Organisatie | Emmen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reclameverordening van de gemeente Emmen |
Citeertitel | Reclameverordening van de gemeente Emmen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Financiën en economie |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2010 | 28-02-2015 | nieuwe regeling | 24-06-2010 Zuidervelder, Emmen officieel, dinsdag 5 oktober 2010 -II | Onbekend. |
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen alsmede in de op basis van deze verordening vastgestelde uitvoeringsregelingen en beleidsregels, wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:
Artikel 2:1 Verbod op commerciële reclame
Het is een ieder verboden zonder vergunning van het college op, in of aan zaken welke aan de gemeente in eigendom toebehoren, zowel roerend als onroerend, commerciële reclame te bevestigen of te laten bevestigen in de vorm van een opschrift, aankondiging, afbeelding of verwijzing in welke vorm dan ook die vanaf de weg of vanaf een andere voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar is.
Het is een rechthebbende op een onroerende zaak verboden zonder vergunning van het college deze zaak of een daarop aanwezig object te gebruiken of het gebruik daarvan toe te laten voor het maken van commerciële reclame met behulp van een opschrift, aankondiging, afbeelding of verwijzing in welke vorm dan ook, die vanaf de weg of vanaf een andere voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar is.
Het in het tweede lid gestelde verbod geldt op overeenkomstige wijze voor de rechthebbende op een voer- of vaartuig dan wel op een ander object met een opschrift, aankondiging, afbeelding of verwijzing in welke vorm dan ook, dat op, aan of boven een weg of in een openbaar water staan- of ligplaats heeft ingenomen, is geplaatst c.q. is aangebracht dan wel zich voortbeweegt net het kennelijke doel commerciële reclame te maken.
opschriften betrekking hebbend op de naam en/of aard van in uitvoering zijnde bouwwerken en/of op de namen van degenen die bij het ontwerp en/of de uitvoering van het bouwwerk betrokken zijn, mits deze opschriften zijn aangebracht op borden bij of op de in uitvoering zijnde bouwwerken zelf, zulks voor zolang zij feitelijke betekenis hebben;
Indien ingevolge het bepaalde in lid 4 geen vergunning is vereist, dienen de daarin bedoelde opschriften, aankondigingen en afbeeldingen niettemin zodanig te worden uitgevoerd en aangebracht dat de onroerende zaak en/of de omgeving naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet wordt ontsierd en de veiligheid van het verkeer niet in gevaar wordt gebracht. Indien door een opschrift, aankondiging of afbeelding als bedoeld in lid 4 de veiligheid van het verkeer in gevaar wordt gebracht of ernstige hinder en/of ontsiering voor de omgeving wordt veroorzaakt, is het college bevoegd de rechthebbende op dan wel de hoofdgebruiker van de onroerende zaak aan te schrijven ter beperking of ter opheffing van dit gevaar of deze hinder.
Het college is bevoegd om door middel van een vergunning als bedoeld in het tweede lid voor telkens één jaar maximaal tweederde van het aantal aangewezen locaties als bedoeld in het zevende lid uit te geven aan één of meerdere beroepsmatig opererende bedrijven, die op hun beurt weer bevoegd zijn deze locaties te gebruiken dan wel te laten gebruiken door derden, al dan niet tegen een aan de beroepsmatig opererende bedrijven af te dragen vergoeding.
Het college stelt ter uitvoering van het in het achtste lid bepaalde beleidsregels op waarbij in ieder geval een overgangsregeling wordt vastgesteld ten behoeve van binnen de gemeente Emmen beroepsmatige opererende bedrijven. De overgangsregeling geldt tot maximaal drie jaar na vaststelling van deze verordening.
Artikel 2:2 Verbod op aankondigingen e.d.
Het college is bevoegd om door middel van het verlenen van een vergunning het beheer van de in het tweede lid bedoelde locaties steeds voor een periode van één jaar over te dragen aan een nader door hen aan te wijzen organisatie van sociale, culturele en/of maatschappelijke aard, die bij uitsluiting van anderen bevoegd is deze locaties zelf te gebruiken dan wel te laten gebruiken door derden, al dan niet tegen een door een aan de organisatie af te dragen vergoeding.
HOOFDSTUK 3 Reclamevergunningen
Artikel 3:1 Aanvraag om reclamevergunning
Indien niet wordt voldaan aan één of meerdere in dit artikel gestelde eisen, kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen. Alvorens te besluiten aan aanvraag niet te behandelen stelt het college de aanvrager binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag in de gelegenheid om de aanvraag aan te vullen. De termijn voor het indienen van aanvullende gegevens bedraagt twee weken. De beslistermijn wordt opgeschort met ingang van de dag waarop het college de aanvrager heeft uitgenodigd de aanvraag aan te vullen, tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.
Artikel 3:2 Te late indiening aanvraag
Indien een aanvraag voor een reclamevergunning wordt ingediend minder dan acht weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de reclamevergunning nodig heeft, kan het college besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen indien het van mening is dat de aard van de gevraagde reclamevergunning zodanig is dat voor een verantwoorde beoordeling van de aanvraag onvoldoende tijd aanwezig is. Artikel 4:5, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.
Alvorens toepassing te geven aan het eerste lid sub a. wordt hieromtrent advies van een commissie van onafhankelijke deskundigen gevraagd. Hetgeen in de vigerende Bouwverordening van de gemeente Emmen omtrent het welstandstoezicht is bepaald, vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van de advisering over aanvragen om reclamevergunning.
Artikel 3:4 Vorm van de reclamevergunning
Reclamevergunningen worden schriftelijk verleend en gesteld op naam van de aanvrager.
Artikel 3:5 Voorschriften en wijziging reclamevergunning
De houder van een reclamevergunning is verplicht die vergunning op eerste vordering ter inzage af te geven aan hen, die belast zijn met het opsporen van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten alsmede aan hen die zijn belast met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze regeling gegeven voorschriften.
Artikel 3:7 Intrekking van de reclamevergunning
Door of namens het college kan een verleende reclamevergunning, nadat de vergunninghouder in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze met betrekking tot het voornemen de vergunning in te trekken weer te geven, worden ingetrokken, indien:
de zaak waarop of waaraan het reclameobject is geplaatst waarvoor reclamevergunning is verleend een verandering ondergaat en door het handhaven van de opschriften, aankondigingen, verwijzingen, afbeeldingen, objecten en dergelijke de omgeving naar het oordeel van het college wordt ontsierd en hieraan door het stellen van voorschriften niet kan worden tegemoet gekomen;
Het college is bevoegd om binnen zes maanden na evaluatie van het door hen gevoerde beleid, de door hen vastgestelde beleidsregels aan te passen. Beleidsregels die na de in dit lid genoemde termijn van zes maanden worden vastgesteld, kunnen eerst dan in werking treden na de eerstvolgende jaarlijkse evaluatie.
Artikel 4:1 Opsporing en toezicht
1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast personen die bij bijzondere wetten met de opsporing van de daarin bedoelde strafbare feiten worden belast en personen die bij verordening zijn belast met het toezicht op de naleving van die verordening, een en ander voor zover het die feiten betreft en die personen zijn beëdigd.
2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de door het college dan wel de burgemeester aangewezen personen.
Personen, die bij of krachtens wettelijk voorschrift zijn belast met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde, en opsporingsambtenaren, die en voorzover zij zijn belast met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening, zijn bevoegd elke plaats te betreden voor zover de aard en strekking van deze verordening dat vereist, met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner.
HOOFDSTUK 5 Straf- en slotbepalingen
Overtreding van een bij of krachtens deze verordening vastgestelde verbodsbepaling, niet-nakoming van een bij of krachtens deze verordening opgelegde verplichting en niet-nakoming van een of meer voorschriften aan een reclamevergunning verbonden, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de eerste categorie.
Indien en voorzover de bepalingen uit deze verordening een grotere belasting inhouden voor de aanvrager, worden de aanvragen om vergunning op grond van de bij raadsbesluit van 22 juni 2000 vastgestelde “Reclameverordening van de gemeente Emmen” overeenkomstig de bij raadsbesluit van 22 juni 2000 vastgestelde “Reclameverordening van de gemeente Emmen” behandeld, indien en slechts voor zover zij zijn gedateerd en ontvangen voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening.