Organisatie | Vlissingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting Vlissingen 2015 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2016 | Onbekend | 10-04-2015 Onbekend | Onbekend |
Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.
1.In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel : aan één locatie gebonden ruimte
of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die
zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent
afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig
artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren
De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:
die aan een ambtenaar van politie als bedoeld in de Politiewet 1993 toebehoren en voor welke de Koninklijke Nederlandse Politiehondenvereniging een diploma heeft uitgereikt, zolang dat diploma geldig is en de eigenaar zich heeft verbonden de hond voor politiedoeleinden te allen tijde ter beschikking van de commissaris van politie te stellen.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
1.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
2 In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de hiervoor gestelde termijnen.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.
Artikel 11 Kwijtschelding van belasting
Bij de invordering van hondenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12 Inwerkingtreding / citeertitel
De "Verordening hondenbelasting Vlissingen 2014", vastgesteld bij raadsbesluit van 19 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.