Organisatie | Zundert |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Burgerinitiatief gemeente Zundert 2015 |
Citeertitel | Verordening Burgerinitiatief gemeente Zundert 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuur en recht |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-02-2015 | nieuwe regeling | 13-01-2015 | 2014/14706 |
De raad van de gemeente Zundert;
gelezen het voorstel van het presidium d.d. 09-09-2014;
gehoord het advies van de Ronde Hal d.d. 07-10-2014 en 09-12-2014;
gelet op de betreffende bepalingen in de Gemeentewet;
gelet op het aangenomen amendement Al van Dorpsbelangen, CDA en VVD;
vast te stellen de volgende verordening:
In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de raad.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 13-01-2015,
De raad voornoemd.
De griffier,
drs. J.J. Rochat
De voorzitter,
L.C.Poppe-de Looff
Toelichting (artikelsgewijs) op de Verordening Burgerinitiatief gemeente Zundert 2015
Het burgerinitiatief geeft de burgers het recht om zelf direct voorstellen letterlijk op de politieke agenda te plaatsen. Het is een uitgewerkte vorm van het petitierecht, dat wil zeggen de mogelijkheid van burgers om een petitie aan te bieden. Het verschilt van het petitierecht doordat de raad zich verplicht door burgers – procedureel juist – ingediende voorstellen op zijn agenda te zetten en te behandelen. Het burgerinitiatief zal op die manier de participatie en betrokkenheid van burgers vergroten en geeft hen de mogelijkheid direct invloed uit te oefenen op de raadsagenda. Onderwerpen die de gemeenteraad naar hun idee zou moeten agenderen, kunnen onder bepaalde voorwaarden op de raadsagenda worden geplaatst. Er vindt vervolgens reguliere besluitvorming in de raad plaats.
Het burgerinitiatief past in het versterken van de volksvertegenwoordigende rol van de raad: één van debeoogde effecten van de dualisering. maken. Zo wordt een kanaal aangelegd waarlangs zaken die in de samenleving leven hun weg vinden naar de politieke agenda. Het burgerinitiatief bepaalt mede de onderwerpen in de raad en tast daardoor in zekere zin de bevoegdheid van de raad de eigen agenda vast te stellen aan. Daarom is het gerechtvaardigd het burgerinitiatief aan voorwaarden te verbinden.
Gekozen is de term "burgerinitiatiefvoorstel" te hanteren voor de aanduiding van het voorstel dat een burger bij de gemeenteraad kan indienen. De begripsomschrijving voor de invulling van deze term gaat er van uit dat een burger alleen concrete voorstellen kan indienen bij de raad. Een voorbeeld hiervan kan zijn het voorstel om de accommodatie van een voetbalvereniging te verplaatsen. Het is aan de raad om te beslissen of het burgerinitiatief nadere uitwerking behoeft.
Uit dit artikel volgt dat de raad een burgerinitiatief op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsenindien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde (lid 1). De gemeenteraadzal zich in dat geval dus moeten uitspreken over het burgerinitiatief. In het tweede lid is vastgelegd aan welkevereisten een geldig verzoek moet voldoen:
In artikel 3 (zie hierna) wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is. Over het vereiste dat het verzoek door tenminste 25 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund (lid 2, sub a) kan het volgende worden opgemerkt. Het burgerinitiatief biedt burgers de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de agenda van de gemeenteraad. Het is daarom een inbreuk op het uitgangspunt dat de raad zijn eigen agenda vaststelt. Dit is alleen gerechtvaardigd als het burgerinitiatief door een bepaald gedeelte van de bevolking wordt gedragen. Het staat de raad vrij de hoogte van de drempel te bepalen. Om er zeker van te zijn dat het gaat om een serieus verzoek is gekozen voor een drempel van 25 initiatiefgerechtigden. Deze drempel biedt voldoende garantie dat het burgerinitiatief gedragen wordt door een deel van de bevolking.
Artikel 3: Initiatiefgerechtigden
Het ligt voor de hand het initiatiefrecht toe te kennen aan kiesgerechtigden voor de gemeenteraadsverkiezingen, vanuit de gedachte dat het burgerinitiatief een instrument is om burgers bij de besluitvorming van de raad te betrekken en te beïnvloeden. Wie kiesgerechtigd is, is vastgelegd in artikel B 3van de Kieswet. Er is voor gekozen gebruik te maken van de mogelijkheid om de categorie initiatiefgerechtigden uit te breiden door de leeftijd ten opzichte van de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen naar 16 jaar om zo tot op zekere hoogte ook participatie van jongeren mogelijk te maken.
Bij de geldigheid van een burgerinitiatief gaat het niet alleen om de vraag men of initiatiefgerechtigd is en of het voorstel door voldoende initiatiefgerechtigden wordt ondersteund. Het is verstandig om ook beperkingen te stellen aan de inhoud van het burgerinitiatief. De in het eerste lid opgenomen beperkingen vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Zo is het weinig efficiënt de gemeenteraad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp dat niet tot de bevoegdheid van de gemeente behoort (sub a).
Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een burgerinitiatief zijn (sub b). Voor dit soortvragen staan de burger andere wegen open, zoals het sturen van een brief of het aanvragen van een gesprek met de wethouder.Ook moet worden voorkomen dat het burgerinitiatief andere procedures zoals bezwaar- of de klachtprocedure
doorkruist (sub c en e). Met het oog hierop is bepaald dat het burgerinitiatief geen bezwaar tegen eengenomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden. Hiervoor heeft deburger andere wegen.Voorts is het niet wenselijk dat met betrekking tot financiële aangelegenheden van de gemeente eenburgerinitiatief kan worden ingediend. Het gaat hierbij om integrale documenten die zich niet lenen voor eenburgerinitiatief. Vandaar dat, evenals in diverse andere gemeenten, de gemeentelijke begroting, tarieven enbelastingen zijn uitgezonderd (sub h).
Benoemingen en aanstellingen van personen lenen zich evenmin voor een burgerinitiatief (sub d).Evenmin is het de bedoeling dat zaken die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest opnieuwonderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming door de raadte zeer kunnen frustreren. De raad kan zelf bepalen welke termijn zij daarvoor geschikt acht. In de verordeningis gekozen voor de periode van 2 jaar, dan wel de huidige raadsperiode. Er kan geen burgerinitiatief wordeningediend over een onderwerp waarover de raad korter dan 2 jaar tevoren, dan wel in de raadsperiode waarinhet burgerinitiatief wordt ingediend, een besluit heeft genomen (sub f). Het is aan de initiatiefnemer om aan tetonen dat het burgerinitiatief een voorstel betreft dat eerder geen onderwerp van een raadsbesluit is geweest.
Artikel 5: Procedure bij indiening
Het burgerinitiatief moet schriftelijk aan de raad worden gericht ter attentie van de griffier. De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig technisch toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de toelaatbaarheid. Hierin voorziet het tweede lid. De gekozen termijn van twee weken is voldoende om te kunnen controleren of het verzoek aan de indieningsvereisten voldoet. Een burgerinitiatief waarover de raad niet bevoegd is, zal door de griffier worden doorgezonden naar het college, burgemeester of andere instantie (lid 6).
Artikel 6: Advies van burgemeester en wethouders
Voor een goede behandeling in De Ronde en raad is het gewenst dat het college vooraf in de gelegenheid is gesteld om haar zienswijze op het burgerinitiatief kenbaar te maken aan raad- en burgerleden. Dat advies kan dan gebruikt worden in hun voorbereiding.
Artikel 7: Behandeling in De Ronde
Naast het inhoudelijke advies van het college zal de griffier een procedureel advies toevoegen aan het raadsvoorstel, dat in De Ronde ter advisering voorligt.
Artikel 8: Besluitvorming in de gemeenteraad
Ook kan de raad van mening zijn dat nader onderzoek moet worden gedaan. De initiatiefnemer zal hoe dan ook steeds over het vervolgtraject worden ingelicht en waar nodig en mogelijk erbij worden betrokken. In de praktijk zal dit betekenen dat elk burgerinitiatief voor advies zal worden voorgelegd aan het college. Dat is ook logisch want dan het college gemotiveerd aangeven wat nodig is om een burgerinitiatief verder uit te werken. Op basis van dat advies kan de raad een gemotiveerde afweging maken.
Met dit artikel worden waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van het burgerinitiatief door de raad.
Wordt het verzoek tot plaatsing van het burgerinitiatief op de raadsagenda door de raad afgewezen, dan iser sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep op de
rechter openstaan. Besluit de raad het burgerinitiatief te agenderen, dan is er sprake van een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3 Awb).
Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatief zelf, zal er sprake zijn van een besluit in de zinvan de Algemene wet bestuursrecht dat vatbaar is voor bezwaar en beroep.
Artikel 11: Verantwoording in het Burgerjaarverslag
De burgemeester zal jaarlijks een verslag over het burgerinitiatief uit brengen. Hierbij valt te denken aangetalsmatige gegevens (aantal ingediende, aantal toegewezen en aantal afgewezen burgerinitiatieven), en
aan een beknopt overzicht van de inhoud van de burgerinitiatieven, de besluiten van de raad over deburgerinitiatieven en de motivatie op grond waarvan de raad tot deze besluiten is gekomen. In het Wet
dualisering gemeentebestuur is voor de burgemeester de plicht opgenomen een burgerjaarverslag op testellen. Om praktische redenen is ervoor gekozen het verslag over het burgerinitiatief daarin op te nemen.