Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deventer

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie voor de WOZ- beschikking en voor de aanslag gemeentelijke belastingen:

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDeventer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie voor de WOZ- beschikking en voor de aanslag gemeentelijke belastingen:
CiteertitelBeleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie voor de WOZ- beschikking en voor de aanslag gemeentelijke belastingen:
Vastgesteld doorgeattribueerde functionaris
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Verordening onroerende-zaakbelastingen van Deventer, Olst-Wijhe en Raalte, artikel 1
  2. Verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten van Deventer, artikel 2
  3. artikel 2 van de Verordening hondenbelasting van Deventer en Olst-Wijhe, artikel 2
  4. Verordening rioolheffing van Deventer, Olst-Wijhe en Raalte, artikel 3
  5. Verordening afvalstoffenheffing van Deventer, Olst-Wijhe en Raalte, artikel 2
  6. Verordening haven- en opslaggelden (liggelden woonschepen) van Deventer, artikel 2
  7. Hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-02-201528-01-2016Onbekend

12-02-2015

Gemeenteblad, 26 februari 2015

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingp lichtige in een keuzesituatie voor de WOZ- beschikking/ aansla g gemeentelijke belastingen .

De gemeenteambtenaar bedoeld in artikel 231, tweede lid, aanhef en onderdeel b, Gemeentewet en artikel 1, tweede lid Wet WOZ van de gemeente Deventer en de gemeente Olst – Wijhe en de gemeente Raalte;

Gelet op het bepaalde in:

  • -

    artikel 1 van de Verordening onroerende-zaakbelastingen van Deventer, Olst-Wijhe en Raalte;

  • -

    artikel 2 van de Verordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten van Deventer;

  • -

    artikel 2 van de Verordening hondenbelasting van Deventer en Olst-Wijhe;

  • -

    artikel 3 van de Verordening rioolheffing van Deventer, Olst-Wijhe en Raalte;

  • -

    artikel 2 van de Verordening afvalstoffenheffing van Deventer, Olst-Wijhe en Raalte ;

  • -

    artikel 2 van de Verordening haven- en opslaggelden (liggelden woonschepen) van Deventer;

  • -

    Hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken.

     

Besluit

vast te stellen de volgende:

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie voor de WOZ- beschikking en voor de aanslag gemeentelijke belastingen:

 

 

Algemeen

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich mee dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende zaak, perceel, hond).

In een aantal gevallen bestaat overeenstemming tussen belastingplichtigen op wiens naam een aanslag moet worden gesteld. Indien een dergelijke overeenstemming ontbreekt stelt de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen. In deze gevallen hanteert de gemeente Deventer een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.

Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op de veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn.

De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

 

Voorkeursvolgorde

In de gevallen dat er een keuzesituatie bestaat met betrekking tot de tenaamstelling van een beschikking ingevolge hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken, zijn de beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie, voor zover zij betrekking hebben op de onroerende – zaakbelastingen, van overeenkomstige toepassing.

 

O nroerende-zaakbelastingen en belasting en op roerende woon- en bedrijfsruimten van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.

  • 1.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er met betrekking tot één roerende of onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

  • 1.1

    de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;

    • 1.1.1

         de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk    opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de    aanleg en het onderhoud van onder – of bovengrondse    leidingen heeft;   

    • 1.1.2

         de erfpachter;

    • 1.1.3     

         de eigenaar of de appartementsgerechtigde;

    • 1.1.4

         degene die op andere wijze als genothebbende naar voren    komt, daaronder begrepen de bezitter.

  • 2.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 2.1

      de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.

    • 2.2

      In geval van een onverdeelde boedel wordt de aanslag op naam gesteld van “de erven van” als vertegenwoordiger van de erven wordt aangemerkt degene die als executeur testamentair is aangewezen. Indien geen executeur testamentair is aangewezen worden de erven tezamen als belastingplichtige aangewezen.

       

Onroerende-zaakbelastingen en belasting en op roerende woon- en bedrijfsruimten en rioolheffing van gebruikers voor niet – woningen:

  • 3

    Met betrekking tot de onroerende- zaakbelastingen en de belastingen op roerende bedrijfsruimten en rioolheffing die wordt geheven van gebruikers van niet - woningen wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 3.1

      degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;

    • 3.1.2 

        degene die als gebruiker in het bestand van de Kamer van Koophandel vermeld is;

    • 3.1.3

        degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

    • 3.2

      Met betrekking tot de onroerende- zaakbelastingen en de belasting op roerende bedrijfsruimten en rioolheffing die wordt geheven van gebruikers niet - woningen die geen rechtspersoonlijkheid bezittende lichamen zijn, wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van: de maatschap, een vennootschap onder firma (V.O.F.) of de commanditaire vennootschap (C.V.).

       

A fvalstoffenheffing

  • 4.

    Met betrekking tot de afvalstoffenheffing wordt de aanslag, indien de woning zelfstandig wordt gebruikt, in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 4.1

      degene die het eerst op het adres gevestigd is;

    • 4.2

      de oudste in leeftijd;

    • 4.3

      indien de woning onzelfstandig wordt gebruikt of indien er sprake is van volgtijdig gebruik, wordt de aanslag opgelegd conform artikel 15:33 Wet milieubeheer lid 2 letters b en c.

       

Rioolheffing van gebruikers van woningen

  • 5.

    Met betrekking tot de rioolheffing van gebruikers van woningen wordt de aanslag, indien de woning zelfstandig wordt gebruikt, in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 5.1

      degene die het eerst gevest

    • 5.2

      de oudste in leeftijd;

    • 5.3

      indien de woning onzelfstandig wordt gebruikt of indien er sprake is van volgtijdig gebruik, wordt de aanslag als volgt opgelegd, bij het :

    • -

      gebruikmaken door degene aan wie een deel van een perceel in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven, met dien verstande dat degene die het deel in gebruik heeft gegeven, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • -

      ter beschikking stellen van een perceel voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld, met dien verstande dat degene die het perceel ter beschikking heeft gesteld, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie het perceel ter beschikking is gesteld.

Hondenbelasting

  • 6.

    Met betrekking tot de hondenbelasting wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 6.1

      degene die in de heffingenadministratie van DOWR geregistreerd staat, als houder van 1 of meer honden, op het betreffende adres;

    • 6.2

      degene die aangifte doet, voor zover degene in de heffingenadministratie van DOWR voor komt op het betreffende adres;

    • 6.3

      degene die in de Basisregistratie personen van de DOWR gemeenten met betrekking tot het betreffende adres is geregistreerd in onderstaande volgorde:

    • 6.3.1

         degene die aangifte heeft gedaan, voor zover meerderjarig;

    • 6.3.2

         degene die het eerst gevestigd is;

    • 6.3.3

         de oudste in leeftijd;

    • 6.3.4

         degene die naar andere omstandigheden beoordeeld daarvoor in aanmerking komt.

 

Overige criteria

  • 7.

    Indien en voor zover aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingen wordenverenigd op één aanslagbiljet, worden deze in onderstaande volgorde ten name gesteld van de belastingplichtige die:

    • 7.1

      ingevolge de onderdelen 1 en 2 kan worden aangewezen;

    • 7.2

      ingevolge onderdeel 3 en 4 kan worden aangewezen;

    • 7.3

      ingevolge onderdeel 5 kan worden aangewezen;

    • 7.4

      ingevolge onderdeel 6 kan worden aangewezen.

       

  • 8.

    Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van devoorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

     

  • 9.

    In afwijking van het bepaalde in de voorgaande artikelen

    • a.

      kan de tenaamstelling van een aanslag op verzoek van een potentiële belastingplichtige worden gewijzigd voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd;

    • b.

      de aanslag worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft ontvangen en deze voor de betaling van de aanslag heeft zorg gedragen.

       

  • 10.

    Wijzigingen kunnen - indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd - pasplaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

     

  • 11.

    Indien door welke oorzaak dan ook een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in devoorgaande onderdelen bepaalde, is die aanslag alleen vernietigbaar als er sprake is van willekeur (beroep bij de rechter is mogelijk).

     

Slotbepalingen

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en is van toepassing op alle in de aanhef genoemde gevallen.

  • 2.

    Tegelijkertijd komt het eerder genomen besluit ter zake van de beleidsregel voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie te vervallen, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 3.

    De regeling kan worden aangehaald als: “Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie”.

     

     

Aldus vastgesteld op 12 februari 2015

De ambtenaar belast met de heffing van de gemeentelijke belastingen,

 

 

E.M. Röben