Organisatie | Waterschap Vechtstromen |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Reglement van orde dagelijks bestuur waterschap Vechtstromen |
Citeertitel | Reglement van orde dagelijks bestuur waterschap Vechtstromen 2014 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Reglement voor het Waterschap Vechtstromen, art. 14
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-01-2015 | Nieuwe regeling | 13-01-2015 Waterschapsblad, 2015, 1149 | B2014/u399 |
Hoofdstuk 1 Werkverdeling en vervanging
Het dagelijks bestuur verdeelt de werkzaamheden in portefeuilles en verdeelt vervolgens de portefeuilles onder de leden.
§ 2 De gang van zaken tijdens de vergadering
Artikel 6 Vergader- en besluitquorum
Op de vergadering, bedoeld in het derde lid, is het eerste lid niet van toepassing. Het dagelijks bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de eerdere vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.
Artikel 14 Stemmen over personen
Indien in de overige gevallen bij een eerste stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een tweede stemming plaats tussen de twee personen die bij de eerste stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij die eerste stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de tweede stemming zal plaatshebben. Indien bij de tussenstemming of bij de tweede stemming de stemmen staken, beslist het lot.
Hoofdstuk 4 Overige bepalingen
Bij hun functioneren handelen de leden van het dagelijks bestuur overeenkomstig de gedragscode, vastgesteld door het algemeen bestuur op grond van artikel 33, derde lid van de Waterschapswet.
Artikel 20 Intrekking eerder reglement
Het Reglement van orde voor het dagelijks bestuur 2009, van waterschap Regge en Dinkel wordt ingetrokken.
Artikel 21 Inwerkingtreding en citeertitel
Dit reglement treedt direct in werking na vaststelling en kan worden aangehaald als “Reglement van orde dagelijks bestuur waterschap Vechtstromen”.
Artikel 14 van het ‘Reglement voor het Waterschap Vechtstromen bepaalt dat het dagelijks bestuur voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden een Reglement van orde vaststelt. Dit Reglement wordt aan het algemeen bestuur toegezonden.
Voorts is in het Reglement voorgeschreven dat voor de vergaderingen in ieder geval regels gesteld worden ten aanzien van de wijze van oproeping tot vergadering, het vergaderquorum, het besluitquorum, de handhaving van de orde tijdens de vergaderingen en de wijze waarop de stemmingen plaatsvinden.
Daarnaast stelt de Waterschapswet in de artikelen 42 en 43 nadere regels omtrent de openbaarheid van de vergaderingen en omtrent het opleggen van een plicht tot geheimhouding.
Artikel 45 bepaalt dat het bepaalde in de artikelen 38 en 39 van overeenkomstig toepassing is ten aanzien van de leden van het college. Hoewel de Waterschapswet naast het Reglement van orde dient te worden gelezen, wordt hieronder nader ingegaan op die artikelen. Daardoor ontstaat een compleet overzicht van de regels die van toepassing zijn op het verloop van de vergaderingen van het college.
Stemmen zonder last, onschendbaarheid
De leden van het bestuur stemmen zonder last, en zijn niet gebonden aan een mandaat van hun kiezers. De leden moeten hun beslissingen kunnen nemen onder evenwichtige afweging van alle belangen. Daartoe verplicht de eed (verklaring en belofte) die ze moeten afleggen hen. (Artikel 45, en 38 Waterschapswet)
Zij die behoren tot het bestuur van het waterschap en anderen die deelnemen aan de beraadslaging kunnen niet in rechte worden vervolgd of aangesproken voor hetgeen zij in de vergadering van het bestuur hebben gezegd of schriftelijk aan het bestuur hebben overgelegd. (artikel 45 en 39 Waterschapswet).
De vergaderingen van het dagelijks bestuur worden met gesloten deuren gehouden, voor zover het dagelijks bestuur niet anders heeft bepaald (artikel 42 Waterschapswet).
Anders dan in de vergaderingen van het algemeen bestuur wordt in het dagelijks bestuur vergaderd over onderwerpen die nog verkeren in het stadium van een (voorlopig) voorstel waarover de gedachtevorming in het bestuur nog moet plaatsvinden.
Dat is de reden dat de vergaderingen van het dagelijks bestuur in beginsel achter gesloten deuren plaatsvinden. Het dagelijks bestuur kan echter te allen tijde beslissen om (een gedeelte van) een vergadering niet met gesloten deuren te laten plaatsvinden.
Het dagelijks bestuur kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, geheimhouding opleggen omtrent het in een (besloten) vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de vergadering worden overgelegd (artikel 43 Waterschapswet).
Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt zowel door hen die bij de behandeling aanwezig waren als door hen die op andere wijze van het behandelde of van de stukken kennis nemen, in acht genomen totdat het dagelijks bestuur haar opheft.
Geheimhouding kan op dezelfde grond ook worden opgelegd door de voorzitter, ten aanzien van de stukken die hij aan het dagelijks bestuur of de leden van dit bestuur overlegt. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt.
Indien het dagelijks bestuur zich terzake van het behandelde waarvoor een verplichting tot geheimhouding geldt tot het algemeen bestuur heeft gericht, wordt de geheimhouding in acht genomen totdat het algemeen bestuur haar opheft.
In het belang van duidelijkheid en bestuurlijke transparantie is het wenselijk dat in het verslag van de betreffende vergadering wordt vastgelegd ten aanzien van welk onderwerp geheimhouding wordt opgelegd en op grond van welke belangen. Op de stukken die het betreft wordt melding gemaakt van de geheimhoudingsplicht.
Ook de opheffing van de geheimhouding (middels expliciete uitspraak van het dagelijks bestuur) dient in het verslag te worden vastgelegd.
De belangen op grond waarvan geheimhouding kan worden opgelegd zijn die van artikel 10 Wob. De absolute belangen uit het eerste lid van artikel 10:
.. en de relatieve belangen van het tweede lid van artikel 10:
Geheimhouding op bovenstaande gronden leidt ertoe dat de betreffende stukken ook echt geheim blijven. Ze behoeven niet te worden verstrekt als daar om wordt verzocht op grond van de Wob.
“Geheim”, zoals boven omschreven, moet worden onderscheiden van “vertrouwelijk”.
Vertrouwelijkheid kan worden toegekend aan elk stuk dat (nog) niet algemeen bekend mag worden, ook als de belangen van artikel 10 Wob niet aan de orde zijn.
Dit betekent dat voor vertrouwelijke stukken (waarvoor niet tevens een geheimhoudingsplicht is opgelegd) geen bijzondere bescherming geldt tegen openbaarmaking. In het kader van de behandeling van een Wob verzoek moeten vertrouwelijke documenten net zo worden behandeld als elk ander (niet-vertrouwelijk) stuk: aan de hand van artikel 10 Wob dienen de betrokken belangen te worden gewogen, alvorens tot openbaarmaking wordt besloten.
Artikel 2 Onderlinge vervanging
Vervanging van de leden niet zijnde de voorzitter
De Waterschapswet bevat geen regeling voor vervanging van leden van het dagelijks bestuur, het Reglement voor het Waterschap Vechtstromen wel, in artikel 13:
Bij langdurige afwezigheid van een lid, of indien een lid met waarneming van het ambt van voorzitter is belast, kan hij worden vervangen door een lid van het algemeen bestuur, aan te wijzen door het algemeen bestuur.
Voor kortdurende afwezigheid, ook wel aangeduid met “verhindering of ontstentenis”, is geen wettelijke regeling van kracht. In dit reglement wordt daarom expliciet vastgelegd dat het dagelijks bestuur hiervoor afspraken dient te maken.
In het Reglement van het Waterschap Vechtstromen is niet voorzien in de aanwijzing van een plaatsvervangend voorzitter. De vervanging van de voorzitter geschiedt daarom geheel volgens de regels van artikel 51 Waterschapswet:
Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter wordt het ambt van voorzitter waargenomen door een, door het dagelijks bestuur aan te wijzen, ander lid van dat bestuur.
In dit reglement wordt bepaald dat het dagelijks bestuur hiervoor van tevoren een regeling treft, zodat te allen tijde duidelijk is wie de voorzitter moet vervangen.
Bij verhindering of ontstentenis van alle leden van het dagelijks bestuur wordt het ambt van voorzitter waargenomen door het oudste lid in jaren van het algemeen bestuur, tenzij het algemeen bestuur een ander lid met de waarneming belast.
Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter op de dag met ingang waarvan het zittende algemeen bestuur is afgetreden, wordt het ambt waargenomen door een, door de afgetreden leden van het dagelijks bestuur aan te wijzen, afgetreden lid van het dagelijks bestuur, of, bij ontstentenis van alle afgetreden leden van het dagelijks bestuur, door het oudste afgetreden lid in jaren van het algemeen bestuur, een en ander tot in de waarneming overeenkomstig het eerste en tweede lid is voorzien.
Artikel 6 Vergader- en besluitquorum
Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en vijf leden.
Om te kunnen vergaderen dienen dus minimaal drie leden van het dagelijks bestuur (incl de voorzitter) aanwezig te zijn.
Als op het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn kan de vergadering niet worden geopend. En als gedurende de vergadering op enig moment minder dan drie leden aanwezig zijn, dient de vergadering te worden geschorst (als verwacht mag worden dat op zeer korte termijn wel weer voldoende leden aanwezig zullen zijn) of gesloten (als de verwachting is dat dit niet het geval is).
In het vierde lid is een regeling opgenomen om te voorkomen dat een impasse ontstaat waarbij het nemen van besluiten onaanvaardbaar lang zou worden uitgesteld. Daarbij wordt wel gesteld dat, wanneer op een dergelijke verdaagde vergadering minder dan drie leden aanwezig zijn alleen onderwerpen behandeld mogen worden die geagendeerd waren voor de verdaagde vergadering. Zijn op de nieuw belegde vergadering drie of meer leden aanwezig dan mogen wel nieuwe onderwerpen worden besproken. Hierdoor ontstaat een zuiver evenwicht tussen democratische besluitvorming en slagvaardig optreden van het bestuursorgaan.
Artikel 12 Stemmingen algemeen
Minimaal drie bestuursleden dienen aan de stemming deel te nemen waarbij ieder besluit genomen wordt op basis van een volstrekte meerderheid van het aantal geldig uitgebrachte stemmen. Onder volstrekte meerderheid wordt verstaan de helft plus één van het aantal geldig uitgebrachte stemmen. Bij een hoofdelijke stemming zijn alle uitgebrachte stemmen geldig aangezien ieder bestuurslid mondeling voor of tegen stemt. Bij een schriftelijke stemming zijn niet alle uitgebrachte stemmen per definitie geldig. Hierbij dient dan ook nauwkeurig te worden bepaald hoeveel stemmen geldig zijn en hoeveel stemmen dus nodig zijn wil een voorstel aangenomen zijn.
Niet behoorlijk ingevulde stembriefjes tellen niet mee als geldig uitgebrachte stem.
De voorzitter stemt op grond van artikel 94 van de Waterschapswet mee in de vergaderingen van het dagelijks bestuur. Het tweede lid van artikel 13 voorkomt dat over een voorstel herhaaldelijk geen besluit kan worden genomen.
Indien een lid aantekening van zijn tegenstem verlangt, geeft hij daarbij aan welke aantekening dit betreft. In geval van een enkele aantekening; wordt hiervan uitsluitend melding gemaakt in het vertrouwelijke vergaderverslag. In het openbare verslag en op de openbare besluitenlijst wordt opgenomen dat ‘het dagelijks bestuur heeft besloten…’.
Alle dagelijks bestuursleden communiceren dat het besluit unaniem is genomen.
In geval van een dubbele aantekening wordt in het vertrouwelijk verslag opgenomen welke leden hebben tegengestemd. In de openbare besluitenlijst wordt bekendgemaakt dat het dagelijks bestuur bij meerderheid een besluit heeft genomen. Hiermee is openbaar dat sprake is geweest van één of meerdere tegenstemmen.