Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Opsterland

Verordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie Opsterland 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOpsterland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie Opsterland 2015
CiteertitelVerordening gemeentelijke rekenkamercommissie Opsterland 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 81oa.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-02-201521-11-2018nieuwe regeling

02-02-2015

Gemeenteblad, 2015, nr. 12187, 11-02-15

2014-45673

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie Opsterland 2015

De raad van de gemeente Opsterland ,

 

- gelet op artikel 81oa van de Gemeentewet;

- gelet op de aanbevelingen van het overdrachtsdocument raad 2010-2104;

- gelet op de brief van de burgemeester van Ooststellingwerf, Opsterland en Weststellingwerf d.d. 18 maart 2014;

- gelet op de aansluiting van de raad d.d. 2 februari 2015 bij het bestuursconvenant inzake de Instelling en instandhouding van de personele unie van de gemeentelijke rekenkamercommissies voor de Ooststellingwerf, Opsterland en Weststellingwerf;

 

- gelezen het voorstel van het presidium d.d. 6 januari 2015,

 

B E S L U I T

 

vast te stellen de volgende

 

Verordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie Opsterland 2015

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. wet: Gemeentewet;

b. de raad: de gemeenteraad van Opsterland;

c. het presidium: de vergadering van raadsvoorzitter en fractievoorzitters in elke raad

d. commissie: de door de raad ingestelde rekenkamercommissie;

e. voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

f. het budget: het bedrag dat de raden die deelnemen aan de personele unie per jaar gezamenlijk beschikbaar stellen voor het functioneren van de rekenkamercommissie en het verrichten van onderzoeken welke voortvloeien uit de toepassing van deze verordening.

g. college: college van burgemeester en wethouders van Opsterland.

 

Artikel 2 Rekenkamercommissie

1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie Opsterland.

2. De rekenkamercommissie bestaat uit drie leden, de voorzitter daaronder begrepen.

3. De rekenkamercommissie wijst zelf één van de leden als vice-voorzitter aan.

 

Artikel 3 taken en bevoegdheden rekenkamercommissie

De taken en bevoegdheden van de commissie zijn zoals beschreven in artikel 182 tot en met 185 gemeentewet.

 

Artikel 4 Benoeming leden

1. De raad benoemt de twee leden en de voorzitter. De leden maken geen deel uit van de raad.

2. De leden worden voor een periode van 4 jaar benoemd.

3. Voorafgaand aan een benoeming van de voorzitter en de overige leden van de commissie pleegt de raad desgewenst overleg met de commissie, met uitzondering van de eerste keer.

 

Artikel 5 Taken voorzitter

1. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en het secretariaat.

2. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt de vicevoorzitter op als voorzitter.

 

Artikel 6 Eed en gedragscode

1. Ten aanzien van de leden is artikel 81g van de wet (eed of verklaring en belofte) van overeenkomstige toepassing.

2. Ten aanzien van de leden is de door de gemeenteraad vastgestelde gedragscode voor bestuurders van toepassing.

 

Artikel 7 Ontslag en non-activiteit

1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

2. Het lidmaatschap van een lid eindigt:

a. op eigen verzoek;

b. bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie zoals verwoord in de wet;

c. wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

d. indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

e. indien de raad het vertrouwen in een lid opzegt;

f. indien de commissie door de raad wordt opgeheven.

3. De leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij

door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

 

Artikel 8 Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de rekenkamercommissie

1. De leden ontvangen een vaste vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie (€ 200,- voor de voorzitter, € 160 voor de overige leden) en een vaste vergoeding voor het verrichten van onderzoek ( voorzitter € 75,-, overige leden € 60 per uur). Tevens worden de reiskosten vergoed naar de daarvoor in het algemeen bij de gemeente geldende maatstaf.

2. De vergoedingen genoemd in het eerste lid komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

 

Artikel 9 Secretaris.

1. De commissie benoemt zelf haar secretaris.

2. De als secretaris benoemde persoon is niet anderszins, direct of indirect, werkzaam onder verantwoordelijkheid van college of raad.

3. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

4. De secretaris legt verantwoording af aan de voorzitter van de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

5. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging, verzamelen van informatie, de vorming van dossiers en communicatietaken. De secretaris kan ook worden belast met het contracteren van onderzoekers en het verrichten van onderzoekswerk.

 

Artikel 10 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling ter kennisneming naar de raad.

 

 

 

Artikel 11 Onderwerpselectie en onderzoeksopzet

1. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

3. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor argumenten aanvoeren.

 

Artikel 12 Werkwijze

1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet;

2. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren;

3. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek;

4. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken;

5. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen;

6. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen;

7. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het concept onderzoeks¬rapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoe¬ring (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt;

8. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

 

Artikel 13 Budget

1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

a. de vergoedingen aan de leden en aan de ambtelijke secretaris;

b. externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

c. eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad. De besteding van het budget zal onderdeel uitmaken van de accountantscontrole.

 

Artikel 14 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking op de dag na de publicatie van de verordening.

2. De verordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie Opsterland 2012 wordt gelijktijdig ingetrokken.

 

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie Opsterland 2015.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Opsterland

van 2 februari 2015

De griffier, De voorzitter,

Ieke Zwart Ellen van Selm