Organisatie | Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Operationeel Programma EFRO 2014-2020 Oost-Nederland |
Citeertitel | Beleidsregel Operationeel Programma EFRO 2014-2020 Oost-Nederland |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | subsidies, bestuurlijke organisatie, europa |
Geen
Uitvoeringswet EFRO
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-12-2015 | 01-03-2016 | wijziging regeling | 08-12-2015 Provinciaal Blad 2015 nr. 8124 | zaaknummer 2014-016804 | |
19-05-2015 | 12-12-2015 | wijziging regeling | 21-04-2015 Provinciaal Blad 2015 nr. 2200 | zaaknummer 2014-016804 | |
07-02-2015 | 19-05-2015 | nieuwe regeling | 03-02-2015 Provinciaal Blad 2015 nr. 651 | zaaknummer 2014-016804 |
GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
Gelet op de goedkeuring van deze beleidsregel door het Comité van Toezicht op grond van artikel 110, tweede lid, aanhef en onder a, van de Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europese Parlement en de Raad van 17 december 2013, houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PbEU L 347/320);
Gelet op de goedkeuring van deze beleidsregel door het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel;
Gelet op artikel 9 van de Uitvoeringswet EFRO;
Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in samenhang met artikel 1.2, eerste lid, juncto titel 6.1a, van de Subsidieverordening vitaal Gelderland 2011;
de volgende gewijzigde beleidsregel vast te stellen: Beleidsregel Operationeel Programma EFRO 2014-2020 Oost-Nederland
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Paragraaf 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
innovatieadviesproject: een door een kennisinstelling of een onafhankelijke adviesorganisatie verrichte activiteit bestaande uit het, al dan niet op basis van te verrichten nader onderzoek, adviseren over een toepassingsgerichte kennisvraag van een mkb-onderneming, uitgaande van voor de mkb-onderneming nieuwe kennis met betrekking tot de vernieuwing van producten, procedés of diensten, dan wel het adviseren van een mkb-onderneming over marktintroductie van een nieuw product of een nieuwe dienst;
Regionale Centra voor Technologie: de stichting Achterhoeks Centrum voor Technologie, de stichting Platform Creatieve Technologie Midden-Gelderland, de stichting RCT De Vallei, de stichting RCT Rivierenland, de stichting Regionaal Nijmeegs Centrum voor Technologie en de stichting Veluws Centrum voor Technologie;
verordening 1301/2013: Verordening (EU) Nr. 1301/2013 van het Europese Parlement en de Raad, van 17 december 2013, betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling "Investeren in groei en werkgelegenheid", en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006;
verordening 1303/2013: Verordening (EU) Nr. 1303/2013 van het Europese Parlement en de Raad, van 17 december 2013, houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake
het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad;
Hoofdstuk 2 Algemene uitgangspunten beoordeling subsidieaanvragen
Paragraaf 2.1 Beoordelingscriteria
Hoofdstuk 3 Programma specifieke uitgangspunten
Paragraaf 3.1 Haalbaarheidsprojecten en innovatieadviesprojecten
In afwijking van artikel 1.2.3 wordt in de beschikking tot subsidieverlening aan de subsidieontvanger in ieder geval de verplichting opgelegd om:
Onverminderd artikel 1.2.2, eerste lid, wordt de subsidie voor de activiteit, genoemd in artikel 3.1.1, eerste lid, aanhef en onder b, geweigerd indien de aanvrager en de kennisinstelling reeds voor de subsidieverlening verplichtingen jegens elkaar zijn aangegaan met betrekking tot het innovatieadviesproject, het advies of het onderwerp van het advies.
Paragraaf 3.2 Innovatie samenwerkingsproject
Subsidie kan worden verstrekt voor het verrichten van experimentele ontwikkeling of industrieel onderzoek, gericht op:
De beschikbare middelen worden overeenkomstig artikel 2.7 van de uitvoeringsregeling op basis van volgorde van ontvangst van de aanvragen verdeeld.
In afwijking van artikel 1.2.3 wordt in de beschikking tot subsidieverlening aan de subsidieontvanger in ieder geval de verplichting opgelegd om:
Onverminderd artikel 1.2.2, eerste lid, wordt de subsidie geweigerd indien de te verstrekken subsidie minder dan € 50.000 bedraagt.
Paragraaf 3.3 Stimulering innovatieprojecten
Onverminderd artikel 1.2.3 wordt in de beschikking tot subsidieverlening aan de subsidieontvanger in ieder geval de verplichting opgelegd om:
Onverminderd artikel 1.2.2, eerste lid, wordt de subsidie geweigerd indien de te verstrekken subsidie minder dan € 200.000 bedraagt.
Paragraaf 3.4 Stimulering grote innovatieprojecten
Onverminderd artikel 1.2.3 wordt in de beschikking tot subsidieverlening aan de subsidieontvangers in ieder geval de verplichting opgelegd om:
Paragraaf 3.5 Stimuleren proeftuinen
Onverminderd artikel 1.2.3 wordt in de beschikking tot subsidieverlening aan de subsidieontvangers in ieder geval de verplichting opgelegd om:
Paragraaf 3.6 Cluster-en netwerkregeling
Voor zover de activiteiten als bedoeld in artikel 3.6.1 door het gebruik van een innovatiecluster worden gerealiseerd, komen onverminderd artikel 2.13 van de uitvoeringsregeling slechts voor subsidie in aanmerking personeelskosten en administratieve kosten, met inbegrip van de algemene kosten, met betrekking tot:
In afwijking van artikel 2.1.1, derde lid, worden de punten voor een activiteit als bedoeld in artikel 3.6.1 als volgt verdeeld:
Onverminderd artikel 1.2.3 wordt in de beschikking tot subsidieverlening aan de subsidieontvangers in ieder geval de verplichting opgelegd om: