Organisatie | Kapelle |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels Verordening jeugdhulp gemeente Kapelle 2015 |
Citeertitel | Nadere regels jeugdhulp gemeente Kapelle 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-02-2015 | 01-01-2015 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 16-12-2014 | 45/2h |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Kapelle;
overwegende dat de gemeenteraad van Kapelle bij besluit van 25 november 2014, nummer 2014/78 heeft vastgesteld de Verordening jeugdhulp gemeente Kapelle 2015 (hierna: Verordening);
dat de raad in de Verordening heeft bepaald dat het college ter uitwerking van die verordening nadere regels dient te stellen;
gelet op de Wet van 1 maart 2014 inzake regels over de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor preventie, ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen (Jeugdwet) van 14 maart 2014, Staatsblad 2014, nummer 105, en de artikelen 4, 6 en 13 van de Verordening jeugdhulp gemeente Kapelle 2015;
vast te stellen het navolgende:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
voorziening anders dan in het kader van de Jeugdwet, op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen;
behoefte van een jeugdige of zijn ouders aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de wet;
de al dan niet via een verleningsbeschikking toegankelijke op de jeugdige of zijn ouders toegesneden jeugdhulpvoorziening die door het college in natura of bij Pgb wordt verstrekt;
overige voorzieningen als bedoeld in artikel 2.9, onder a, van de wet, waarvoor geen verleningsbeschikking van het college vereist is;
persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet, zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden te betrekken;
melding van een hulpvraag als bedoeld in artikel 4;
H Commissie toewijzing Jeugdhulp:
een groep van personen met specialistische inhoudelijke kennis over beperkingen van cliënten die geraadpleegd worden en het mandaat hebben om specialistische hulp in te schakelen;
Hoofdstuk 3 Toegang jeugdhulp via de gemeente
Het college verzamelt alle voor het onderzoek, bedoeld in artikel 5, van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie en maakt vervolgens zo spoedig mogelijk met hem een afspraak voor een gesprek. Hierbij brengt het college de jeugdige en zijn ouders op de hoogte van de mogelijkheid om binnen een redelijke termijn een familiegroepsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet op te stellen. Als de jeugdige en zijn ouders daarom verzoeken, draagt het college zorg voor ondersteuning bij het opstellen van een familiegroepsplan.
Voor het gesprek verschaffen de jeugdige of zijn ouders aan het college alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college voor het onderzoek nodig zijn en waarover zij redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen. De jeugdige of zijn ouders verstrekken in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Hoofdstuk 5 Regels voor persoonsgebonden budget
Artikel 11 Hoogte van het persoonsgebonden budget (Pgb)
In afwijking van het eerste lid kan het college een hoger persoonsgebonden budget toekennen als voor deze hulpvraag geen passende individuele voorziening in natura beschikbaar is en 75% van de kostprijs van de meest vergelijkbare individuele voorziening in natura niet toereikend is om de bij de hulpvraag passende jeugdhulp in te kopen. De kostprijs van de individuele voorzieningen is vastgesteld in het financieel besluit. Het persoonsgebonden budget dat het college toekent, bedraagt maximaal 100% van de meest vergelijkbare individuele voorziening in natura.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Artikel 13 Inspraak en medezeggenschap
Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntengroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen en bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.