Organisatie | Leerdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2015 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt per 1 januari 2015 de Verordening rioolheffing 2014.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 11-12-2014 zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2014-83109.html, 30-12-2014 | Z.14-08543 |
De raad van de gemeente Leerdam,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;
overwegende de begrotingsvoorstellen 2015 en de wenselijkheid om de Verordening rioolheffing 2014 te actualiseren;
gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2015 (Verordening rioolheffing 2015)
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
Onder de naam ‘rioolheffing’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 van deze verordening bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de rioolheffing geheven voor elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater en grondwater dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van 12 maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
De rioolheffing bedraagt voor de eerste eenheid van 1 tot en met 300 kubieke meter en elke volgende eenheid van 300 kubieke meter water per jaar: € 275,28, waarbij een deel voor een geheel telt.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de rioolheffing worden betaald in één termijn, die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid van dit artikel gestelde termijn.
Geen kwijtschelding wordt verleend bij de invordering van de rioolheffing, zoals bedoeld in artikel 6 van deze verordening voor zover deze meer bedraagt dan het tarief voor de eerste 300 kubieke meter, hetgeen geldt per perceel.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Verordening rioolheffing 2014’, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 12 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de genoemde datum van ingang van de heffing in het derde lid van dit artikel, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.