Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maassluis

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent jeugdhulp Nadere regels Jeugdhulp Maassluis 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaassluis
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent jeugdhulp Nadere regels Jeugdhulp Maassluis 2015
CiteertitelNadere regels Jeugdhulp Maassluis 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpGemeenteblad 2015-10
Externe bijlageGemeenteblad 2015-10

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervangen door Nadere regels Jeugdhulp 2018 Maassluis.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Jeugdwet, artikel 2.9 en 8.1.1.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201526-06-2018Onbekend

23-12-2014

www.maassluis.nl en www.overheid.nl

ADV-14-02858

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent jeugdhulp Nadere regels Jeugdhulp Maassluis 2015

Burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis;

gelet op artikel 2.9 en artikel 8.1.1. van de Jeugdwet en artikel 19 van de Verordening Jeugdhulp Maassluis 2015;

besluiten:

vast te stellen de navolgende "Nadere regels Jeugdhulp Maassluis 2015".

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    gebruikelijke zorg: zorg die op het gebied van het voeren van het huishouden voor alle meerderjarige leden van een leefeenheid als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd;

  • b.

    sociaal netwerk: groep van betekenisvolle mensen (familie, vrienden en kennissen) dat functioneert als ondersteuningsbron voor het welzijn en welbehagen;

  • c.

    verordening: Verordening Jeugdhulp Maassluis 2015;

  • d.

    wet: Jeugdwet.

Artikel 2 PGB en sociaal netwerk

  • 1.

    Onverminderd artikel 8.1.1 van de wet en artikel 10, achtste lid, van de verordening gelden voor een PGB voor inzet van een persoon uit het sociale netwerk de volgende voorwaarden:

    • a.

      de persoon die de hulp verricht is ouder dan 18;

    • b.

      vanwege de aard van de hulp is het betrekken van jeugdhulp van een persoon die behoort tot het sociale netwerk noodzakelijk.

  • 2.

    Bij de beoordeling, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, neemt het college de volgende criteria in acht:

    • a.

      de hulp moet op ongebruikelijke tijden geleverd worden;

    • b.

      de hulp moet op veel korte momenten per dag geboden worden;

    • c.

      de hulp moet op veel verschillende locaties geleverd worden;

    • d.

      de hulp moet 24 uur per dag en op afroep beschikbaar zijn;

    • e.

      vanwege de aard van de beperking moet de hulp geboden worden door een persoon waar de jeugdige geen hechtings- of contactproblemen mee heeft.

    • g.

      De hulp niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.

  • 3.

    Het uurtarief voor hulp door een persoon uit het sociale netwerk bedraagt maximaal 125% van het wettelijk minimumloon.

  • 4.

    Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 10, achtste lid, onder e, van de verordening wordt in ieder geval geen PGB verstrekt voor een individuele voorziening als sprake is van gebruikelijke zorg.

Artikel 4 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Nadere regels Jeugdhulp Maassluis 2015.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 23 december 2014.

Burgemeester en wethouders,

secretaris burgemeester

Toelichting

Op grond van artikel 19 van de Verordening Jeugdhulp Maassluis 2015 (hierna: verordening) kan het college nadere regels stellen voor de uitvoering van de verordening. Op een tweetal punten is een nadere uitwerking noodzakelijk. Het betreft regels omtrent de hoogte van het persoonsgebonden budget (hierna: PGB) voor professionele jeugdhulp en regels over de inzet van het PGB om jeugdhulp te betrekken van personen uit het sociale netwerk.

Artikel 1 begripsbepalingen

Het begrip "gebruikelijke zorg" wordt reeds geruime tijd gehanteerd in de Wet maatschappelijke ondersteuning (hierna: Wmo), evenals in de Algemene wet bijzondere ziektekosten (Awbz). De gebruikelijke zorg is uitgewerkt in het Protocol gebruikelijke zorg van het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ), dat in de jurisprudentie zijn waarde heeft bewezen. Het begrip wordt in deze nadere regels ook bij de beoordeling van voorzieningen op het gebied van jeugdhulp gehanteerd. De reden is dat belanghebbenden niet in aanmerking kunnen komen voor voorzieningen als het zorg betreft die binnen het gezin door ouders of meerderjarige huisgenoten wordt geboden en als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd. Dit volgt uit artikel 3, vierde lid, van de Nadere regels Jeugdhulp Maassluis 2015 (hierna: Nadere regels).

Artikel 2 PGB en professionele jeugdhulp

In artikel 8.1.1, vijfde lid, onderdeel a, van de wet is bepaald dat het college een PGB kan weigeren voor zover de kosten van het betrekken van de jeugdhulp van derden hoger zijn dan de kosten van de individuele voorziening. Zo wordt voorkomen dat inkoopvoordelen zouden wegvallen als teveel personen zelf ondersteuning willen inkopen met een PGB. Een PGB is gemiddeld genomen ook goedkoper dan zorg in natura omdat er minder overheadkosten hoeven te worden meegerekend. Daarom is de maximale hoogte van een PGB in de Nadere regels begrensd op de 90% van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate door het college ingekochte individuele voorziening in natura.

Indien een jeugdige of zijn ouders een aanvraag indienen voor een PGB met een tarief dat hoger is dan de door het college ingekochte individuele voorziening in natura, mag het PGB niet op voorhand worden geweigerd. Het college verstrekt dan alleen een PGB ter hoogte van het ingekochte tarief voor zorg in natura. De extra kosten om de jeugdhulp uit het PGB te contracteren, kunnen dan worden bijbetaald door de aanvrager.

Artikel 3 PGB en het sociaal netwerk

Artikel 8.1.1 van de Jeugdwet maakt het mogelijk jeugdhulp te betrekken van personen die tot het sociale netwerk van de jeugdige of zijn ouders behoren. Ingevolge de toelichting bij nota van wijziging is het aan de gemeente regels te stellen over de voorwaarden voor toekenning.

Hiermee krijgt de gemeente de ruimte om te bepalen onder welke voorwaarden zij het mogelijk wil maken dat een PGB wordt ingezet om mensen uit het sociale netwerk van betrokkene te betalen.

In de eerste plaats wordt vastgesteld of aan de jeugdige of zijn ouders op grond van artikel 6 van de verordening een individuele voorziening kan worden toegekend. Indien geen aanspraak bestaat op een individuele voorziening, kan derhalve eveneens geen PGB worden verstrekt. Vervolgens wordt vastgesteld of de individuele voorziening in de vorm van een PGB kan worden verstrekt om zorg te betrekken voor een persoon die behoort tot het sociale netwerk op grond van artikel 10, achtste lid, van de verordening.

Eerste lid

Voor het betrekken van jeugdhulp uit het sociale netwerk gelden de voorwaarden van artikel 10, achtste lid, van de verordening. Aanvullend is geregeld dat de persoon die de hulp verricht ouder is dan 18 jaar en uit de aard van de hulp volgt dat het noodzakelijk is de jeugdhulp te betrekken van personen uit het sociale netwerk.

Tweede lid

Voor de beoordeling of is voldaan aan de voorwaarde dat het betrekken van jeugdhulp van een persoon behorende tot het sociale netwerk noodzakelijk is gelet op de aard van de hulp, worden een aantal criteria betrokken. Wanneer er sprake is van één of meer criteria a t/m d betekent dit vaak dat de hulp efficiënter geleverd kan worden door een persoon uit het sociale netwerk en dit bovendien een beperkte inbreuk kan betekenen op de persoonlijke levenssfeer van de cliënt dan de inzet van een professionele hulpverlener.

Derde lid

De hoogte van het PGB is gebaseerd op 125% van het wettelijk minimumloon. Het wettelijk minimumloon bedraagt € 1.495,20 per maand; € 345,06 per week of € 69,01 per dag bruto (per 1 juli 2014). Dit bedrag wordt vermeerderd met 8% vakantietoeslag. Voor inzet van het PGB bij een zorgvraag waarbij de zorg in natura wordt gerekend per dagdeel is op deze manier eenvoudig vast te stellen wat de hoogte van het PGB per dagdeel bedraagt. Hiermee wordt aangesloten op de systematiek die wordt gehanteerd bij het verstrekken een PGB in het kader van de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning in de gemeente Schiedam.

Vierde lid

Er bestaat geen recht op een PGB voor een individuele voorziening als hulp wordt gevraagd voor gebruikelijke zorg. Wat precies onder het begrip "gebruikelijke zorg" wordt verstaan, is beschreven in artikel 1. Als uitgangspunt is het protocol gebruikelijke zorg van het CIZ genomen. Dit is te vinden via: https://www.nationalehulpgids.nl/forms/ProtocolGebruikelijkeZorg.pdf.

Artikel 4 Inwerkingtreding en citeertitel

Het artikel spreekt voor zich en behoeft geen toelichting.

 

Gemeenteblad 2015-10