Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heemstede

Criteria voor het behandelen van een verzoek om (een bijdrage in de kosten van het eigen) vervoer van en naar instellingen voor hulp in het kader van de Jeugd-GGZ

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeemstede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingCriteria voor het behandelen van een verzoek om (een bijdrage in de kosten van het eigen) vervoer van en naar instellingen voor hulp in het kader van de Jeugd-GGZ
CiteertitelCriteria voor het behandelen van een verzoek om (een bijdrage in de kosten van het eigen) vervoer van en naar instellingen voor hulp in het kader van de Jeugd-GGZ
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De onderhavige regeling is (met terugwerkende kracht) van toepassing per 1 januari 2015 voor overgangscliënten die in 2014 op grond van de hardheidsclausule van de Regeling zittend ziekenvervoer in aanmerking kwamen tot een vergoeding van het betreffende vervoer.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Jeugdwet, artikel 2.3, tweede lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Niet van toepassing

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-03-201501-01-2015Nieuwe regeling

17-02-2015

Gemeenteblad 2015, 17993

646737

Tekst van de regeling

Intitulé

Criteria voor het behandelen van een verzoek om (een bijdrage in de kosten van het eigen) vervoer van en naar instellingen voor hulp in het kader van de Jeugd-GGZ

 

 

IN LEIDING

Op grond van de Jeugdwet (artikel 2.3, lid 2) omvatten voorzieningen op het gebied van jeugdhulp tevens het vervoer van een jeugdige van en naar de locatie waar de jeugdhulp wordt geboden, voor zover dit volgens het oordeel van uw college noodzakelijk is (medische noodzaak of beperkingen in de zelfredzaamheid).

 

Dit betreft met name het geval bij jeugdigen die gebruikmaken van de voormalige Awbz-zorg. Dit vervoer is in het inkoopproces geoffreerd door de betreffende aanbieders.

Recent is echter gebleken dat er in voorkomende gevallen ook sprake is van de noodzaak tot vervoer van en naar instellingen voor hulp in het kader van de Jeugd-GGZ. Dit vervoer is op grond van het volgende niet in het inkoopproces geoffreerd door de betreffende aanbieders.

 

Vervoer Jeugd-GGZ tot 2015

Patiënten die voor een extramurale behandeling op grond van de Zorgverzekeringswet een vervoersbehoefte hebben, maakten gebruik van de Regeling zittend ziekenvervoer van het Besluit Zorgverzekering. Deze regeling is tot 2015 door zorgverzekeraars, hoewel het een andere doelgroep betreft, via de hardheidsclausule ook ingezet voor het vervoer van jeugdige GGZ-cliënten.

 

Om te beoordelen of deze jeugdigen via de hardheidsclausule aanspraak konden maken op dit vervoer maakten zorgverzekeraars gebruik van de volgende formule:

 

aantal maanden behandeling in totaal x aantal keren behandeling per week x aantal weken behandeling per maand x aantal kilometers enkele reis x 0,25 (wegingsfactor).

 

Was de uitkomst gelijk aan of groter dan 250, dan kon een jeugdige op grond van de hardheidsclausule, aanspraak maken op vervoer, c.q. op een vergoeding van de reiskosten, mits vooraf toestemming was verstrekt door de zorgverzekeraar.

Voorbeelden formule

A

B

Aantal maanden

4

12

X aantal keren per week

5

1

X aantal weken per maand

4

4

X aantal kilometers enkele reis

15

9

X wegingsfactor

0,25

0,25

=

300

108

In het voorbeeld onder A kon een jeugdige aanspraak maken op een vergoeding van de reiskosten, in het voorbeeld onder B niet.

 

Met de overheveling van de Jeugd-GGZ vanuit de Zorgverzekeringswet naar de Jeugdwet is voor betreffende jeugdigen de mogelijkheid van een aanspraak op zittend ziekenvervoer of van een vergoeding van de reiskosten op grond van de Zorgverzekeringswet/Regeling zittend ziekenvervoer per 2015 vervallen.

 

Rijksmiddelen

Door het rijk is het vervoer van de betreffende Jeugd-GGZ cliënten over het hoofd gezien. Gelet hierop zijn de middelen voor het vervoer van Jeugd-GGZ cliënten niet aan gemeenten verstrekt. Dit zal door het rijk in het voorjaar van 2015 worden hersteld.

 

MOTIVERING

Uw college is vrij om het betreffende vervoer op grond van de Jeugdwet naar eigen inzicht te organiseren. Hierbij ligt het, gelet op de continuïteit, in de rede zoveel mogelijk aan te sluiten bij de wijze van verstrekken zoals tot 2015 vorm gegeven door de zorgverzekeraars.

 

Gelet hierop wordt u geadviseerd om bij de beoordeling van het verzoek om (een bijdrage in de kosten van het eigen) vervoer van de jongere van en naar instellingen voor hulp in het kader van de Jeugd-GGZ uit te gaan van de volgende criteria:

  • 1.

    er dient te worden voldaan aan de voorwaarde dat sprake is van een medische noodzaak of van beperkingen in de zelfredzaamheid van de jeugdige. Indien dit het geval is:

     

  • 2.

    dient, conform en in aansluiting op de eerder genoemde formule zoals tot 2015 gehanteerd door de zorgverzekeraars, sprake te zijn van een uitkomst gelijk aan of groter dan 250. Op deze wijze geldt de regeling voor frequent vervoer en/of vervoer over lange afstand. Indien de uitkomst 250 of meer is:

     

  • 3.

    kan - vanaf het moment van de aanvraag* - een reiskostenvergoeding voor het eigen vervoer (openbaar vervoer of via eigen auto) worden verstrekt.

     

    De vergoeding van het openbaar vervoer van de jongere vindt plaats op basis van de afsprakenkaart (indien sprake is van ambulante hulp) en de vervoersbewijzen. De vergoeding vindt plaats op basis van het vervoer per tweede klas.

     

    Bij vervoer met de eigen auto wordt de afstand bepaald op basis van de snelste route via het programma www.anwb.route.nl. De omvang van de bijdrage is € 0,31 per kilometer. Dit is inclusief parkeerkosten. Opgemerkt wordt dat uitsluitend de kilometers worden bekostigd van het vervoer van de jeugdige.

     

  • 4.

    Indien eigen vervoer niet mogelijk is, kan door de jongere gebruik worden gemaakt van (taxi)vervoer, verzorgd door de huidige aanbieder van het leerlingenvervoer, De Vier Gewesten.

 

* indien sprake is van overgangscliënten geldt deze vergoeding per 1 januari 2015.

 

Eigen bijdrage

Opgemerkt wordt dat tot 2015 sprake was van een eigen bijdrage in de kosten. Deze bedroeg € 96 en - aanvullend - de inzet van het eigen risico op grond van de Zorgverzekeringswet. Hierdoor kon de eigen bijdrage per persoon verschillen.

 

Voorgesteld wordt per 1 januari 2015 voor het bepalen van de hoogte van de eigen bijdrage aan te sluiten bij de berekeningsmethodiek zoals deze hierboven is beschreven. Op grond hiervan komen de reiskosten tot € 250 - in een kalenderjaar - niet voor vergoeding in aanmerking. Door de eigen bijdrage eveneens te bepalen op € 250 wordt ongelijkheid voorkomen. Daarnaast wordt voorkomen dat de administratieve lasten onevenredig hoog worden.

 

De eigen bijdrage geldt zowel voor de eerste € 250 van de kosten van eigen vervoer als voor de kosten van taxivervoer.

 

PLANNING/UITVOERING

De onderhavige regeling is (met terugwerkende kracht) van toepassing per 1 januari 2015 voor overgangscliënten die in 2014 op grond van de hardheidsclausule van de Regeling zittend ziekenvervoer in aanmerking kwamen tot een vergoeding van het betreffende vervoer.

 

Vastgesteld bij collegebesluit van 17 februari 2015