Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Terneuzen

Verordening Cliëntenparticipatie Participatiewet

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTerneuzen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Cliëntenparticipatie Participatiewet
CiteertitelVerordening Cliëntenparticipatie Participatiewet
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Participatiewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2015nieuwe regeling

18-12-2014

Gemeenteblad

127870

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Cliëntenparticipatie Participatiewet

De raad van de gemeente Terneuzen

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders;

gelet op artikel 47 van de Participatiewet;

 

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening Cliëntenparticipatie Participatiewet

 

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      cliënt: persoon bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet die woonachtig is in de gemeenteTerneuzen;

    • b.

      belangenorganisatie: organisatie die mede de belangen van cliënten als bedoeld in onderdeel a behartigen;

    • c.

      Aviesraad Participatie: een uit leden (cliënten en vertegenwoordigers van belangenorganisaties) bestaand overlegorgaan met taken en bevoegdheden zoals in deze verordening omschreven;

    • d.

      lid: cliënten en vertegenwoordigers van belangenorganisaties die door de portefeuillehouder zijn benoemd, zoals in deze verordening beschreven

    • e.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen;

    • f.

      portefeuillehouder: de wethouder die het taakveld Werk & Inkomen in portefeuille heeft.

  • 2.

    Voor zover niet anders bepaald hebben alle begrippen in deze verordening dezelfde betekenis als in de Participatiewet.

Artikel 2 Taak, doelstelling en werkwijze

  • 1.

    Het doel van cliëntenparticipatie is dat cliënten en vertegenwoordigers van belangenorganisaties invloed kunnen uitoefenen op het lokaal beleid en uitvoering op het terrein van de Participatiewet. Ten behoeve van dit doel is de Adviesraad Participatie in het leven geroepen.

  • 2.

    De Adviesraad Participatie kan gevraagd en ongevraagd schriftelijk adviseren aan het college en de gemeenteraad over alle onderwerpen die de vorming, de uitvoering, de controle en de evaluatie van het gemeentelijk beleid op het terrein van de Participatiewet betreffen, daaronder begrepen de wijze waarop rijksregelgeving wordt uitgevoerd.

  • 3.

    De Adviesraad Participatie is niet bevoegd te adviseren over de afhandeling van klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben, met uitzondering van de hierbij gehanteerde procedures en regelingen.

  • 4.

    Aan de Adviesraad Participatie gevraagde adviezen worden binnen twee weken uitgebracht. De adviesraad kan het uitbrengen van een advies met maximaal een week verdagen. Van een verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan.

  • 5.

    Indien binnen de termijn genoemd in artikel 2 lid 4 geen advies wordt ontvangen, wordt het platform geacht neutraal of positief te adviseren.

  • 6.

    Indien het besluit van het college of de gemeenteraad afwijkt van het advies van de Adviesraad Participatie, wordt de adviesraad hiervan gemotiveerd schriftelijk op de hoogte gesteld.

  • 7.

    De Adviesraad participatie kan een huishoudelijk reglement met betrekking tot haar interne functioneren opstellen voor zover het betreft aangelegenheden die in deze verordening niet geregeld zijn.

  • 8.

    Tussen de portefeuillehouder en de Adviesraad participatie vindt minimaal 4 keer per jaar overleg plaats.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1.

    De Adviesraad Participatie bestaat uit cliënten en/of vertegenwoordigers van belangenorganisaties.

  • 2.

    De Adviesraad Participatie telt minimaal 5 leden en maximaal 9 leden die worden benoemd door de portefeuillehouder.

  • 3.

    Nieuwe leden van de Adviesraad Participatie worden benoemd door de portefeuillehouder, op voordracht van de leden van de Adviesraad Participatie. De benoeming wordt schriftelijk bevestigd.

  • 4.

    De Adviesraad Participatie kiest uit haar midden een voorzitter, secretaris en penningmeester. Een onafhankelijk voorzitter heeft de voorkeur.

  • 5.

    Het lidmaatschap van de Adviesraad Participatie is onverenigbaar met het lidmaatschap van de gemeenteraad dan wel het college.

  • 6.

    Burgerlidmaatschap van een raadscommissie is verenigbaar met het lidmaatschap van de cliëntenraad. Bij voorstellen of adviezen van de cliëntenraad aan het gemeentebestuur die behandeld worden in de betreffende raadscommissie waar het burgerlid deel van uitmaakt, onthoudt het burgerlid zich van deelname aan beraadslagingen van en aan het verlenen van advies aan de gemeenteraad.

Artikel 4 Het secretariaat

  • 1.

    Een ambtenaar van de gemeente Terneuzen voorziet in het secretariaat voor zover het betrekking heeft op de periodieke overlegvergadering met de wethouder.

  • 2.

    In de overige secretariaatswerkzaamheden voorziet de Adviesraad Participatie zelf.

  • 3.

    De ambtelijk secretaris stelt voor aanvang van het kalenderjaar in overleg met de secretaris van de Adviesraad een vergaderkalender samen.

  • 4.

    De ambtelijk secretaris stelt in overleg met de secretaris van de Adviesraad tenminste een week voorafgaand aan iedere overlegvergadering de agenda samen,

  • 5.

    De ambtelijk secretaris ziet erop toe dat adviesvragen en conceptbeleid de leden op een zodanig tijdstip bereiken dat zij hun rol effectief kunnen vervullen. Indien nodig last hij een tussentijds extra overleg in.

  • 6.

    De ambtelijk secretaris maakt een verslag van de overlegvergadering en zendt deze binnen twee weken na de vergadering aan de Adviesraad.

Artikel 5 Informatievoorziening

Het college draagt er zorg voor dat aan de Adviesraad Participatie tijdig de nodige informatie wordt verstrekt ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de Adviesraad Participatie.

Artikel 6 Vergoedingen aan de leden

Het college kan, na overleg met de Adviesraad Participatie, nadere regels stellen aangaande vergoedingen voor de leden van de Adviesraad Participatie.

Artikel 7 Verslaglegging

Jaarlijks voor 1 april brengt de Adviesraad Participatie aan het college inhoudelijk verslag uit van de activiteiten en bevindingen over het voorgaande jaar. Daarbij wordt in een financieel verslag tevens verantwoording afgelegd over de besteding van een eventueel beschikbaar gesteld budget.

Artikel 8 Intrekking oude regeling

De Verordening Clientenparticipatie WWB wordt ingetrokken.

Artikel 9 Beleidsregels

Het college kan ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere beleidsregels vaststellen.

Artikel 10 Hardheidsclausule

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien onverkorte toepassing zou leiden tot onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Clientenparticipatie Participatiewet”

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt op 1 januari 2015 in werking.

Besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Terneuzen op 18 december 2014.

griffier, voorzitter,

mr. J.H.P. de Jong J.A.H. Lonink

ALGEMENE TOELICHTING

 

Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet. Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:

  • -

    die algemene bijstand ontvangen;

  • -

    als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid onderdelen b en c, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid, onderdelen b en c, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdelen b en c, van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend;

  • -

    personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet;

  • -

    personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet;

  • -

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • -

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • -

    personen zonder uitkering;

en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.

Om een goede werking van de cliëntenraad te waarborgen worden de leden van de cliëntenraad ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente. De regering hecht, evenals het college, sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen.

Aanleiding voor deze nieuwe verordening vormt dus de Participatiewet. Dit heeft geresulteerd in een nieuwe verordening, die inhoudelijk slechts zeer beperkt afwijkt van de vorige. Het betreft dan slechts bepalingen die een actualisering en verduidelijking betekenen en verwijzen naar de Participatiewet. Inhoudelijk zijn er niet of nauwelijks wijzigingen doorgevoerd. De in de oude verordening beschreven taken, procedures en voorzieningen worden adequaat geacht voor de vertegenwoordiging van de nieuwe doelgroep van de Participatiewet.

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1. Begripsomschrijving

Behoeft geen nadere toelichting

Artikel 2. Taak, doelstelling en werkwijze

Eerste tot en met derde lid

De Adviesraad Participatie zorgt voor collectieve belangenbehartiging bij de lokale invulling van de Participatiewet. Het streven is om de Adviesraad niet alleen te betrekken bij de beleidsvoorbereiding, maar ook bij de kaderstellende en toetsende taken van de gemeenteraad. Het beleidsveld voor advisering strekt zich uit van de Participatiewet tot de inrichting en uitvoering van lokaal sociale zekerheidsbeleid in bredere zin, zoals minimabeleid. Het kan hierbij gaan om advisering inzake beleidsvoorstellen, verordeningen, nota’s, gevolgde procedures, de uitvoering van wetgeving, beoordeling van evaluaties en jaarverslagen, benchmarkingresultaten e.d. Het gaat dus nadrukkelijk niet om belangenbehartiging van individuele klanten.

Vierde lid

Het college zorgt voor tijdige toezending van stukken welke voorafgaande aan de besluitvorming, ter advisering worden voorgelegd aan de Adviesraad Participatie. Hiervan kan alleen worden afgeweken indien advisering vooraf tot een ongewenste vertraging leidt in het besluitvormingsproces. In dat geval zal een en ander achteraf in de Adviesraad Participatie ter discussie worden gesteld. Het opstellen van nota’s en verordeningen, vaststelling en

implementatie dient vaak in een strak tijdpad te gebeuren. Ten einde het totale tijdsbeslag in beeld te kunnen brengen is de adviestermijn voor de Adviesraad Participatie opgenomen. Gelet op de gewenste voortgang is deze termijn op twee weken gesteld met een eenmalige maximale verlenging van nog eens een week.

Vijfde lid

Om de nodige voortgang van voorstellen te kunnen waarborgen is opgenomen dat de Adviesraad Participatie positief staat tegenover voorstellen vanuit de gemeente, indien binnen twee weken geen advies is ontvangen en de advisering niet is verdaagd.

Zevende lid

In het huishoudelijk reglement kunnen zaken geregeld worden als vergaderquorum, besluitvorming bij gewone of tweederde meerderheid van stemmen, zittingsduur van de leden, eventuele onafhankelijkheid van de voorzitter, noodzakelijke ondergrens in het aantal cliënten. Plaatsvervanging ingeval van afwezigheid kan eveneens een punt van aandacht zijn.

Artikel 3. Samenstelling

Eerste lid

Niet alleen uitkerings- en/of re-integratiegerechtigden, maar ook vertegenwoordigers van belangenorganisaties worden bij cliëntenparticipatie betrokken. Een cliëntenorganisatie oprichten met uitsluitend cliënten heeft immers enige bezwaren. Het lidmaatschap van een cliëntenorganisatie vergt een aantal kwaliteiten en eigenschappen, zoals communicatieve vaardigheden en het kunnen abstraheren van de eigen ervaringen, individuele klachten en wensen.

Daarnaast kan de positie die cliënten hebben lastig zijn: aan de ene kant de positie van cliënt met eigen verantwoordelijkheden en verplichtingen jegens de uitkeringsverstrekker en aan de andere kant de positie als kritische commentator en adviseur. In de derde plaats speelt het gebrek aan continuïteit een rol. Mondige en bekwame uitkeringsgerechtigden, die goed kunnen functioneren in een cliëntenorganisatie, blijken in de praktijk vaak snel door te stromen in een re-integratietraject of een baan. Om deze reden worden ook belangenorganisaties bij de cliëntenparticipatie betrokken. Hierbij kan gedacht worden aan vakorganisaties als FNV/ugo en CNV, ouderenbonden, vrouwenorganisaties, AanZ/ Maatschappelijk Werk. Kandidaten worden voorgedragen door de organisatie die zij in de Adviesraad Participatie moeten vertegenwoordigen.

Tweede lid

Om besluitvorming mogelijk te maken is een minimum van vijf deelnemers vereist. Ten einde een organisatorisch overzichtelijk geheel te houden is een maximum aantal leden van de Adviesraad Participatie beperkt tot vijftien personen.

Derde lid

Er is om administratief-organisatorische redenen niet voor gekozen voor benoeming door college of gemeenteraad. De portefeuillehouder benoemt de leden namens het college. De leden hiervan ontvangen hiervan een schriftelijke bevestiging. De overdracht van de benoemingsbevoegdheid van het college naar de portefeuillehouder is ook opgenomen in het Mandaatsbesluit.

Vierde lid

De Adviesraad Participatie kiest uit haar midden een voorzitter, secretaris en penningmeester. Een onafhankelijk voorzitter heeft de voorkeur.

Vijfde en zesde lid

Een burgerlidmaatschap van een Raadscommissie is wel verenigbaar met het lidmaatschap van de Adviesraad Participatie.

Artikel 4. Het secretariaat

Eerste lid

Het secretariaat inzake het periodiek overleg met de portefeuillehouder verzorgt de opstelling van de agenda voor de vergadering, verzorgt de uitnodiging en notuleert.

Tweede lid

De Adviesraad Participatie draagt zorgt voor een secretariaat dat ten dienste staat van alle leden van de adviesraad. Dit secretariaat verzorgt o.a. de opstelling van de agenda voor de eigen vergaderingen, verzorgt het versturen van de uitnodiging met bijbehorende stukken en notuleert. Tevens verzamelt het secretariaat actuele informatie over ontwikkelingen en brengt deze ter kennis aan de Adviesraad Participatie. Het secretariaat zorgt mede voor de

verslaglegging zoals bedoeld in artikel 8 van deze verordening.

Artikel 5. Informatievoorziening

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 6. Vergoedingen aan de leden

Het college kan nadere regels stellen aangaande de vergoedingen voor de leden van de Adviesraad Participatie. Hiermee wordt bedoeld de mogelijk vast te stellen presentiegelden en/of onkostenvergoedingen. Het College heeft echter ook de mogelijkheid deze onder te brengen in het budget dat aan de adviesraad ter beschikking wordt gesteld op grond van artikel 7 van deze Verordening. De regels worden vastgesteld na overleg met de adviesraad. Het staat het college vrij om, kennis genomen hebbend van de opvattingen van de raad, een afwijkend besluit te nemen.

Artikel 7. Verslaglegging

In het huishoudelijk reglement kan opgenomen worden dat de vaststelling van het inhoudelijke verslag geschiedt bij meerderheid van stemmen. Zie ook artikel 2 lid 7 van deze verordening.

Artikel 8. Intrekking oude regeling

Per de datum van inwerkingtreding van de nieuwe verordening, wordt de oude ingetrokken. Dat is expliciet hier geregeld.

Artikel 9. Beleidsregels

Dit artikel geeft het college de mogelijkheid om nadere uitvoeringsregels te stellen. Dat is bijvoorbeeld mogelijk over de wijze waarop een adviesaanvraag wordt ingediend, de samenstelling van de raad en de rol van de belangenorganisaties. Nadere regels worden vastgesteld na overleg met de Cliëntenraad, maar instemming van de raad is niet vereist.