Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Brummen

Subsidieregeling Nieuwe Algemene voorzieningen WMO 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBrummen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Nieuwe Algemene voorzieningen WMO 2015
CiteertitelSubsidieregeling Nieuwe Algemene voorzieningen WMO 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp
Externe bijlageaanvraagformulier subsidieregeling Wmo 2015

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op 09-12-2014 heeft het college de subsidiebeleidsregel algemene voorzieningen maatschappelijke ondersteuning voor 2015 vastgesteld (BW14.0661). In het advies staat opgenomen dat een aanvraag binnen dient te zijn voor 30-01-2015. Ook is besloten een richtbedrag van € 200.000 vast te leggen voor de subsidietoekenning algemene voorzieningen Begeleiding. Wegens hapering in de procesgang is de beleidsregel na besluitvorming niet gepubliceerd. De subsidiebeleidsregel is op 03-02-2015 opnieuw vastgesteld met aanpassing van de opgenomen indieningsdata.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  2. Algemene subsidieverordening gemeente Brummen
  3. Verordening Wmo 2015

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-02-201531-12-2019nieuwe regeling

03-02-2015

Digitaal gemeenteblad 'Brummense Berichten', 11-02-2015

BW15.0078

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Nieuwe Algemene voorzieningen WMO 2015

Het college van burgemeester en wethouders van Brummen heeft besloten om:

  • 1.

    De sluitingsdatum voor het indienen van een subsidieaanvraag te verzetten naar 15 maart 2015, respectievelijk 1 juni 2015, 1 oktober 2015.

  • 2.

    De notitie "Nieuw te ontwikkelen algemene voorzieningen ten behoeve van Begeleiding" (beschrijvend document) met gewijzigde data opnieuw vast te stellen;

  • 3.

    De subsidiebeleidsregel nieuwe algemene voorzieningen WMO 2015 met gewijzigde datum opnieuw vast te stellen;

  • 4.

    Het aanvraagformulier met gewijzigde datum opnieuw vast te stellen;

Artikel 1. Algemene bepalingen

  • 1.

    Tenzij in deze regeling uitdrukkelijk anders wordt vermeld, gelden de voorwaarden en bepalingen van de Algemene Subsidieverordening gemeente Brummen (V12.00002).

  • 2.

    Voor subsidieverstrekking geldt naast het bepaalde in deze subsidieregeling tevens het bepaalde in de beschrijving van de subsidieregeling (INT15.0225)

  • 3.

    Voor toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      Asv: de Algemene Subsidieverordening gemeente Brummen (V12.00002);

    • b.

      Awb: Algemene wet bestuursrecht.

    • c.

      instelling: een organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit, die zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten ten behoeve van de inwoners van de gemeente Brummen.

    • d.

      integraal aanbod: een dekkende en evenwichtige spreiding van functies afgestemd op de aantoonbare behoefte van de inwoners.

    • e.

      uitvoeringsovereenkomst: een schriftelijke overeenkomst tussen de subsidieontvanger en de gemeente waarvan de totstandkoming één van de voorwaarden is voor de verlening van de subsidie.

    • f.

      Wmo: Wet maatschappelijke ondesteuning

Artikel 2. Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Het college kan op aanvraag aan een instelling subsidie verstrekken voor activiteiten die strekken tot het realiseren van een integraal aanbod van de navolgende functies afgestemd op de aantoonbare behoefte van de inwoners:

    a. Ontmoeting;

    b. Dagbesteding;

    c. Cliëntondersteuning;

    d. Maatschappelijke opvang;

    f. Toeleiden begeleiding naar participatie

  • 2.

    De subsidie, als bedoeld in lid 1, wordt in de vorm van een jaarlijkse subsidie verstrekt, met uitzondering van 1b.,die wordt halfjaarlijks vastgesteld.

Artikel 3. Subsidie

  • 1.

    Het college stelt een richtbedrag vast voor het subsidiëren van de in artikel 2 lid 1 genoemde functies.

  • 2.

    Het college kan eerder vastgestelde richtbedrag verhogen of verlagen.

Artikel 4. De aanvraag

In afwijking van artikel 17, lid 1 Asv dient de eerste aanvraag voor het subsidiejaar 2015 vóór 15 maart 2015 ingediend te worden bij het college op het daarvoor door het college vastgestelde aanvraagformulier voorzien van de bijbehorende bijlagen.

Artikel 5. Eisen aan de aanvrager

Voor subsidiëring op grond van deze regeling komen uitsluitend in aanmerking instellingen die:

  • a.

    beschikken over aantoonbare kennis en ervaring in het desbetreffende werkgebied;

  • b.

    zijn ingebed in de lokale sociale infrastructuur;

  • c.

    sectorconforme tarieven hanteren;

  • d.

    samenwerken in een samenwerkingsverband;

  • e.

    beschikken over een vrijwilligersbeleid;

  • f.

    beschikken, indien van toepassing, over beroepskrachten die de Nederlandse taal in woord en geschrift beheersen;

  • g.

    werken op methodische wijze, indien er sprake is van beroepskrachten;

  • h.

    een regeling vastgesteld hebben voor de afhandeling van klachten c.q. medezeggenschap van cliënten;

  • i.

    bij het uitvoeren van de activiteiten alleen gekwalificeerde beroepskrachten inzet die beschikken over competenties en vaardigheden conform bijgevoegd competentieprofiel; bij inzet van vrijwilligers dient altijd toezicht te worden gehouden door beroepskrachten.

  • j.

    geen eigen bijdrage heffen, met uitzondering van consumptieve en recreatieve .goederen

Artikel 6. Aanvullende beoordelingscriteria en verdeling subsidie

  • 1.

    Alle tijdig en volledig ingediende aanvragen met betrekking tot in deze subsidieregeling subsidiabel gestelde activiteiten worden tevens getoetst aan de hand van de navolgende kwaliteitscriteria:

    • a.

      de mate waarin de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd beantwoorden aan de doelstellingen van de betreffende functie(s).

    • b.

      de mate waarin de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd bijdragen aan de kwaliteit van het integrale aanbod.

    • c.

      de mate waarin sprake is van een integraal aanbod.

    • d.

      de mate waarin innovatieve projecten een onderscheidende bijdrage leveren aan producten, diensten of resultaten van de betreffende functie(s).

    • e.

      de mate waarin sprake is van (bestaande) samenwerking tussen de subsidiepartners binnen het integrale aanbod en op welke wijze aan deze samenwerking uitvoering wordt gegeven.

    • f.

      de mate waarin sprake is van (bestaande) samenwerking met overige sociale partners, waaronder de gemeente en op welke wijze aan deze samenwerking uitvoering wordt gegeven.

    • g.

      de mate waarin een relatie wordt gelegd met de doelstellingen van de Wmo en de overige functies, als bedoeld in artikel 2.1.

  • 2.

    De instellingen die het hoogst in rangorde staan komen in aanmerking voor subsidie voor zover de subsidieverstrekking bijdraagt aan het realiseren van het integrale aanbod en tot het subsidie richtbedrag als bedoeld in artikel 3 is bereikt.

Artikel 7. Aanvullende weigeringsgronden

  • 1.

    De subsidieverlening kan, naast de in artikel 4:25, 4:35 Awb en artikel 8 Asv genoemde gevallen, geweigerd worden indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

    • a.

      de activiteiten blijkens de ingediende begroting een onvoldoende betrouwbare financiële basis hebben;

    • b.

      de activiteiten geen aantoonbare bijdrage leveren aan het integrale aanbod;

    • c.

      de activiteiten onvoldoende bijdragen aan de doelstellingen van de Wmo en de functies als bedoeld in artikel 2 lid 1;

    • d.

      de subsidieaanvrager niet voldoet aan de in artikel 5 gestelde eisen.

Artikel 8. Subsidiabele kosten

De subsidie wordt verstrekt tot het maximum van de aantoonbare behoefte.

Artikel 9. Voorwaarden

  • 1.

    Subsidie kan worden verleend onder de opschortende voorwaarde dat ter zake van de uitvoering van de verleningsbeschikking een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 lid 1 van de Awb tot stand komt.

  • 2.

    Een subsidie ten laste van de gemeentebegroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen in deze begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

Artikel 10. Verplichtingen

  • 1.

    Het college kan in aanvulling op artikel 9 van de Asv aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opleggen:

    • a.

      de subsidieontvanger verleent alle medewerking aan evaluatie en monitoring van gesubsidieerde activiteiten;

    • b.

      de subsidieontvanger informeert het college onverwijld indien de continuïteit van de gesubsidieerde activiteiten in het geding zijn;

    • c.

      de subsidieontvanger leeft de op hem rustende verplichtingen uit hoofde van de Wmo en de daarop gebaseerde of daarmee verband houdende wet- en regelingeving na;

    • d.

      de subsidieontvanger blijft gedurende de looptijd van de subsidie voldoen aan de eisen en criteria zoals genoemd in deze subsidieregeling;

    • e.

      de subsidieontvanger is op de hoogte van en neemt, indien nodig, deel aan relevante netwerken voor informatie-uitwisseling. Verder gebruikt de subsidieontvanger bij voorkeur lokale expertisecentra bij het uitvoeren van haar dienstverlening;

    • f.

      de subsidieontvanger is op de hoogte van en sluit aan bij gebiedsgerichte ontwikkelingen op het gebied van welzijn en zorg;

    • g.

      de subsidieontvanger bepaalt op basis van behoefte analyse van het gebied, de inzet van personeel en verkrijgt voor die inzet op voorhand instemming van het college. De behoefte analyse dient aan te sluiten op de gevraagde resultaten;

    • h.

      de subsidieontvanger is in het bezit van een verklaring omtrent gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet Justitiële en strafvorderlijke gegevens voor beroepskrachten en andere personen die beroepsmatig met de cliënten in contact komen;

    • i.

      de subsidieontvanger draagt er zorg voor dat de beroepskrachten continu worden opgeleid en bijgeschoold op basis van relevante ontwikkelingen;

    • j.

      dient te beschikken over een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling conform die wetgeving.

  • 2.

    Het college kan daarnaast bij subsidieverlening nog overige doelgebonden verplichtingen opleggen.

Artikel 11. Voorschotten

  • 1.

    Aan de subsidieontvanger wordt een voorschot van 100 % van het verleende subsidiebedrag uitbetaald.

  • 2.

    Het voorschot wordt binnen 6 weken na de subsidieverlening in termijnen betaalbaar gesteld.

Artikel 12. Vaststelling van de subsidie

  • 1.

    Art 19, 20 en 21 Asv zijn van toepassing op de vaststelling van de subsidie.

  • 2.

    De verslaglegging van de activiteiten als bedoeld in artikel 20 bevat naast “tellen” (kwantiteit) ook elementen van “vertellen” (klanttevredenheid/beleving).

Artikel 13. Afwijkingsbevoegdheid

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een aanvrager afwijken van één of meerdere bepalingen van deze regeling.

Artikel 14. Evaluatie

Deze regeling wordt periodiek geëvalueerd.

Artikel 15. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de dag na de dag van bekendmaking.

  • 2.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “subsidieregeling Nieuwe Algemene voorzieningen WMO 2015”.

Aldus vastgesteld in de B&W-vergadering d.d. 3 februari 2015

loco-gemeentesecretaris, E. Hanzens

wnd. burgemeester, A.J. van Hedel

Aanvraagformulier Subsidieregeling Nieuwe Algemene voorzieningen Wmo 2015 Brummen

aanvraagformulier subsidieregeling Wmo 2015