Organisatie | Brielle |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Brielle 2015 |
Citeertitel | Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Brielle |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | Nieuwe regeling | 09-12-2014 | sector samenleving |
De raad van de gemeente Brielle;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 2014, volgnummer 65;
gelet op: De artikelen 140 en 141 van de Wet op het primair onderwijs, de artikelen 134 en 135 van de Wet op de expertisecentra en de artikelen 96g en 96h van de Wet op het voortgezet onderwijs.
Vast te stellen de Verordening Materiële Financiële Gelijkstelling 2015; onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Materiële Financiële Gelijkstelling 2008.
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. het college: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Brielle;
b. schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de experti-secentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bij-zondere school of, voorzover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;
• school voor basisonderwijs: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs; • school voor (voortgezet) speciaal onderwijs: een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de expertisecentra en een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;
• school voor voortgezet onderwijs: school of scholengemeenschap voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor hoger en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, voor voorbereidend beroepsonderwijs en voor praktijkonderwijs.
d. nevenvestiging: deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs, of van de Wet op de expertisecentra, artikel X van de wet van 31 mei 1995 (Stb. 319) of van de Wet op het voortgezet onderwijs voor bekostiging in aanmerking is gebracht.
e. voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlage van deze verordening;
f. aanvullende voorziening: een door het college vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de verorde-ning tijdelijk wordt aangevuld;
g. indieningsdatum: uiterste moment zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;
h. toekenningscriteria: de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze veror-dening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aanvullende voorziening;
i. tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;
j. subsidieplafond: het door de raad vastgestelde bedrag, voor een door de raad aangewezen voorziening, dat ten hoogste beschikbaar is binnen een bepaald tijdvak;
k. feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van het college waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;
l. subsidievaststelling: de beschikking van het college waarin het subsidiebedrag voor een voorziening of aanvullende voorziening definitief wordt vastgesteld en een recht op uitbetaling ontstaat.
Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden
Artikel 5. Toevoegen, wijzigen en intrekkenArtikel
Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.
Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen. Bij de indiening van een aanvraag en de verstrekking van de gegevens dient het schoolbestuur gebruik te maken van het door het college vastgestelde formulier.
De aanvraag vermeldt: raadsbesluit Brielle
a. naam en adres van het schoolbestuur;
d. de naam van de school en de onderwijssoort indien de voorziening is bestemd voor een school;
e. een motivering dat wordt voldaan aan de toekenningscriteria.
Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.
Paragraaf 2.2 Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden
Paragraaf 2.3 Toekenning; intrekking of wijziging; verbod vervreemding
Artikel 13. Intrekken of wijzigen
Het college kan een beschikking intrekken of ten nadele van het schoolbestuur wijzigen:
a. op grond van feiten en omstandigheden waarvan het college bij de toekenning van de voorziening redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de toekenning van de voorziening anderszins zou hebben plaatsgevonden;
b. indien het schoolbestuur niet voldoet aan de in de beschikking gestelde verplichtingen;
c. indien de beschikking onjuist was en het schoolbestuur dit wist of behoorde te weten.
Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld, dan wel de handelingen als bedoeld in artikel 13, eerste lid onder b, heeft plaatsgevonden, nog geen vijf jaren zijn verstreken.Ten onrechte feitelijk beschikbaar gestelde voorzieningen kunnen worden teruggevorderd voor zover na de dag waarop de voorziening is toegekend nog geen vijf jaren zijn verstreken en de aard van de voorziening dit mogelijk maakt.
Artikel 15. Verbod tot vervreemding
Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.
Artikel 16. Informatieverstrekking
Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.