Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den
IJssel;
overwegende, dat het wenselijk is het beleid omtrent de tegenprestatie vast
te leggen in nadere regels;
gezien het advies van de Cliëntenraad van 10 december 2014;
gelet op artikel 2 onder b van de verordening tegenprestatie participatiewet
en IOAW/IOAZ gemeente Capelle aan den IJssel;
b e s l u i t :
vast te stellen:
Nadere regels verordening tegenprestatie participatiewet en IOAW/IOAZ
gemeente Capelle aan den IJssel
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
- 1.
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
Verordening: verordening tegenprestatie participatiewet en IOAW/IOAZ
gemeente Capelle aan den IJssel.
- 2.
Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze nadere
regels gebruikt in dezelfde betekenis als in de Participatiewet, IOAW en
IOAZ.
Artikel 2 Opdragen werkzaamheden
- 1.
De uitkeringsgerechtigde krijgt zelf de gelegenheid binnen twintig
werkdagen werkzaamheden aan te dragen die voldoen aan het bepaalde in
artikel 3 van de verordening.
- 2.
Wanneer de uitkeringsgerechtigde niet binnen twintig werkdagen
werkzaamheden heeft aangedragen die voldoen aan het bepaalde in artikel
3 van de verordening, dan legt het college aan uitkeringsgerechtigde
werkzaamheden voor, zo mogelijk meerdere soorten.
- 3.
Wanneer het college niet binnen één maand na het verstrijken van de
periode zoals genoemd in lid 2 van dit artikel werkzaamheden voorlegt,
dan treedt artikel 6 van de verordening in werking.
Artikel 3 Beschikking en plan van aanpak
De verplichting tot een tegenprestatie naar vermogen wordt middels een
beschikking opgelegd, met als bijlage een plan van aanpak waarin de
afspraken met de uitkeringsgerechtigde zijn vastgelegd. Hierin is tenminste
opgenomen:
- a.
een omschrijving van de werkzaamheden;
- b.
de omvang en duur van de werkzaamheden;
- c.
de locatie van de werkzaamheden.
Artikel 4 Niet of onvoldoende meewerken tegenprestatie
Als de uitkeringsgerechtigde niet of in onvoldoende mate meewerkt aan de
opgelegde tegenprestatie naar vermogen, wordt deze gedraging conform de
Afstemmingsverordening Participatiewet 2015 gesanctioneerd.
Artikel 5 Aantonen ontheffingsgrond
- 1.
De uitkeringsgerechtigde kan aantonen dat er sprake is van een
ontheffingsgrond, zoals genoemd in artikel 7, lid 1 van de verordening,
door het overleggen van een indicatie of verklaring die de
noodzakelijkheid van mantelzorg kan aantonen.
- 2.
De uitkeringsgerechtigde kan aantonen dat er sprake is van een
ontheffingsgrond, zoals genoemd in artikel 7, lid 2 van de verordening,
door het overleggen van een ondertekende vrijwilligersovereenkomst.
Artikel 6 Verzekering tijdens tegenprestatie
- 1.
De partij waar de tegenprestatie wordt verricht is primair
verantwoordelijk voor het handelen van de uitkeringsgerechtigde en kan
de daaruit voortvloeiende schade als gevolg van wettelijke
aansprakelijkheid of ongevallen niet afwentelen op de
uitkeringsgerechtigde.
- 2.
Kosten wegens door een uitkeringsgerechtigde aan eigendommen van derden
toegebracht schade, alsmede schade als gevolg van ongevallen, tijdens
werk- en reisuren worden in beginsel verhaald op een ongevallen- en
aansprakelijkheidsverzekering van de gemeenschappelijke regeling
IJSSELgemeenten
- 3.
De uitkering dan wel vergoeding is niet hoger dan de binnen de
betreffende polis vastgestelde maximum bedragen.
- 4.
Het college is niet aansprakelijk voor een vergoeding voor de verrichte
tegenprestatie als de bijstand achteraf wordt teruggevorderd over een
periode waarin de verplichting tot tegenprestatie is opgelegd.
Artikel 7 Citeertitel
Deze Nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels verordening
tegenprestatie participatiewet en IOAW/IOAZ gemeente Capelle aan den
IJssel.
Artikel 8 Inwerkingtreding
De nadere regels treden in werking met ingang van de dag volgend op die van
de bekendmaking en werken terug tot 1 januari 2015.
Capelle aan den IJssel, 3 februari 2015.
Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,