Organisatie | Almelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Rekenkamercommissie gemeente Almelo 2010 |
Citeertitel | Verordening Rekenkamercommissie gemeente Almelo 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
regeling treedt ipv. verordening Rekenkamercommissie, nr. 2235
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-02-2010 | 25-06-2019 | nieuwe regeling | 09-02-2010 Onbekend | Onbekend |
Raadsbesluit van 9 februari 2010, houdende vaststelling van de verordening Rekenkamercommissie gemeente Almelo 2010.
In deze verordening wordt verstaan onder:
Rekenkamercommissie: de commissie die is ingesteld bij besluit van de gemeenteraad en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beoogde beleid, alsmede de doelmatige voorbereiding en uitvoering daarvan;
TAAK SAMENSTELLING EN LIDMAATSCHAP VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE
Artikel 2.1 Taak van de commissie
De Rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijke beleid, van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.
Artikel 2.2 Samenstelling Rekenkamercommissie
“Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de Rekenkamercommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de Rekenkamercommissie naar eer en geweten zal vervullen.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! of: Dat verklaar en beloof ik!”
3.De Rekenkamercommissie wijst uit de leden genoemd in lid 1 sub C een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de Rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. Hij voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met de ambtelijk secretaris.
Artikel 2.3 Besluitvorming in de Rekenkamercommissie
Artikel 2.4 Einde van het lidmaatschap
wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uit
Artikel 2.5 Verboden betrekkingen en verboden handelingen.
DE WERKWIJZE VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE
Artikel 3.1 Reglement van orde
De Rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na de vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de gemeenteraad.
Artikel 3.2 Onderwerpen voor en beslissing tot uitvoeren van onderzoek
1.Suggesties tot het verrichten van een onderzoek kunnen worden gedaan
Artikel 3.3 Uitvoering van het onderzoek en rapportage
De Rekenkamercommissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De Rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan de secretaris en de overige medewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijdeterzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de Rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.
De Rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van Bestuur kan de Rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de Rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de Rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.
De Rekenkamercommissie stelt betrokken ambtenaren in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de Rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De Rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.
De Rekenkamercommissie stelt het bestuur in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die tenminste twee weken bedraagt, zijn zienswijze op het onderzoek en de nota aan de Rekenkamercommissie kenbaar te maken. Indien nodig kan de Rekenkamercommissie gemotiveerd afwijken van het houden van bestuurlijk hoor en wederhoor.
Na vaststelling door de Rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen met een raadsvoorstel, zo spoedig mogelijk, aan de raad aangeboden. Hierbij worden de bestuurlijke reacties gevoegd. De raad bespreekt de onderzoeksresultaten op basis van het rapport en de nota met conclusies en aanbevelingen.
DE ONDERSTEUNING VAN DE REKENKAMERCOMMISSIE
Artikel 4.1 Ambtelijk secretaris
Artikel 4.2 Onderzoeksmedewerk(st)ers
Onderzoeksmedewerk(st)ers kunnen, indien de Rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid als bedoeld in artikel 3.3, derde lid toekent, alle informatie verzamelen die de Rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de Rekenkamercommissie.
Artikel 6.1 Citeertitel; inwerkingtreding
Gedaan ter openbare vergadering van 9 februari 2010
drs. C.M. Steenbergen J.H.M. Hermans-Vloedbeld
Memorie van toelichting op de Verordening Rekenkamercommissie gemeente Almelo 2010 (verordening RCA 2010)
In de vergadering van 29 januari 2004 heeft de gemeenteraad van Almelo de Verordening Rekenkamercommissie gemeente Almelo 2003 (verordening RCA 2003) vastgesteld. Nadien heeft de gemeenteraad bij besluiten van 6 februari 2007 en 15 januari 2008 de verordening gewijzigd.
Voorgesteld wordt de verordening RCA 2003 in te trekken en te vervangen door de verordening RCA 2010. De aanleiding van de nieuwe verordening is dat de verordening RCA 2003 op een aantal onderdelen niet voldoet aan de huidige werkwijze en samenstelling van de RCA. Tevens zijn enkele wijzigingen van tekstuele aard aangebracht en is een nieuwe passage ten aanzien van de vergoeding van de externe leden opgenomen.
Artikelsgewijs zijn de volgende wijzigingen in de verordening aangebracht. De wijzigingen in de verordening zijn met rood en onderstreept aangegeven.
Artikel 2.6: de hoogte van de vergoedingen van de externe leden moet door de gemeenteraad worden vastgesteld (overeenkomstig artikel 81k van de Gemeentewet). De RCA zet in een afzonderlijke notitie de hoogte van de vergoedingen en de wijze van aanpassing (indexering) uiteen (zie voorstel tot aanpassing van de vergoedingen voor de externe leden van de RCA).
Artikel 3.3: De RCA kan indien nodig gemotiveerd afwijken van het houden van bestuurlijk hoor en wederhoor. De opname van deze passage laat deze mogelijkheid toe. Voorts is de bepaling gewijzigd dat de nota met conclusies met inbegrip van de aanbevelingen en met een raadsvoorstel aan de raad wordt aangeboden.