van 9 januari 2017 tot en met 1 maart 2017.
De Managementautoriteit stelt het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 2.2, voor de tenderperiode, genoemd in artikel 2.5, vast op € 10.000.000.
Het percentage, bedoeld in het eerste lid, wordt gehanteerd onder het voorbehoud dat het totaal van overheidsbijdragen die aangemerkt moeten worden als staatssteun aan subsidieontvanger niet meer bedraagt dan op grond van een van de artikelen 25 tot en met 31 van de algemene groepsvrijstellingsverordening is toegestaan.
Onverminderd het eerste tot en met het derde lid wordt, indien sprake is van staatssteun en de activiteit voldoet aan artikel 2.3, derde lid, maximaal slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat voor het totale bedrag aan subsidies over een periode van drie belastingjaren het maximumbedrag aan de-minimissteun van € 200.000 voor rechtspersonen en € 100.000 voor ondernemingen in het wegverkeer niet wordt overschreden.
Indien de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, genoemd in artikel 2.6 te boven gaan, maakt de Managementautoriteit voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, een afweging tussen de verschillende volledige aanvragen op basis van de volgende criteria:
§3 Valorisatievermogen MKB-ondernemingen
Artikel 3.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het versterken van het valorisatievermogen van het MKB.
Artikel 3.5 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de tenderperiode van 1 juni, 09.00 uur tot en met 30 november 2018, tot 17.00 uur.
De Managementautoriteit stelt het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 3.2, voor de tenderperiode, genoemd in artikel 3.5, vast op € 6.108.618.
Indien de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, genoemd in artikel 3.6, te boven gaan, maakt de Managementautoriteit voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, een afweging tussen de verschillende volledige aanvragen op basis van de volgende criteria:
Paragraaf 4 Systeemversterking Human Capital
Artikel 4.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op duurzame versterking van het systeem waarbinnen arbeidsvraag- en aanbod op elkaar worden afgestemd.
Artikel 4.5 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de tenderperiode van 1 december 2017, 09.00 uur tot en met 1 juni 2018, 17.00 uur.
De Managementautoriteit stelt het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 4.2, voor de tenderperiode, genoemd in artikel 4.5, vast op € 8.606.786.
Het percentage, bedoeld in het eerste lid, wordt gehanteerd onder het voorbehoud dat het totaal aan overheidsbijdragen die aangemerkt moeten worden als staatssteun aan subsidieontvanger niet meer bedraagt dan op grond van de in artikel 4, tweede lid, genoemde vrijstellingen van de algemene groepsvrijstellingsverordening is toegestaan.
Onverminderd het eerste tot en met het derde lid wordt, indien sprake is van staatssteun en de activiteit voldoet aan artikel 4.3, derde lid, maximaal slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat voor het totale bedrag aan subsidies over een periode van drie belastingjaren het maximumbedrag aan de-minimissteun van € 200.000 voor rechtspersonen en € 100.000 voor ondernemingen in het wegverkeer niet wordt overschreden.
Indien de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, genoemd in artikel 4.6 te boven gaan, maakt de Managementautoriteit voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, een afweging tussen de verschillende volledige aanvragen op basis van de volgende criteria:
Paragraaf 5 Koolstofarme economie
Artikel 5.2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op de slimme uitrol van innovatieve koolstofarme technologieën en instrumenten ten gunste van de gebouwde omgeving.
Artikel 5.5 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de tenderperiode van 9 januari 2017 tot en met 1 maart 2017.
De Managementautoriteit stelt het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 5.2, voor de tenderperiode, genoemd in artikel 5.5, vast op € 10.000.000.
Onverminderd het eerste tot en met het derde lid wordt, indien sprake is van staatssteun en de activiteit voldoet aan artikel 2.3, derde lid, maximaal slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat voor het totale bedrag aan subsidies over een periode van drie belastingjaren het maximumbedrag aan de-minimissteun van € 200.000 voor rechtspersonen en € 100.000 voor ondernemingen in het wegverkeer niet wordt overschreden.
Indien de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, genoemd in artikel 5.6 te boven gaan, maakt de Managementautoriteit voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, een afweging tussen de verschillende volledige aanvragen op basis van de volgende criteria:
’s-Hertogenbosch, 24 februari 2015
Gedeputeerde Staten voornoemd in hun hoedanigheid als managementautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO Zuid-Nederland 2014-2020,
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris mw. ir. A.M. Burger
Bijlage 1 bij Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland 2014-2020
Outputindicatoren Versterking innovatiesysteem en Valorisatievermogen MKB-ondernemingen
Bijlage 2 bij Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland 2014-2020
Outputindicatoren Human Capital
Bijlage 3 bij Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland 2014-2020
De private bijdrage in de totale kosten van het subsidieproject | ||
Aantal demonstraties gericht op de 'slimme uitrol' van koolstofarme technologie in de gebouwde omgeving |