Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leeuwarden

Studiefaciliteiten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeeuwarden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingStudiefaciliteiten
CiteertitelRegeling Studiefaciliteiten
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Per 1 1 2020 is deze regeling vervallen door de invoering van de Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 17 CAR

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-02-201501-01-200501-01-2020Onbekend

20-02-2015

Geen

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Studiefaciliteiten

 

 

Studiefaciliteiten

Regeling studiefaciliteiten

Inhoudsopgave

  • Artikel 1 Algemene bepalingen

  • Artikel 2 Verlening van studiefaciliteiten

  • Artikel 3 Vergoeding van studiekosten

  • Artikel 4 Studieverlof

  • Artikel 5 Intrekken verleende studiefaciliteiten

  • Artikel 6 Terugbetalingsverplichting

  • Artikel 7 Overige verplichtingen

  • Artikel 8 Slotbepalingen

  • Artikel 9 Slotbepalingen

Artikel 1 Algemene bepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    Ambtenaar: de medewerker, bedoeld in artikel 1:1, eerste lid sub a, met inachtneming van artikel 1:2:1 Arbeidsvoorwaardenregeling;

  • b

    Volledige betrekking: een betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, sub k Arbeidsvoorwaardenregeling;

  • c

    Opleidingsplan: het door of namens burgemeester en wethouders vastgesteld plan als bedoeld in artikel 17:4, lid 3 Arbeidsvoorwaardenregeling;

  • d

    Opleidingsbudget: het bedrag dat jaarlijks voor de uitvoering van de opleidingsplannen door of namens burgemeester en wethouders beschikbaar is gesteld;

  • e

    Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP): het ontwikkelingsplan als bedoeld in artikel 17:4 Arbeidsvoorwaardenregeling.

Artikel 2 Verlening van studiefaciliteiten

Lid 1

Burgemeester en wethouders kennen aan een ambtenaar studiefaciliteiten toe

  • a

    wanneer een opleiding voortvloeit uit functie-eisen, loopbaanperspectieven en/of de ontwikkeling van kennis en vaardigheden van de ambtenaar,

  • b

    een opleiding die mede in het persoonlijk belang van de ambtenaar is en aan het organisatiebelang gerelateerd is, zonder dat deze voor de ontwikkeling van de functie noodzakelijk is.

Lid 2

De opleiding onder 1 lid a dient voorts te worden opgenomen in het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en in het opleidingsplan van de sector. De opleiding onder 1 lid b maakt geen deel uit van het POP.

Lid 3

De ambtenaar dient hiertoe een schriftelijk verzoek in.

Lid 4

Studiefaciliteiten kunnen worden toegekend voor zover deze het bedrag van het opleidingsbudget van de dienst niet te boven gaan.

Lid 5

Studiefaciliteiten worden in beginsel verleend voor de gebruikelijke studieduur.

Lid 6

Ingeval de gebruikelijke studieperiode langer is dan een jaar, vindt voor het einde van het studiejaar  een beoordeling plaats over de voortgang van de studie en daaraan gekoppeld een besluit over de verlenging van de toekenning van de studiefaciliteiten. In deze beoordeling worden de inzet en de resultaten van de ambtenaar betrokken.

Lid 7

Het recht op studiefaciliteiten vervalt met ingang van de dag waarop de ambtenaar ontslag wordt verleend.

Artikel 3 Vergoeding van studiekosten

Lid 1

De door een ambtenaar, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, redelijk gemaakte studiekosten worden in het onder artikel 2 lid 1 onder a genoemde geval volledig vergoed. In het in dit artikel onder b genoemde geval worden de kosten voor tenminste 75% vergoed. De opleiding maakt geen deel uit van het POP.

Lid 2

Hieronder worden onder meer verstaan cursus, les of collegegelden, examen en diplomagelden, alsmede studiemateriaal. Hieronder worden niet verstaan duurzame gebruiksgoederen en niet verplicht voorgeschreven boeken.

Lid 3

De reiskosten worden vergoed overeenkomstig de dienstreizenvergoedingsregeling.

Lid 4

Bij cursussen en opleidingsactiviteiten die aaneensluitend over meerdere dagen worden gehouden worden de noodzakelijk gemaakte overnachtings- en verblijfkosten vergoed. Voor vergoeding van voor de studie noodzakelijke verblijfskosten die niet zijn inbegrepen in de studiekosten is het reisbesluit binnenland (stb. 1993 144) van toepassing.

Lid 5

Aan een ambtenaar, die een opleiding volgt kunnen extra kosten voor kinderopvang voor één of meer kinderen van nul tot en met 12 jaar worden vergoed. Vergoeding van kosten voor kinderopvang vindt alleen plaats wanneer dit kind of deze kinderen, blijkens het bevolkingsregister, op zijn huisadres staat c.q. staan ingeschreven.

Artikel 4 Studieverlof

Lid 1

Burgemeester en wethouders kennen de ambtenaar verlof toe met behoud van bezoldiging voor de tijd die nodig is voor het volgen van een opleiding alsmede voor de reistijd die van en naar de plaats waar de opleiding wordt gevolgd, benodigd is.

Lid 2

Het verlof per dag bedoeld in lid 1 kan nooit meer bedragen dan de gemiddelde werktijd per dag voor de betreffende ambtenaar.

Lid 3

Voor de ambtenaar die in deeltijd werkt of die 36 uur werkt verdeeld over 4 dagen worden reistijd en studietijd op dagen waarop niet wordt gewerkt voor de helft beschouwd als werktijd.

Lid 4

Voor het deelnemen aan examens en/of afsluitende tentamens voor studies, waarvoor op basis van deze verordening faciliteiten zijn toegekend, wordt verlof met behoud van bezoldiging verleend.

Artikel 5 Intrekken verleende studiefaciliteiten

Lid 1

Indien burgemeester en wethouders op grond van door hen ingewonnen inlichtingen van oordeel zijn, dat de ambtenaar niet regelmatig of niet voldoende studeert, waardoor hij niet in staat kan worden geacht zijn studie binnen de vastgestelde termijn te volbrengen, zijn zij bevoegd de verleende studiefaciliteiten al dan niet tijdelijk in te trekken.

Lid 2

Deze intrekking vindt niet plaats, indien de ambtenaar aannemelijk maakt, dat de onregelmatige of onvoldoende studie het gevolg is van feiten of omstandigheden, die niet aan hem zijn te wijten.

Artikel 6 Terugbetalingsverplichting

De toekenning van studiefaciliteiten voor studies als bedoeld in artikel 2, lid 1 sub b vindt slechts plaats als de ambtenaar schriftelijk heeft verklaard dat hij vergoedingen als bedoeld in deze regeling terugbetaalt indien:

  • a

    hij de studie voortijdig beëindigt zonder dat de studie tot het behalen van een diploma heeft geleid dan wel de studie niet met goed gevolg is afgesloten op grond van omstandigheden, die naar het oordeel van burgemeester en wethouders aan de ambtenaar te wijten zijn;

  • b

    de vergoeding wordt gestaakt op grond van artikel 5 en dit een gevolg is van aan de ambtenaar te wijten feiten of omstandigheden;

  • c

    hem op eigen verzoek ontslag wordt verleend voor het einde van de studie of binnen drie jaren na het behalen van het voor deze studie geldende diploma.

Artikel 7 Overige verplichtingen

Lid 1

De ambtenaar is verplicht de inlichtingen te geven die burgemeester en wethouders voor de toepassing van dit hoofdstuk nodig achten.

Lid 2

De ambtenaar die studiefaciliteiten geniet is verplicht zich aan het voor zijn studie geldende examen te onderwerpen. De uitslag daarvan wordt aan burgemeester en wethouders meegedeeld.

Artikel 8 Slotbepalingen

Voor individuele gevallen waarin deze regeling  naar hun oordeel niet of niet in redelijkheid voorziet, beslissen Burgemeester en wethouders.

Artikel 9 Slotbepalingen

Lid 1

Deze regeling treedt in werking op 1 juni 2005 en kan worden aangehaald als 'Regeling Studiefaciliteiten'.

Lid 2

Met ingang van de onder lid 1 genoemde datum vervalt de Regeling Studiefaciliteitenverlof met dien verstande, dat deze van toepassing blijft op voor 1 juni 2005 verleende tegemoetkomingen in studiefaciliteiten.

Artikelsgewijze toelichting

Inhoudsopgave

  • Artikel 2 Verlening van studiefaciliteiten

  • Artikel 3 Vergoeding van studiekosten

  • Artikel 4 Studieverlof

  • Artikel 5 Intrekken verleende studiefaciliteiten

  • Artikel 6 Terugbetalingsverplichting

  • Artikel 8 Slotbepalingen

  • Artikel 9 Slotbepalingen

Artikel 2

Het persoonlijk ontwikkelingsplan is de basis van de loopbaanontwikkeling en de ontwikkeling van de kennis en vaardigheden van de ambtenaar. Het plan kan bestaan uit een feitelijke aanduiding van de afspraken die gemaakt zijn over de opleiding van de ambtenaar maar ook een meer uitgebreide afspraak over – door de ambtenaar en de leidinggevende - te ondernemen ontwikkelingsactiviteiten. Een persoonlijk ontwikkelingsplan is ruimer dan een persoonlijk opleidingsplan. In een persoonlijk ontwikkelingsplan kunnen naast opleidingen ook andere zaken als loopbaanperspectieven worden opgenomen.

Een medewerker kan uitgekeken raken op een functie en graag iets anders willen doen. Hierin kan worden voorzien door zijn takenpakket binnen de huidige functie aan te passen. Voorts kan er ook behoefte bestaan tot het uitoefenen van een heel andere functie. Dit kan een functie zijn op een hoger niveau (verticale loopbaanontwikkeling) of een geheel andere functie op hetzelfde niveau (horizontale ontwikkeling).

Opleidingen die de ambtenaar dient te volgen zoals opleidingen die voortvloeien uit concernbrede opleidingsthema’s en congressen, symposia en eendaagse opleidingen vallen onder artikel 15:1:26 Afspraken hierover kunnen in het POP worden opgenomen. Voor deze opleidingen gelden dezelfde faciliteiten als de faciliteiten die gelden voor de opleidingen die vallen onder artikel 17.1.2 lid 1 sub a. *)

B&W kennen ook studiefaciliteiten toe aan een ambtenaar indien de gewenste opleiding mede in het persoonlijk belang van de ambtenaar is. Het kan een opleiding zijn die de ambtenaar op de arbeidsmarkt weerbaarder en/of mobieler maakt. De opleiding behoeft voor de functieontwikkeling van de ambtenaar niet noodzakelijk te zijn, maar dient in ieder geval aan het werk gerelateerd te zijn.

B&W beoordelen of de gewenste loopbaangerichte opleiding van de ambtenaar in het organisatiebelang is. B&W beoordelen eveneens of de ambtenaar in voldoende mate is toegerust om de opleiding te volgen.    Indien de gewenste opleiding wordt opgenomen in het persoonlijk ontwikkelingsplan van de ambtenaar, wordt deze in beginsel bekostigd.

Indien sprake is van een opleiding als bedoeld in artikel 2 lid 1 onder b kan worden bepaald dat de ambtenaar een bijdrage in de studiekosten levert. De bijdrage van de werkgever bedraagt minimaal 75% van de opleidingskosten. De bijdrage van de ambtenaar is maximaal 25%. Op deze wijze wordt de ambtenaar ook gestimuleerd om de opleiding te volgen.  

Normaal gesproken geldt voor opleidingen die in het persoonlijk opleidingsplan zijn opgenomen een vergoeding van 100% op basis van artikel 17.1.1, lid 4, Arbeidsvoorwaardenregeling Gemeente Leeuwarden. Artikel 2 lid 1 sub b is met name bedoeld voor de duurdere opleidingen. Formeel horen deze opleidingen dus niet bij het Persoonlijk Ontwikkelingsplan. Tekstueel kunnen gemaakte afspraken uiteraard wel in het functioneringsverslag worden opgenomen. Opleidingen die niet aan het werk gerelateerd zijn zoals bijv. een opleiding tot chef-kok of piloot vallen niet onder dit artikel.

Opname van de opleiding in het opleidingsplan van de sector betekent dat ook financiële middelen beschikbaar zijn en tevens wordt bepaald wanneer de opleiding gevolgd kan worden. Bij toekenning van studiekosten wordt geen onderscheid gemaakt tussen voltijders en deeltijders.  

Studiefaciliteiten worden in beginsel verleend voor de gebruikelijke studieduur. Indien de studieduur langer is dan een jaar vindt aan het einde van elk jaar een beoordeling plaats over de voortgang van de studie en daaraan gekoppeld over de toekenning van de studiefaciliteiten. Tussen leidinggevende en ambtenaar wordt jaarlijks vastgelegd wat de minimaal te behalen resultaten dienen zijn. Onder gebruikelijke studieduur wordt verstaan de duur van de studie zoals vermeld in de prospectus van de opleiding of de opgave daarvan door een opleidingsinstituut, waar de opleiding wordt gevolgd.

*) De afspraken in het kader van het persoonlijk ontwikkelingsplan dienen in het verslag van het jaarlijkse functioneringsgesprek te worden opgenomen. In het functioneringsgesprek wordt tenminste 1 x per 3 jaar over persoonlijke ontwikkelingspunten gesproken.

Artikel 3

De reis- en verblijfkosten worden vergoed overeenkomstig de dienstreizenvergoedingsregeling. Dit betekent dat de reiskosten worden vergoed op grond van openbaar vervoer. Indien het reisdoel niet bereikbaar is met het openbaar vervoer kan aanspraak worden gemaakt op € 0,18 per km. De verblijfkosten worden vergoed conform het reisbesluit binnenland voorzover deze niet in de cursuskosten zijn opgenomen. De reiskosten voor woon-werkverkeer worden niet vergoed. De overnachting- en verblijfkosten worden vergoed als deze niet in de opleidingskosten zijn verdisconteerd.

Artikel 4

Uitgangspunt is dat de tijd die nodig is voor het volgen van een opleiding alsmede voor de reistijd naar de plaats waar de opleiding wordt gegeven en terug verlof met behoud van bezoldiging wordt verleend. De tijd die nodig is voor studie komt volledig voor rekening van de ambtenaar. Hiervoor wordt geen verlof verleend.

Er worden twee situaties onderscheiden.

  • a

    de tijd voor het volgen van een verplichte opleiding op basis van artikel 2 lid 1 sub a inclusief de reistijd.De reistijd en de tijd benodigd voor het volgen van de opleiding mogen tezamen niet meer bedragen dan de gemiddelde werktijd per dag van de ambtenaar. Het volgen van een cursus kan dus niet leiden tot overuren. Indien deeltijders, ambtenaren die vier maal negen uur werken, dan wel 36 uren zonder compensatie, gedurende hun normale vrije tijd verplicht zijn een cursus te volgen, kunnen zij de tijd die de cursus en reistijd bedragen compenseren met verlof.

  • b

    de tijd voor het volgen van een opleiding met een persoonlijk belang op basis van artikel 2 lid 1 sub b.Ambtenaren die een opleiding met een persoonlijk belang volgen kunnen voor deze opleidingen de helft van de cursus- en reistijd compenseren. Dit betekent in de praktijk dat voltijders, die een hele dag een cursus met een persoonlijk belang volgen, hiervoor een halve dag verlof dienen op te nemen. Anderzijds betekent dit voor deeltijders of ambtenaren die vier maal negen werken en in hun vrije tijd een cursus met een persoonlijk belang volgen, de helft van de reistijd en de cursustijd kunnen opnemen in de vorm van verlof. Ook hier geld dat het volgen van de cursus niet kan leiden tot overuren en dat de gemiddelde werktijd per dag van een ambtenaar (7.2 c.q. 8 uren) moet worden aangehouden.

Artikel 5

Op grond van dit artikel kunnen verleende studiefaciliteiten worden ingetrokken.

Artikel 6

De werkgever wil profiteren van kennis en vaardigheden die de ambtenaar opdoet door het volgen van een opleiding. Dit te meer indien het een dure opleiding betreft. Indien een ambtenaar binnen een periode van 3 jaar na voltooiing van de opleiding vrijwillig de gemeente verlaat dient hij de kosten van studies als bedoeld in artikel 2, lid 1 onder b geheel terug te betalen. Deze terugbetalingsverplichting geldt ook voor de reis- en verblijfkosten.

Artikel 8

Het college beslist in de individuele gevallen waarin de regeling niet voorziet.

Artikel 9

De regeling kan worden aangehaald als de Regeling Studiefaciliteiten.