Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vlissingen

Algemene salarisverordening Vlissingen 1995

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVlissingen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemene salarisverordening Vlissingen 1995
CiteertitelAlgemene salarisverordening Vlissingen 1995
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Vervangt de 'Algemene Salarisverordening', vastgesteld bij raadsbesluit van 1 maart 1985

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-09-200101-09-200108-01-2015Onbekend

01-11-2001

Gemeenteblad, 2001. X.02

Geen.
01-01-1995nieuwe regeling

22-12-1994

Gemeenteblad, 1994, X.02

Geen.

Tekst van de regeling

Intitulé

ALGEMENE SALARISVERORDENING VLISSINGEN 1995

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar: de ambtenaar en werknemer als bedoeld in de Collectieve Arbeidsvoorwaarden Regeling (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO);

  • b.

    salaris: het bedrag van de schaal hetwelk aan de ambtenaar is toegekend of, indien voor de betrekking een vast bedrag geldt, dit bedrag;

  • c.

    uurloon: 1/156 gedeelte van het - zo nodig naar een volledige betrekking herberekende - salaris van de ambtenaar per maand;

  • d.

    schaal: voor een betrekking of een aantal betrekkingen tezamen ter bepaling van het salaris geldende opklimmende reeks van bedragen, daaronder mede begrepen de bedragen welke gelden ter verhoging van het salaris als gevolg van diensttijduitloop;

  • e.

    maximumsalaris: het hoogste bedrag van een schaal, dat kan worden bereikt door jaarlijkse salarisverhogingen;

  • f.

    bezoldiging: het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen - niet zijnde onkostenvergoedingen - als omschreven in deze verordening, alsmede het bedrag van de functioneringstoelage en de waarnemingstoelage;

  • g.

    betrekking: het geheel van werkzaamheden dat door de ambtenaar is te verrichten;

  • h.

    volledigebetrekking: een betrekking waarbij de arbeidsduur per jaar ten hoogste 1836 uur bedraagt en de formele arbeidsduur per week 36 uur bedraagt;

  • i.

    functiewaarderingsonderzoek: het onderzoek als bedoeld in het ODRP functiewaarderingssysteem Vlissingen 2008 (Gemeenteblad X.05);

  • j.

    conversie: de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen;

  • k.

    het college: burgemeester en wethouders van Vlissingen.

Artikel 2 Ingang recht op bezoldiging

  • 1.

    Het recht op bezoldiging begint op de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, begint het recht op bezoldiging op de dag, waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

  • 2.

    Het recht op bezoldiging eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Artikel 3 Berekening over gedeelte van een maand

Wanneer het salaris, een emolument of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Artikel 4 Salaris niet bij of krachtens wet geregeld

De salarissen van de ambtenaren, wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de schalen die zijn opgenomen in de bijlagen II en IIa van de CAR of, indien voor de betrekking een vast bedrag geldt, dit bedrag, opgenomen in de bij deze verordening horende bijlage A. Genoemde bijlage II van de CAR wordt uitgebreid met de schalen 10a en 11a, waarbij de bedragen gelden die horen bij de nummers zoals opgenomen in de bij deze verordening horende bijlage B.

Artikel 5 Bepalen salarisschaal

  • 1.

    Het college bepaalt de voor de ambtenaar geldende salarisschaal met inachtneming van:

    • a.

      de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek;

    • b.

      de vastgestelde conversietabel en

    • c.

      regels inzake de toekenning van de bezoldiging.

  • 2.

    Het college stelt nadere regels met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

  • 3.

    Het college stelt nadere regels met betrekking tot de uitvoering van het bezoldigingsbeleid.

  • 4.

    Anders dan bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in hoofdstuk 16 van de CAR/UWO, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

Artikel 6 Vaststellen salaris

  • 1.

    Bij aanstelling van een ambtenaar wordt behoudens het bepaalde in de artikelen 8 en 9 het salaris vastgesteld:

    • a.

      voor een ambtenaar jonger dan 21 jaar, die een rang bekleedt voorkomende in bijlage IIa van de CAR, op het bedrag dat in die bijlage is vermeld bij zijn rang en zijn 31 december van het jaar van aanstelling bereikte leeftijd;

    • b.

      voor een ambtenaar ouder dan 21 jaar op het minimum van de voor hem geldende schaal, dan wel op het bedrag voor het betreffende ambt aangegeven.

  • 2.

    Van het bepaalde in het eerste lid kan worden afgeweken door het toekennen van een hoger salaris, indien daarvoor naar het oordeel van het college aanleiding bestaat.

  • 3.

    Op de inpassing van ambtenaren in de schalen volgens bijlage II of bijlage IIa van de CAR zijn de in artikel 3:1, derde en vijfde lid, van de CAR gegeven regels van toepassing.

Artikel 7 Leeftijden

  • 1.

    Het salaris van de ambtenaar jonger dan 21 jaar wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal verhoogd tot het naast hogere bedrag naar gelang zijn leeftijd toeneemt, onverminderd hetgeen overigens dienaangaande in deze verordening is bepaald.

  • 2.

    Het salaris van de ambtenaar ouder dan 21 jaar en die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, wordt verhoogd op de wijze als in de betreffende salarisschaal is aangegeven, naar gelang van de ingevolge dit artikel en artikel 8 van deze verordening verworven dan wel toegekende salarisanciënniteit.

  • 3.

    De ambtenaar verwerft een salarisanciënniteit, gelijk aan de tijd gedurende welke hij als ambtenaar ouder dan 21 jaar in het door hem beklede ambt is gesalarieerd, onverminderd de gevolgen, bij toepassing van hetgeen overigens met betrekking tot de salarisanciënniteit in deze verordening is bepaald.

  • 4.

    De tijd gedurende welke de ambtenaar ingevolge wettelijke verplichting, als bedoeld in artikel 3:6:2 van de UWO, wordt geacht in zijn betrekking met verlof te zijn, wordt voor de toekenning van het salaris als diensttijd in aanmerking genomen.

  • 5.

    Het salaris wordt, indien de salarisschaal dit aangeeft en wanneer het maximumsalaris is bereikt, voor de eerste maal na vijf jaar en vervolgens om de twee jaar verhoogd tot het naast hogere bedrag.

Artikel 8 Extra salarisverhoging

  • 1.

    Het college kan aan de ambtenaar, die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, een extra salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, toekennen op grond van:

    • a.

      buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver;

    • b.

      andere door het college van voldoende belang geachte, werkzaamheden.

  • 2.

    Een verhoging als bedoeld in het eerste lid gaat in op de eerste dag van de maand, waarin de aanspraak wordt geacht te zijn ontstaan.

Artikel 9 Achterwege laten salarisverhoging

  • 1.

    Bij onvoldoende bekwaamheid, geschiktheid of ijver van de ambtenaar kan het college bepalen dat ten aanzien van hem de salarisverhogingen, als bedoeld in artikel 7, achterwege worden gelaten.

  • 2.

    Het college kan nadien bepalen dat de salarisverhogingen, welke met toepassing van het eerste lid achterwege zijn gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht, alsnog worden toegekend.

  • 3.

    Een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, medegedeeld, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

Artikel 10 Vaststellen salaris nieuwe salarisschaal

  • 1.

    Wanneer voor de ambtenaar een salarisschaal volgens bijlage IIa van de CAR (de oude salarisstructuur) gaat gelden met een hoger maximumsalaris, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 8. Wanneer voor de ambtenaar een salarisschaal volgens bijlage II van de CAR (de nieuwe salarisstructuur) gaat gelden met een hoger maximumsalaris, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 8. Indien het salarisverschil tussen dit naast hogere bedrag en het oude salaris minder bedraagt dan 75% van het salarisverschil tussen het bedrag dat de ambtenaar aan salaris zou hebben ontvangen indien hij niet zou zijn overgegaan naar de nieuwe schaal, maar in zijn oude schaal een periodieke verhoging zou hebben gekregen, en het bedrag van zijn oude salaris, wordt de ambtenaar in de nieuwe schaal ingeschaald op het bedrag dat direct volgt op het naast hogere bedrag.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 7 wordt het salaris in de nieuwe salarisschaal verhoogd tot een bedrag in die schaal, zodra en voor zover zulks nodig is om te bereiken dat het nieuwe salaris blijft uitgaan boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten.

Artikel 11 Salaris bij deeltijd

Het salaris van de ambtenaar met een niet-volledige werktijd wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige werktijd.

Artikel 12 Toelage bij maximum

  • 1.

    Aan de ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende salarisschaal heeft bereikt kan door het college, wanneer daartoe naar zijn oordeel op grond van buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver aanleiding bestaat, een toelage worden toegekend.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde toelage is niet hoger dan 10 procent van het salaris van de betrokken ambtenaar, met dien verstande dat de som van dat salaris en die toelage het hoogste bedrag van de naasthogere salarisschaal niet overschrijdt.

Artikel 13 Toelage schadevrij rijden

  • 1.

    Aan de ambtenaar, die als chauffeur van een vrachtauto werkelijk dienst heeft gedaan, kan een toelage worden toegekend van € 45,38 per half jaar, in geval van schadevrij rijden.

  • 2.

    Onder vrachtauto wordt voor de toepassing van dit artikel verstaan: een motorrijtuig, niet ingericht voor het vervoer van personen, waarvan het ledig gewicht, vermeerderd met het laadvermogen, meer bedraagt dan 3500 kg., al of niet met aanhangwagen.

Artikel 14 Toelage bij salaris onder minimumloon

  • 1.

    Indien het salaris minder is dan het maandbedrag van het minimumloon, dat krachtens de artikelen 7, 8 en 14 van de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag (Stb. 1968, 657) geldt voor werknemers van dezelfde leeftijd als de ambtenaar, wordt hem een toelage toegekend ten bedrage van het verschil.

  • 2.

    Voor de ambtenaar met een niet volledige werktijd, wordt het voor werknemers van dezelfde leeftijd geldende minimumloon geacht te zijn vastgesteld op een evenredig deel van het minimumloon bij een volledige werktijd.

  • 3.

    Voor de vaststelling van de toelage tot het wettelijk minimumloon als bedoeld in het eerste lid, wordt voor de belanghebbende, die op 31 mei 1985 al een dergelijke toelage genoot, het in het eerste lid bedoelde maandbedrag van het minimumloon fictief verhoogd met 10%. Het bepaalde in het tweede lid, blijft onverkort van toepassing.

Artikel 15 Toelage werktijden artikel 3:3 CAR

  • 1.

    Het college kent een toelage toe aan de ambtenaar, voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan functierang 9 en voor wie werktijden zijn vastgesteld als bedoeld in artikel 3:3 van de CAR.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur. Dit percentage bedraagt:

    • a.

      20 voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6 en 8 uur en tussen 18 en 22 uur;

    • b.

      40 voor de uren op zaterdag tussen 6 en 22 uur;

    • c.

      40 voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 0 en 6 uur en tussen 22 en 24 uur;

    • d.

      65 voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, lid 3, van de UWO;

    met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het maximumsalaris van rang 6 zoals opgenomen in bijlage II van de CAR.

  • 3.

    In bijzondere gevallen kan het college een regeling treffen, welke het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 16 Toelage bij blijvende verlaging bezoldiging

  • 1.

    Aan de ambtenaar wiens bezoldiging, als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage als bedoeld in artikel 15 een blijvende verlaging ondergaat, wordt door het college een aflopende toelage toegekend, indien:

    • a.

      die blijvende verlaging tenminste 3% bedraagt van de som van het salaris en de toelagen bedoeld in artikel 15 en

    • b.

      de ambtenaar de toelage, als bedoeld in artikel 15, direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende tenminste 2 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 55 jaar of ouder, wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in artikel 15, een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend indien: de ambtenaar de toelage als bedoeld in artikel 15 direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 3.

    De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 55 jaar bereikt en hij, onmiddellijk voor de aanvang van die toelage, gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage als bedoeld in artikel 15 heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het tweede lid.

  • 4.

    Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.

  • 5.

    Het college stelt voor de uitvoering van dit artikel nadere regels vast.

Artikel 17 Hardheidsclausule

Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, treft het college een bijzondere regeling.

Artikel 18 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Algemene salarisverordening Vlissingen 1995' en treedt in werking op 1 januari 1995.

  • 2.

    Met ingang van de in het eerste lid genoemde datum vervalt de Algemene Salarisverordening vastgesteld bij raadsbesluit van 1 maart 1985, zoals deze sedertdien is gewijzigd.

 

Vlissingen, 22 december 1994.

De gemeenteraad van Vlissingen,

de secretaris, de voorzitter,

 

drs. J.M.A.van Nassau J.C.Th.van der Doef

Bijlage A

behorende bij de Algemene salarisverordening Vlissingen 1995 en geldende vanaf 1 januari 1995

  • a.

    De bezoldiging van de algemeen directeur / gemeentesecretaris wordt door het college vastgesteld en geschiedt maximaal naar schaal 16.

    (gew. 25.4.96/0-4)

  • b.

    Ambtenaar van de burgerlijke stand, uitsluitend belast met het voltrekken van huwelijken

    € 18,83 per voltrokken huwelijk

  • c.

    Beiaardier

    sal.anciënniteit bedrag per maand bedrag per uur

    0 € 783,68 € 72,15

    1 € 800,47 € 73,97

    2 € 817,71 € 75,78

    3 € 851,75 € 79,41

    4 € 868,99 € 81,23

    5 € 886,23 € 83,04

    Op het salaris van de beiaardier, die deze functie in meer dan één gemeente uitoefent, wordt een korting toegepast van 30%. De korting wordt afgerond op € 0,45 naar beneden.

Bijlage B

Salarisschalen 10a en 11a (als bedoeld in artikel 4):

Van bijlage IIa van de CAR, waarin de salaristabel gemeenteambtenaren conform de oude salarisstructuur is opgenomen, worden ook de schalen 10a en 11a geacht deel uit te maken. Deze schalen kennen de volgende regelnummers:

regel schaal 10a schaal 11a

31 0

33 1

35 2

37 3

39 4

41 5

43 6 0

45 7 1

47 8 2

49a 9 = periodiek 11 van schaal 10a van bijlage II van de CAR (de nieuwe salarisstructuur)

49 3

51 4

53 5

55 6

57 7

59 8

60a 9 = periodiek 11 van schaal 11a van bijlage II van de CAR (de nieuwe salarisstructuur)

De salarisbedragen die bij de regelnummers horen zijn gelijk aan de bedragen zoals die voor de gemeentelijke garantiesalarissen in het landelijk overleg gemeentelijke arbeidsvoorwaarden worden vastgesteld.