Organisatie | Steenwijkerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Cliëntenparticipatie Werk en Inkomen Steenwijkerland 2015 |
Citeertitel | Verordening Cliëntenparticipatie Werk en Inkomen Steenwijkerland 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de Verordening Cliëntenparticipatie Werk, Inkomen en Zorg gemeente Steenwijkerland
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | nieuwe regeling | 13-01-2015 Gemeenteblad 2015, nr. 15981 | 2015/4 |
Cliëntenparticipatie Werk en Inkomen: de gestructureerde wijze waarop de gemeente belangengroeperingen betrekt in de beleidsvorming, de vaststelling, de uitvoering en evaluatie van wetten, regelingen, besluiten en voorzieningen op het terrein van Werk en inkomen en het minimabeleid, voor zover de gemeente op deze terreinen bevoegd is besluiten te nemen en voorzieningen te treffen.
Burgemeester en wethouders vragen de betreffende belangengroepering in ieder geval om advies als het een onderwerp betreft van de onder artikel 3 genoemde beleidsterreinen.
In het geval van nieuw beleid wordt de belangengroepering in elk geval betrokken bij de hoofdlijnen van het beleid.
In het geval van evaluatie wordt de belangengroepering in elk geval betrokken bij de vaststelling van vragen op grond waarvan de evaluatie zal worden verricht.
Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat de gemeente aan de belangengroepering de nodige informatie verstrekt ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de belangengroepering. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen.
In alle gevallen waarin deze verordening niet met betrekking tot cliëntenparticipatie voorziet, beslissen burgemeester en wethouders na overleg met het platform.
De verordening regelt de verplichting van de gemeente om op grond van artikel 47 van Participatiewet inhoud te geven aan cliëntenparticipatie.
Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:
als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid onderdelen b en c, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid, onderdelen b en c, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdelen b en c, van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend;
Uitgangspunt is dat cliënten en hun vertegenwoordigers betrokken moeten worden bij de uitvoering van de PW.
Waarbij het van belang is dat zij voldoende mogelijkheden hebben om invloed uit te oefenen op het beleid. De gemeente dient daarbij zorg te dragen voor de facilitaire zaken die naar haar oordeel nodig zijn.
Deze verordening is een technische omzetting van de verordening “Cliëntenparticipatie Werk, Inkomen en Zorg gemeente Steenwijkerland” die is vastgesteld op 25 januari 2005 en is gebaseerd op de Wet Werk en Bijstand (WWB). Inhoudelijk is de verordening niet gewijzigd.
In de Participatiewet is niet voorgeschreven op welke wijze vorm gegeven moet worden aan cliëntenparticipatie.
De essentie van cliëntenparticipatie wordt in dit artikel geregeld. Namelijk het optimaal betrekken vanuit een onafhankelijke positie bij de gemeentelijke beleidscyclus.
In het eerste lid staan alle beleidsterreinen waar de Intergemeentelijke Sociale Dienst Steenwijkerland Westerveld zich mee bezig houdt en waar het cliëntenplatform bij betrokken wordt met uitzondering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
In het tweede lid wordt aangegeven wat niet tot deze beleidsterreinen wordt gerekend.
Klachten worden behandeld volgens de gemeentelijke klachtenregeling en bezwaarschriften in de commissie voor bezwaar en beroep.
Het eerste tot en met vierde lid:
Hierin wordt geregeld over welke onderwerpen advies aan het platform gevraagd wordt en hoe er bij een afwijkend advies gehandeld moet worden. Ook kan het platform uit eigen beweging advies uitbrengen.
Het aanwijzen van een vaste contactambtenaar is efficiënt. Overleg tussen de contactambtenaar en de belangengroepering heeft plaats zo veel als nodig is.
Met de frequentie van het overleg tussen de wethouder en de belangengroepering wordt aangesloten bij de huidige praktijk waarbij de wethouder tweemaal per jaar overleg heeft met het platform. Dit neemt niet weg dat meer dan twee keer per jaar kan worden overlegd, indien dit wordt gewenst.
Met dit artikel wordt de mogelijkheid geboden bepaalde huishoudelijke en organisatorische zaken nader te regelen. Gedacht kan worden aan de omvang en samenstelling van de belangengroepering waarmee overleg wordt gevoerd. Indien de belangengroepering geen zelfstandige organisatie is, kunnen ook zaken als benoeming en zittingsduur worden geregeld.