Organisatie | Elburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet gemeente Elburg |
Citeertitel | Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet gemeente Elburg |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Participatiewet, art. 47
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 04-04-2016 | Nieuwe regeling | 15-12-2014 Gemeenteblad, 2015, nr. 12693 | Onbekend |
Aldus besloten door de raad der gemeente Elburg in zijn vergadering van 15 december 2014
de voorzitter, de griffier,
F.A. de Lange M.C. Luiting.
Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet. Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden
bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:
- die algemene bijstand ontvangen;
- als bedoeld in de artikelen 34a, vijfde lid, onderdeel b, 35, vierde lid, onderdeel b, en 36, derde lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het
minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d is verleend;
- personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet;
- personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet;
- personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte werkloze werknemers;
- personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.
Om een goede werking van de cliëntenraad te waarborgen worden de leden van de cliëntenraad worden ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente. De regering hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen.
Dit artikel bepaalt hoe de cliëntenparticipatie concreet wordt vorm gegeven.
Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het beleid ligt het voor de hand een cliëntenraad samen te stellen die bestaat uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zelf of vertegenwoordigers uit belangenorganisaties
Om de actieve betrokkenheid van alle personen goed tot zijn recht te kunnen laten komen, is het van belang dat de cliëntenraad een afspiegeling is van alle in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet genoemde doelgroepen. Een evenredige vertegenwoordiging van bovengenoemde
groepen in de cliëntenraad is daarom het uitgangspunt van deze verordening. Dit voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is. Dit uitgangspunt is in overeenstemming met het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. De doelstelling van dit verdrag is het bevorderen, beschermen en waarborgen van het volledige genot door alle personen met een handicap van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid en het bevorderen van de eerbiediging van hun inherente waardigheid (zie het Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 2007, nummer 169).
Het verbeteren van de participatie van klanten was (en is) de voornaamste doelstelling van het instellen van de Adviesraad. De Adviesraad richt zich niet alleen op de bestrijding van armoede, maar houdt zich ook bezig met activering en uitstroom.
De Adviesraad adviseert als het college daar om verzoekt, maar tevens is de raad vrij om ongevraagd het college van advies te voorzien. In dit artikel is geregeld dat de Adviesraad zoveel mogelijk vóór de besluitvorming om advies gevraagd wordt. Ook mag de Adviesraad deskundigen raadplegen, contacten onderhouden met soortgelijke raden en werkgroepen instellen rond bepaalde onderwerpen.
De mogelijk bestaat om een klankbordgroep in het leven te roepen, die als schakel functioneert tussen de individuele klant en de gemeente.
Artikel 5 Individuele belangenbehartiging
Duidelijk is dat het niet gaat om individuele belangenbehartiging, maar om collectieve!
Artikel 6 Organisaties die vertegenwoordigd zijn in de Adviesraad
In de Adviesraad zijn momenteel het Gehandicaptenberaad, het Couragefonds, de FNV en een drietal diaconieën – uit elke kern één – vertegenwoordigd. Het college bepaalt uiteindelijk welke instelling en vertegenwoordiger wordt toegelaten.
Artikel 7 Personen die zitting hebben in de Adviesraad
Voldoende klantleden is een punt van zorg, maar gestreefd wordt naar zoveel mogelijk klantleden, juist om de cliëntenparticipatie te optimaliseren. Het college beslist uiteindelijk over de toelating.
Gekozen is voor voortzetting van de huidige, praktische oplossing, die verder voor zich spreekt.
Artikel 9 Beëindiging deelname aan Adviesraad
Er zijn enkele criteria geformuleerd die het aftreden regelen. Het derde lid is opgenomen op verzoek van de Adviesraad.
Artikel 10 Vergaderingen en werkwijze
De leden van de Adviesraad mogen zelfstandig vergaderingen beleggen, bijvoorbeeld als voorbereiding op de overlegvergadering. Zo kunnen de leden van de Adviesraad zich samen beraden over een in te nemen standpunt. De Adviesraad heeft een eigen dagelijks bestuur. Pas in de overlegvergadering en dus na het uitwisselen van argumenten zal de Adviesraad het advies richting het college formuleren.
Artikel 47 van de Participatiewet schrijft voor dat geregeld moet worden hoe het periodiek overleg met klanten of hun vertegenwoordigers geregeld moet worden. Ondermeer in dit artikel wordt daar invulling aan gegeven. Per jaar worden tussen de 4 en 12 overlegvergaderingen gehouden met de Adviesraad die uit instellingen en uit klanten bestaat. De wethouder Sociale Zaken zit de overlegvergaderingen voor, terwijl een medewerker van de afdeling Sociale en Burgerzaken zorgt voor secretariële ondersteuning. Laatstgenoemde is tevens aanspreekpunt voor de leden van de Adviesraad.
Artikel 12 Agendering overlegvergadering
Artikel 47 van de Participatiewet zegt dat bij verordening geregeld moet worden hoe gespreksonderwerpen aangedragen kunnen worden voor een overleg. Artikel 12 wil daarin voorzien. Duidelijk zal zijn dat de Adviesraad volledige inbreng heeft bij het tot stand komen van de agenda.
Artikel 13 Openbaarheid vergaderingen
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 14 Verstrekken van benodigde informatie
Artikel 47 van de Participatiewet schrijft voor dat klanten of hun vertegenwoordigers voorzien moeten worden van de benodigde informatie om adequaat deel te kunnen nemen aan het overleg. In artikel wordt dit gewaarborgd, hetgeen overigens ook nu al praktijk is.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
In de begroting kan worden aangegeven welke kosten de Adviesraad zelf denkt te maken. Het gaat dan om de kosten van deskundigheidsbevordering, het bezoeken van bepaalde themadagen, een potje voor ‘lief en leed’ in voorkomende gevallen en diverse onkosten (porto, kopieën etc…).
Artikel 17 Overige faciliteiten
De Adviesraad kan – in goed overleg – beschikken over vergaderruimte in het gemeentekantoor. De leden van de Adviesraad ontvangen een onkostenvergoeding per bijgewoonde overlegvergadering, conform een eerder genomen collegebesluit. Deze vergoeding wordt niet gekort op de uitkering op grond van artikel 31 lid 2 onder k Participatiewet. Er zijn gemeenten die klanten die zitting hebben in een Advies- of klantenraad volledige ontheffing van de arbeidsplicht verlenen, maar dat gaat wel erg ver. Wel is het goed om faciliteiten te bieden ter voorbereiding op de vergaderingen en voor de vergaderingen zelf. Zo wordt voorkomen dat een ‘lastig’ lid van de Adviesraad geregeld tijdens een overlegvergadering wordt opgeroepen voor een heronderzoek in het kader van de arbeidsinschakeling. Anderzijds kan een klant zich niet achter dit artikel verschuilen als er nog mogelijkheden voor arbeidsparticipatie zijn.
Deze slotartikelen spreken voor zich en behoeven geen nadere toelichting.