Organisatie | Vlissingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening winkeltijden Vlissingen |
Citeertitel | Verordening winkeltijden Vlissingen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling treedt in de plaats van de "Verordening winkelsluiting Vlissingen" en de "Verordening op grond van artikel 15a, lid 4, van de Winkelsluitingswet 1976"
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-07-1999 | 01-07-1999 | 25-04-2019 | art. 5,6,7,8 | 01-07-1999 Gemeenteblad 1999, IV.15 | Geen. |
13-06-1996 | 01-06-1998 | nieuwe regeling | 30-05-1996 Gemeenteblad, 1996, IV.15 | Geen. |
Artikel 4 Intrekking of wijziging van de ontheffing
Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:
Artikel 8 Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen
Het college kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.
De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid van de wet gelden, in verband met de toeristische aantrekkingskracht, niet op zondagen, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en tweede Kerstdag van 09.00 tot 22.00 uur
Op 1 juni 1996 is de Winkeltijdenwet tezamen met het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet in werking getreden. Deze wet stelt ruimere regels voor de openingstijden van winkels. De Winkelsluitingswet 1976 en het bijbehorende vrijstellingenbesluit zijn op dat moment ingetrokken. De tekst van de Winkeltijdenwet en het bijbehorende Vrijstellingenbesluit zijn gepubliceerd in het Staatsblad van 28 maart 1996, onder nummer 182 en 183.
Uitgangspunten Winkeltijdenwet
De Winkeltijdenwet kent andere uitgangspunten dan de Winkelsluitingswet. Zo is gekozen voor meer keuzevrijheid van de detaillist bij de openstelling van de winkel. De detaillist krijgt meer ruimte om de openingstijden af te stemmen op behoeften van (potentiële) klanten. Daarnaast is gekozen voor ruimere bevoegdheden voor de gemeente om ook buiten de wettelijke
openingstijden winkelopening toe te staan. De basisgedachte hierbij is dat daarbij aan de hand van plaatselijke omstandigheden kan worden bezien of langere openingstijden toelaatbaar zijn. Met deze uitgangspunten hangt een minder vergaande wettelijke regulering van winkeltijden samen. Deze deregulering vormt, naast de keuzevrijheid van de detaillist en de decentralisatie, het derde uitgangspunt van de wet.
In concreto komen deze uitgangspunten neer op de volgende hoofdlijnen in de Winkeltijdenwet:
Op zon en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal 12 zon en feestdagen per kalenderjaar kan de gemeente vrijstelling van deze verplichte sluiting verlenen. Als feestdagen worden hierbij aangemerkt nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en eerste en tweede kerstdag.
1.1 Ruimere openstellingsmogelijkheden winkels
In de Winkeltijdenwet is winkelopening toegestaan op werkdagen tussen 06.00 uur en 22.00 uur. De openstelling van winkels gedurende deze uren is ongelimiteerd. Binnen dit tijdsbestek kunnen gemeenten ook geen beperkingen aan de openstelling van winkels opleggen. Hiermee samenhangend komt de verplichting voor winkeliers te vervallen om een door de gemeente gewaarmerkte aankondigingskaart van de openingstijden bij de ingang van de winkel aan te brengen. De winkelier kan aldus binnen dit tijdsbestek geheel naar eigen inzicht de winkel openstellen.
Ook in de Winkeltijdenwet geldt als algemene regel dat op zon- en feestdagen winkels gesloten zijn. Deze regel is - evenals onder het regime van de Winkelsluitingswet 1976 - niet van toepassing op winkeliers die een geloofsovertuiging aanhangen welke de wekelijkse rustdag op een andere dag dan de zondag houdt. Deze winkeliers dienen dan wel op hun eigen religieuze rustdag hun winkel gesloten te houden. In het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet is daarbij bovendien voorzien in vrijstellingen van de verplichte zondagssluiting voor winkels die reeds van oudsher ook op
zondag geopend zijn. Uitgebreidere informatie over het vrijstellingenbesluit staat in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. De wet is niet alleen van toepassing op winkels, maar ook op andere vormen van detailhandel, zoals de ambulante handel.
1.2 Gemeentelijke bevoegdheden
Zoals aangegeven is in de Winkeltijdenwet gekozen voor ruimere bevoegdheden voor de gemeente om ook buiten de wettelijke tijden winkelopening toe te staan.
Deze bevoegdheden kunnen worden ingedeeld in:
1.2.1 Bevoegdheden op werkdagen
De gemeentelijke bevoegdheden op werkdagen behelzen feitelijk de mogelijkheid om ook na 22.00 uur winkelopening toe te staan (artikel 7).
In de Winkeltijdenwet is ervoor gekozen om de bevoegdheid om op werkdagen buiten de wettelijke openingstijden ook openstelling van winkels toe te staan, bij de gemeente neer te leggen. Dit betekent niet alleen dat de gemeente hiertoe ruimere mogelijkheden krijgt, maar tevens dat in een Winkeltijdenverordening een bepaling moet voorzien om de detailhandelsactiviteiten mogelijk te maken die na 22.00 uur op werkdagen plaatsvinden. Een voorbeeld hiervan zijn de avondwinkels.
1.2.2 Bevoegdheden op zon- en feestdagen
De gemeenteraad heeft op grond van artikel 3, eerste lid de bevoegdheid om per kalenderjaar maximaal twaalf zon- en feestdagen als koopzondag aan te wijzen. Deze bevoegdheid geldt per deel van de gemeente afzonderlijk en kan worden overgedragen aan het college.
Artikel 2, eerste lid, onder b, van de wet noemt zowel de feestdagen (Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag en eerste en tweede Kerstdag) als de dagen waarop een zogenoemd 19 uur regime geldt (Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december; hierna te noemen: 19 uur dagen). Het begrip feestdagen is gedefinieerd in artikel 1 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet en in artikel 1, onder b, van de verordening. De 19 uur
dagen vallen daar niet onder. Nu in artikel 3, eerste lid, slechts gesproken wordt over zon- en feestdagen, betekent dit dat deze dagen niet als 'koopzondagen' kunnen worden aangewezen indien zij op een zondag vallen. Voor Goede Vrijdag ontstaat dit probleem uiteraard niet, aangezien deze dag altijd op een vrijdag valt.
De wet voorziet in artikel 3, vierde lid, in een bevoegdheid van de gemeente om in een verordening aan een avondwinkel een ontheffing te verlenen voor opening op zon en feestdagen tussen 16.00 en 24.00 uur. Per 15.000 inwoners van de gemeente mag slechts één avondwinkel worden aangewezen. In gemeenten met minder dan 15.000 inwoners mag aan één winkel een dergelijke ontheffing worden verleend. Deze bepaling komt in plaats van de avondwinkelbepaling in de Winkelsluitingswet 1976. Evenals onder de Winkelsluitingswet 1976 dienen deze avondwinkels zich hoofdzakelijk te richten op de verkoop van eet en drinkwaren, met uitzondering van sterke drank in de zin van artikel 1 van de Drank en Horecawet. Een avondwinkel in de zin van de Winkeltijdenwet kan dus op zondagen, feestdagen en 19 uur dagen geopend zijn.
In afwijking van de bepalingen in de Winkelsluitingswet 1976 mogen betrokken winkels thans op werkdagen ook gedurende de reguliere winkeltijden, dus tussen 06.00 uur en 22.00 uur, onbeperkt geopend zijn. Daarnaast kan nog vrijstelling of ontheffing worden verleend voor de uren tussen 22.00 uur en 06.00 uur.
1.2.3 Bevoegdheden voor specifieke situaties: toerisme
De gemeente behoudt de bevoegdheid (artikel 3, derde lid, onder a) om bij verordening voor het plaatselijke toerisme een vrijstelling te verlenen. Deze vrijstelling kan worden verleend voor de gehele gemeente of een deel daarvan. Hierbij geldt de wettelijke voorwaarde dat de lokale aantrekkingskracht voor toeristen niet wordt bepaald door de vrijgestelde winkelopening. Deze bevoegdheid is uitgewerkt in artikel 10 van de verordening.
Zondagopening van campingwinkels kan dus op dit artikel worden gebaseerd. Het terrein waarop de camping ligt kan worden aangewezen als toeristisch gebied.
Ongewijzigd zijn de bevoegdheden van het college om bij plotseling opkomende bijzondere omstandigheden een vrijstelling van de verplichte winkelsluiting te verlenen. Daarnaast kan het college op grond van een verordening op verzoek een ontheffing verlenen bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en voor het uitstallen van goederen.
Alle op grond van de verordening te verlenen vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend en kunnen aan voorschriften worden gebonden.
In artikel 4 van het oude Besluit gemeentelijke ontheffingen Winkelsluitingswet 1976 was een regeling opgenomen voor kunstateliers en galeries. Dit Besluit is op 1 juni 1996 vervallen. Onder de Winkeltijdenwet bestaat geen afzonderlijke regeling meer. Op grond van artikel 4, tweede lid, van de wet, zoals uitgewerkt in artikel 7, eerste lid van de modelverordening, kan het college ontheffing verlenen voor de zon en feestdagen voor afzonderlijke situaties. De wet laat hierin de gemeenten beleidsvrijheid. Indien wordt besloten tot het verlenen van ontheffing voor kunstateliers en galeries, kan het tweede lid van artikel 7 van de modelverordening worden aangevuld met 'kunstateliers en galeries'.
1.3 Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet
In het Vrijstellingenbesluit worden aan enkele vormen van detailhandel landelijke vrijstellingen verleend van de in de Winkeltijdenwet opgenomen verboden van openstelling. Hierbij worden landelijke vrijstellingen voor de gehele week en landelijke vrijstellingen voor alleen zon en feestdagen onderscheiden. Voor de bij de laatste categorie betrokken detailhandelsactiviteiten kunnen voor de werkdagen op lokaal niveau vrijstellingen en ontheffingen worden verleend.
Aan dit onderscheid ligt de keuze ten grondslag om het zwaartepunt bij de mogelijkheid voor het verlenen van vrijstellingen bij de gemeenten te leggen. Voor een beperkt aantal detailhandelsactiviteiten wordt het beschikken over een vrijstelling gedurende de gehele week evenwel van dergelijk landelijk belang geacht, dat hiervoor landelijke vrijstellingen zijn opgenomen. Het betreft de detailhandel in instellingen voor de volksgezondheid, verkeer en vervoer en de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften. Aangezien de bevoegdheid van gemeenten om detailhandel op zon en feestdagen toe te staan beperkt blijft tot twaalf dagen per jaar, voorziet het besluit ook in landelijke vrijstellingen voor enkele soorten detailhandel, die van oudsher op zon en feestdagen plaatsvindt. Het betreft deels winkels die gewoonlijk ook op werkdagen na 22.00 uur geopend zijn. Om de openstelling van deze winkels dan mogelijk te maken, kan in de verordening een vrijstelling of mogelijkheid voor het verlenen van een ontheffing worden opgenomen.
1.3.1 Vrijstellingen geldende op zon en feestdagen en op werkdagen
De gedurende de gehele week van kracht zijnde vrijstellingen zijn alleen van toepassing op:
-Instellingen van volksgezondheid (apotheken en winkels in en op het terrein van zieken en verpleeghuizen).
De colleges van B en W krijgen daarbij de bevoegdheid om op verzoek een ontheffing te verlenen voor verkooppunten van uitsluitend of hoofdzakelijk eet en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en planten, op ten hoogste 250 meter afstand van de publieksingang van een ziekenhuis of verpleeghuis. Deze ontheffing mag
gelden vanaf een half uur voor de aanvang van de bezoektijden tot het einde daarvan.
-Instellingen van verkeer en vervoer (winkels in NS-stationsgebouwen, luchtvaartterreinen voor intercontinentaal verkeer, shops in benzinestations en wegrestaurants en verkoop ten behoeve van de beroepsscheepvaart).
De colleges van B en W krijgen daarbij de bevoegdheid op verzoek een ontheffing te verlenen aan winkels gericht op reizigers, op knooppunten van openbaar vervoer en voor het verkopen van bloemen en planten op een afstand van ten hoogste 100 meter daarvan.
-Instellingen voor de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften.
1.3.2 Vrijstellingen geldende uitsluitend voor zon- en feestdagen
Vrijstellingen voor uitsluitend de zon- en feestdagen worden in dit besluit verleend voor:
Indien de plaatselijke omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de
gemeenteraad bij verordening bepalen dat deze vrijstelling niet geldt voor de betrokken gemeente of een of meer delen daarvan.
Winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en planten worden verkocht. Winkels in fotoartikelen, indien betreden noodzakelijk is voor het maken van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.
Evenals onder het regime van de Winkelsluitingswet 1976 blijft de controle op de naleving van de regels in eerste instantie een taak van de plaatselijk bevoegde politie in overleg met de gemeente. De Economische Controledienst (ECD) wordt daarbij ingeschakeld als er een landelijke coördinatie vereist is.
Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de wet. In tegenstelling tot de vorige wetgeving is Koninginnedag nu niet meer aangemerkt als een feestdag.
De Algemene wet bestuursrecht (artikel 4:13) bepaalt, dat een beschikking dient te worden gegeven binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn of, bij het ontbreken van zulk een termijn, binnen een redelijke termijn na ontvangst van de aanvraag. Deze redelijke termijn is in ieder geval verstreken wanneer binnen acht weken geen beschikking is gegeven. Uit een oogpunt van klantvriendelijkheid hebben wij hier gekozen voor het afdoen van de aanvraag om een ontheffing binnen vier weken.
De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college. Deze tussenkomst geeft het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger.
Er kunnen omstandigheden zijn, waaronder de ontheffing wordt ingetrokken of gewijzigd. Het woord 'kunnen' duidt erop, dat het een facultatieve bepaling is. Voor het zover komt zal uiteraard zorgvuldig worden onderzocht of zich een van de hier genoemde gevallen voordoet.
De vrijstelling betreft het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.
Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheid de openingstijden op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur te reguleren. Dat kan door gebieden aan te wijzen waarin het verbod niet geldt of door vormen van detailhandel aan te wijzen, waarvoor het verbod niet geldt. Ook kan in afzonderlijke gevallen ontheffing worden verleend.
De verordening gaat er vanuit, dat voor de nachtelijke openstelling ontheffing het belangrijkste instrument is. Per geval is dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met de belangen van de woon- en leefomgeving en de openbare orde.
De ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend. In het Vrijstellingenbesluit (Stb. 1996, 183) is voor een aantal overige vormen van detailhandel alleen de openstelling op zon- en feestdagen geregeld. De openstelling van deze vormen van detailhandel op de uren tussen 22.00 uur en 06.00 uur op werkdagen wordt door artikel 9 van de verordening geregeld.
De grondslag van deze bepaling is artikel 3, derde lid, onder a, van de wet. Zij geeft een vrijstelling voor winkels, markt- en straathandel tussen 09.00 en 22.00 uur op zondagen en een aantal feestdagen. De bepaling is van belang voor de toeristische aantrekkingskracht van Vlissingen.
Ontheffing Winkeltijdenwet op grond van toeristische aantrekkingskracht: de aantrekkingskracht voor het publiek moet liggen in de reeds aanwezige toeristische functie en niet in de detailhandel als zodanig. Onderbouwing met een feitelijk onderzoek noodzakelijk. College van Beroep voor het bedrijfsleven, AWB 02/1112; 09-11-2003;JG 03.0196. Vindplaats:LJN-nr. AJ9978. Uitgangspunt van de Winkeltijdenwet is dat de ondernemer individueel kan bepalen op welke tijden de winkel geopend is. Er zijn slechts beperkingen gesteld aan de openstelling op zondag en tijdens de nachtelijke uren terwijl de gemeente de bevoegdheid krijgt daarvoor vrijstelling te verlenen. Ontheffingsmogelijkheden zijn onder andere geregeld in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet. Om lokale overheden zoveel mogelijk ruimte te geven de diverse belangen tegen elkaar af te wegen kan de gemeenteraad bij verordening bepalen of er behoefte is aan andere ontheffingsmogelijkheden. Deze mogelijkheid geeft gemeenten de ruimte om maatwerk te leveren. In onderhavige casus bepaalt artikel 9 van de Verordening winkeltijdenwet Skârsterlan dat het college ontheffing kan verlening voor openstelling op zon- en feestdagen. Het college heeft in een bijlage bij de Verordening winkels opgesomd die al dan niet voor ontheffing in aanmerking komen. In concreto komt het erop neer dat detailhandel en winkels in de food-sector niet in aanmerking komen voor de ontheffing, omdat zij geen specifieke bijdrage leveren aan de toeristische (watersport) aantrekkingskracht van dorp X. Hierover oordeelt het CBB dat alvorens het college afwijzend beslist er voorafgaand een degelijk onderzoek moet plaatsvinden naar de omzet want zonder marktonderzoek is namelijk niet duidelijk vast te stellen of het hier winkels betreft die specifiek bijdragen aan de toeristische aantrekkingskracht. Kortom met deze uitspraak geeft het CBB het signaal af dat het college maatwerk moet leveren. Alleen op grond van de Verordening en een uitgewerkte bijlage kan het college niet concluderen dat supermarkten niet in aanmerking komen voor een ontheffing van het verbod op de zondagsopenstelling.
Zondagsopenstelling van winkels met toepassing van de zgn. toerismebepaling. Wijziging Verordening winkeltijden Roosendaal onverbindend. Niet nader ingevulde en daarom onvolledige vrijstelling. Toeristische aantrekkingskracht. Stichting belanghebbende (CBB 21 januari 2009, nr. AWB 08/73, Gst. 2009, 73214, nr. 29)
De Winkeltijdenwet voorziet een limitatieve regeling van de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder de gemeenteraad, dan wel het college bevoegd zijn vrijstelling, dan wel ontheffing te verlenen van de in artikel 2, eerste lid sub a en b neergelegde verboden. Ontheffingsmogelijkheid is maatwerk. Meer dan 12 koopzondagen per jaar niet toegestaan, gemeente Breda. (CBB 9 januari 2009, nr. AWB 06/443, Gst. 2009, 7314, nr. 30)
Gelet op het feit dat de Winkeltijdenwet op 1 juni 1996 in werking treedt is er voor gekozen de verordening per gelijke datum in te laten gaan.