Organisatie | Oosterhout |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel aanwijzing belastingplichtige en/of WOZ-belanghebbende in keuzesituaties Belastingsamenwerking West-Brabant |
Citeertitel | Beleidsregel aanwijzing belastingplichtige en/of WOZ-belanghebbende in keuzesituaties Belastingsamenwerking West-Brabant |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-02-2015 | 01-01-2015 | 29-04-2016 | nieuwe regeling | 05-12-2014 zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-12518.html, 12-02-2015 | Wijziging beleidsregels aanwijzing belastingplichtige in keuzesituaties |
het bepaalde ter zake van de belastingplicht in de verordeningen op de heffing en invordering van belastingen, zoals deze zijn vastgesteld door gemeenteraden en algemeen bestuur van de deelnemers in de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West-Brabant;
Mede gelet op het bepaalde in hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken en op artikel 18 van de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West-Brabant;
Beleidsregels aanwijzing belastingplichtige in keuzesituatie
In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich, dat verschillende natuurlijke en/of niet-natuurlijke personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende of roerende zaak, perceel, aansluiting, hond, etc.). In de gevallen waarin dat voorkomt mag de heffingsambtenaar de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In die gevallen hanteert de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking West-Brabant (hierna: BWB) een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt (hierna: ‘heffingsplichtige’). De voorkeursvolgorde is gebaseerd op de veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn. Ook bij de aanwijzing van een belanghebbende aan wie de bekendmaking van de WOZ-beschikking zal worden verzonden, kan zich een keuzesituatie voordoen. In een dergelijk geval hanteert de heffingsambtenaar van de BWB een voorkeursvolgorde, waarbij wordt beoogd de belanghebbende die de WOZ-beschikking op zijn of haar naam krijgt, gelijk te laten zijn aan de belastingplichtige voor de onroerende-zaakbelastingen die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria voor de hierna genoemde belastingen bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.
2. Voorkeursvolgorde bij gelijk zakelijk recht
Met betrekking tot de belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in volgorde gesteld ten name van degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft.
Voor de gemeente die van de heffing en/of de WOZ geen deel uitmaakt van de BWB, degene die door die gemeente als WOZ-belanghebbende is aangewezen.
3. Voorkeursvolgorde gebruiker woning / woonruimte
Met betrekking tot de belastingen die worden geheven terzake van het gebruik van een woning (afvalstoffenheffing en rioolheffing woningen) dan wel van een woonruimte (watersysteemheffing ingezetenen, zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing) wordt de aanslag gesteld op naam van degene die in een Basisregistratie Personen (BRP) als bewoner op dat adres staat ingeschreven. Indien er meer personen op het adres staan ingeschreven wordt de aanslag op naam van één van hen gesteld. De voorkeursvolgorde is:
Degene die op basis van 1 en/of 2 hiervoor is aangewezen en gebruiker is van deze woning/woonruimte, dan wel voor zover de woning/woonruimte gelegen is in een gemeente die geen deel uitmaakt van de BWB van de heffing en/of de WOZ, degene die door die gemeente op dezelfde voet is aangewezen en gebruiker is van die woning/woonruimte
Indien de eigenaar geen gebruiker is van de woning/woonruimte dan wordt de voorkeursvolgorde:
4. Voorkeursvolgorde gebruiker niet-woning / bedrijfsruimte
Met betrekking tot de belastingen die worden geheven terzake van het gebruik van een niet-woning (OZB, reclamebelasting, BIZ-, riool en incidenteel afvalstoffenheffing) dan wel bedrijfsruimte (zuiverings- en verontreinigingsheffing), wordt de aanslag gesteld op naam van degene die volgens het Nieuw Handelsregister (NHR) op dat adres als gevestigde staat ingeschreven. Indien meer natuurlijke of niet-natuurlijke personen op het adres staan ingeschreven wordt de aanslag in de navolgende volgorde op naam van één van hen gesteld:
degene die in een Basisregistratie Personen (BRP) als bewoner op dat adres staat ingeschreven
5. Voorkeursvolgorde subjectgebonden heffingen: hondenbelasting
6. Voorkeursvolgorde subjectgebonden heffingen: precariobelasting
9. Inwerkingtreding en overgangsrecht
De beleidsregel aanwijzing belastingplichtige vastgesteld d.d. 4 november 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in lid 2 genoemde datum. Met dien verstande dat deze beleidsregel blijft gelden voor de beschikken genomen voor die datum;