Organisatie | Vlissingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening eigen bijdragen Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang |
Citeertitel | Verordening eigen bijdragen Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-02-2024 | 01-02-2024 | art. 1, art. 3 | 01-02-2024 | ||
01-01-2015 | 17-02-2024 | Wijziging verordening | 18-12-2014 Onbekend | Onbekend |
De raad van de gemeente Vlissingen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
vast te stellen de ‘Verordening eigen bijdragen Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang’, waarvan de tekst luidt:
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Deze verordening is van toepassing op de instellingen die in Zeeland een voorziening voor opvang exploiteren of trajecten uitvoeren.
Artikel 3. Eigen bijdragen voor opvang
Een client betaalt een eigen bijdrage voor 24-uurs verblijf of voltijd verblijf. De hoogte van de eigen bijdrage is afhankelijk van de persoonlijke situatie en de daarop van toepassing zijnde normen. Uitgangspunt is dat de client iedere maand het normbedrag voor persoonlijke uitgaven op grond van de Participatiewet overhoudt. Deze normbedragen worden jaarlijks op 1 januari en 1 juli door de Rijksoverheid opnieuw bepaald en vastgesteld op basis van de dan geldende bijstandsnormen, de norm voor persoonlijke uitgaven, de richtlijnen voor zorgverzekering en de normen van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting [Nibud]. De bedragen in de normentabel van de Rijksoverheid maken zonder nadere besluitvorming deel uit van deze verordening en worden aldus onmiddellijk toegepast. De gepubliceerde normbedragen zijn inclusief 5% vakantietoeslag. Voor de berekening van de eigen bijdrage worden de normbedragen daarom met 5% naar beneden gecorrigeerd. De eigen bijdrage wordt conform onderstaand rekenmodel berekend:
-Jongerennormen zonder kinderen | |
Normbedrag voor persoonlijke uitgaven (normen Participatiewet) | |
2b. De hoogte van de bijdrage voor begeleid wonen wordt jaarlijks op 1 januari verhoogd of verlaagd op basis van de feitelijke woonlasten [huur vermeerderd met directe woonlasten].
2c. De bijdrage voor voltijdopvang of crisisopvang van de cliënt die inkomen heeft uit arbeid of uit een UWV- of SVB-uitkering, wordt vastgesteld op het bedrag van de bijstandsnorm waarop de cliënt recht zou hebben in de betreffende instelling, onder aftrek van de norm persoonlijke uitgaven, waarbij het volgende in acht wordt genomen:
indien het netto inkomen hoger is dan de uitkering waarop de cliënt recht zou hebben op grond van de Participatiewet dan wordt de hoogte van de eigen bijdrage vastgesteld op de bijstandsnorm waarop de cliënt recht zou hebben verhoogd met 15% van het verschil tussen het netto inkomen en de betreffende uitkering, onder aftrek van de norm persoonlijke uitgaven;
De eigen bijdrage voor 24-uurs of voltijd opvang en begeleid wonen wordt bepaald per dag, per week of per maand. Voor de nachtopvang en de noodopvang wordt de eigen bijdrage per dag bepaald. De bijdrage is verschuldigd voor iedere dag of een gedeelte van de dag, waarop de cliënt gebruikmaakt van het aanbod van de instelling. Een gedeelte van een week of een maand wordt naar rato van het aantal dagen berekend op basis van zeven dagen per week en dertig dagen per maand.
De eigen bijdrage als bedoeld in het eerste lid is afhankelijk van het verschil tussen de bijstandsnorm en de norm persoonlijke uitgaven. Indien bij gehuwden een van beide partners gebruikmaakt van 24-uurs opvang of begeleid wonen wordt bij het bepalen van de bijstandsnorm de regelgeving in de Participatiewet voor opname in een inrichting gevolgd.
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening eigen bijdragen Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van Vlissingen op 18 december 2014.
In aansluiting op de Wet maatschappelijke ondersteuning is de verordening alleen van toepassing op natuurlijke personen van 18 jaar en ouder. Met de begripsbepaling van de cliënt is de verordening daarmee tot deze groep personen beperkt. Dit betekent niet dat personen jonger dan 18 jaar uitgesloten zijn van het gebruik van het aanbod van opvang door instellingen, maar voor hen geldt geen eigen bijdrage.
Bij het bepalen van de bijstandsnorm is rekening gehouden met de afwijkende bepalingen in de Wet werk en bijstand voor personen van 18 tot 21 jaar. Voor de berekening van de eigen bijdrage wordt de bijzondere bijstand, die aanvullend op de Bijstandsnorm wordt verstrekt voor de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan wel meegerekend.
De norm voor de persoonlijke uitgaven, zoals deze op grond van de Wet werk en bijstand wordt bepaald, wordt verhoogd met de standaardpremie zorgverzekering, zoals deze jaarlijks in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, minus de zorgtoeslag.
Zowel bij de bijstandsnorm als bij de norm voor persoonlijke uitgaven wordt de vakantietoeslag buiten beschouwing gelaten. Deze toeslag is voor de cliënt noodzakelijk voor bijzondere uitgaven zoals schuldaflossing en om te sparen voor grotere uitgaven.
Bij zelfstandig wonen of begeleid zelfstandig wonen waarbij de cliënt zelf de huur betaalt, betaalt de cliënt geen eigen bijdrage Maatschappelijke Opvang/Vrouwenopvang [MOVO]. De cliënt is dan zelf verantwoordelijk voor de huisvestingskosten. Deze cliënten dienen dus wel een eventuele bijdrage voor bijvoorbeeld ondersteunende begeleiding of dagbesteding of voor huishoudelijke hulp te betalen. Anticumulatie is dan niet aan de orde.
In de andere gevallen, maar ook in de situatie van begeleid onzelfstandig wonen betaalt de cliënt een eigen bijdrage voor de huisvestingslasten aan de instelling. In dat geval is de anticumulatieregeling wel van toepassing.
De condities voor de toegang tot dagopvang, nachtopvang en noodbed kunnen per instelling verschillen. De condities zijn hier niet ingevuld. De condities worden door de instelling ingevuld. De condities zijn beperkt en vormen geen blokkade voor een laagdrempelige toegang tot de opvang.
De eigen bijdrage MOVO is zodanig, dat de cliënt de normatieve persoonlijke uitgaven moet overhouden en premie zorgverzekering, rekening houdend met de zorgtoeslag en zak- en kleedgeld. Bij de Vrouwenopvang zal het regelmatig voorkomen dat de cliënt of het cliëntsysteem naast zak- en kleedgeld ook de kosten voor voeding [normen van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting Nibud] moet kunnen overhouden.
In dit artikel is de mogelijkheid van mandatering van de uitvoering van de verordening nadrukkelijk genoemd. Het is wenselijk met de opvanginstellingen afspraken te maken, dat de instelling de eigen bijdragen berekenen en gelijk deze eigen bijdragen met de cliënten afrekenen. Omdat de vaststelling en de inning van eigen bijdragen op grond van de verordening een overheidstaak is alleen mandatering van die taken aan een instelling mogelijk. Hierdoor blijft de formele verantwoordelijkheid voor de uitvoering bij het college liggen. Daarmee is ook het handhaven van de bezwaar- en beroepsmogelijkheid gegarandeerd.