Organisatie | Sint Eustatius |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | Eilandsverordening op de heffing en invordering van motorrijtuigenbelasting (Verordening motorrijtuigenbelasting 2013) |
Citeertitel | Verordening motorrijtuigenbelasting 2013 |
Vastgesteld door | Eilandsraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Abusievelijk is in artikel 20, lid 1, een wijzigingsopdracht geformuleerd die niet kan worden doorgevoerd.
Deze regeling vervangt de Motorrijtuigenbelastingverordening St. Eustatius.
De gegevens van inwerkingtreding zijn ontleend aan de bron van afkondiging van de tekstplaatsing.
Eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen ter uitvoering van artikel 12 van de Verordening Motorrijtuigenbelasting 2013
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-03-2013 | Nieuwe regeling | 21-03-2013 A.B. 2013, no. 26 | Onbekend |
DE EILANDSRAAD VAN HET OPENBAAR LICHAAM SINT EUSTATIUS
OVERWEGENDE dat op grond van artikel 55 (Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba) de eilandelijke Motorrijtuigenbelasting kan worden geheven ter zake van het houden van personenauto’s, motorrijwielen, autobussen, vrachtauto’s of bestelauto’s die naar hun aard geschikt zijn om op de openbare weg te worden gebruikt en die binnen of op het grondgebied van het openbare lichaam worden gebruikt;
OVERWEGENDE dat het wegens de gewijzigde staatkundige structuur wenselijk is de eilandsverordening Motorrijtuigenbelasting Sint Eustatius 1974 08-03-1974 A.B. 1974, no. 1 en de daarop gebaseerde eilandsbesluiten houdende algemene maatregelen, worden vervangen door een belastingverordening met bijbehorende tarieventabel als bedoeld in artikel 54 Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
dat het derhalve noodzakelijk is dat het openbaar lichaam Sint Eustatius een eilandsverordening vaststelt op de heffing en invordering van Motorrijtuigenbelasting;
GELEZEN het voorstel van het bestuurscollege d.d. 12 februari 2012 nummer 0035/13;
GELET OP de artikelen 40 en 55 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en artikel 166, eerste en tweede lid, onderdeel h, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
vast te stellen de Eilandsverordening op de heffing en invordering van motorrijtuigenbelasting (Verordeningmotorrijtuigenbelasting 2013);
Artikel 2 Voorwerp van de belasting en belastbaar feit
Onder motorrijtuig als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan: een personenauto, motorrijwiel, autobus, vrachtauto of bestelauto, die, onderscheidenlijk dat naar zijn aard voor gebruik op de openbare weg is bestemd en overeenkomstig deze bestemming binnen of op het grondgebied van het openbaar lichaam wordt gebruikt.
De belasting wordt niet geheven ter zake van een motorrijtuig:
dat wordt gehouden door in de openbare lichamen van Sint Eustatius, Saba of Bonaire wonende of gevestigde personen, is voorzien van voor die openbare lichamen geldige nummerplaten en waarmee niet langer dan een maand van de openbare weg binnen of op het grondgebied van het openbaar lichaamgebruik wordt gemaakt, onder voorwaarde van wederkerigheid;
Artikel 5 Maatstaven van heffing en belastingtarieven
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel welke als integraal onderdeel van deze verordening dient te worden beschouwd, met dien verstande dat indien er een nieuwe nummerplaat aangeschaft moet worden het tarief met $45.00 verhoogd wordt.
Voor een motorrijtuig waarvoor in het lopende of een voorgaand belastingtijdvak geen nummerplaat is afgegeven, vangt het belastingtijdvak aan met ingang van de dag waarop het gebruik van de openbare weg met het motorrijtuig wordt geconstateerd, tenzij aannemelijk is dat het gebruik van de openbare weg binnen of op het grondgebied van het openbaar lichaam eerder heeft plaatsgevonden, in welk geval het belastingtijdvak aanvangt met ingang van dat eerdere tijdstip.
De belasting wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een ontvangstbewijs, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt door uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing als het motorrijtuig waarvoor een nummerplaat is afgegeven in de loop van het belastingtijdvak van houder wisselt en de bij het motorrijtuig behorende nummerplaat of nummerplaten met het daarbij horende ontvangstbewijs aan dit motorrijtuig verbonden blijft of blijven.
Bij een verandering aan het motorrijtuig zodanig dat de voor het motorrijtuig verschuldigde belasting hoger is dan die vóór de verandering, is de belasting over de na die verandering in het kalenderjaar nog resterende gehele of gedeeltelijke kalenderkwartalen naar dat hogere bedrag verschuldigd. De voor het oorspronkelijke motorrijtuig geheven belasting over dezelfde periode wordt als voorheffing in mindering gebracht.
Teruggaaf van belasting wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 77 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba indien het motorrijtuig na een schade in de loop van het belastingtijdvak technisch gezien niet meer gerepareerd kan worden en de bij dat motorrijtuig behorende nummerplaat of nummerplaten en het daarbij behorende ontvangstbewijs bij de Het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar worden ingeleverd;
Artikel 12 Uitgifte nummerplaat en ontvangstbewijs
Elke nummerplaat is geldig voor het kalenderjaar, dat daarop is uitgedrukt, en, zolang geen nieuwe nummerplaat voor het volgende kalenderjaar is afgegeven, voor de eerste maand van dat kalenderjaar, een en ander mits een geldig, bij die nummerplaat behorend ontvangstbewijs bedoeld in het vierde lid kan worden getoond.
Artikel 13 Vervanging van onleesbaar, onbruikbaar of verloren geraakte nummerplaten
Onleesbaar of onbruikbaar geraakte nummerplaten kunnen bij de door het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar worden ingeleverd ter vervanging door andere nummerplaten. De door het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar gaat slechts tot vervanging van de nummerplaten over na betaling van de vastgestelde prijs ervan. Het nummer van de onleesbaar of onbruikbaar geraakte nummerplaten wordt ingetrokken.
Voor verloren geraakte nummerplaten worden desgevraagd andere nummerplaten uitgereikt, mits nog een van de eerder uitgereikte, geldende nummerplaten kan worden ingeleverd. De door het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar gaat slechts tot uitreiking van andere nummerplaten over na betaling van de vastgestelde prijs ervan. Het nummer van de verloren geraakte nummerplaten wordt ingetrokken.
Bij toepassing van het eerste of tweede lid moet het in artikel 12, vierde lid, bedoelde, voor het motorrijtuig afgegeven ontvangstbewijs aan de door het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar worden aangeboden ter wijziging van de daarop gestelde gegevens, die daarop tevens een aantekening plaatst van de uitgifte van de nieuwe nummerplaat of nummerplaten.
Artikel 14 Vervanging of overname motorrijtuig in de loop van het belastingtijdvak
Indien de houder van een motorrijtuig waarvoor de in een belastingtijdvak verschuldigd geworden belasting is betaald, dit motorrijtuig in dat belastingtijdvak vervangt door een ander motorrijtuig, is hij verplicht het hem voor dat belastingtijdvak uitgereikte ontvangstbewijs, bedoeld in artikel 12, vierde lid, ter wijziging aan de door het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar aan te bieden.
Nadat de door het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar het ontvangstbewijs, bedoeld in het vorige lid, heeft gewijzigd en aan de houder heeft teruggegeven, is deze bevoegd de voor het afgeschafte motorrijtuig uitgegeven nummerplaat of nummerplaten over te brengen op het in gebruik te nemen motorrijtuig.
Indien voor het in gebruik te nemen motorrijtuig op grond van het in artikel 12, tweede lid, bedoelde besluit andere nummerplaten zijn vereist, worden, in afwijking van het tweede lid, nieuwe nummerplaten uitgereikt tegen inlevering van de oude nummerplaten en na betaling van de eventueel op grond van artikel 8 verschuldigde hogere belasting en de vastgestelde prijs van de nummerplaten.
Degene die een motorrijtuig, waarvoor de in een belastingtijdvak verschuldigd geworden belasting is betaald, in dat belastingtijdvak van een ander overneemt, is bevoegd, nadat hij het ontvangstbewijs, bedoeld in artikel 12, vierde lid, door de door het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar heeft doen wijzigen, zich op de openbare weg van de voor het motorrijtuig uitgegeven nummerplaat of -platen te bedienen.
Artikel 15 Overige verplichtingen ten dienste van de belastingheffing en -invordering
De houder van een motorrijtuig is gehouden om ter gelegenheid van de betaling van de belasting te overleggen een geldig bewijs van verzekering, zoals bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen BES, als ook zodanig bij het motorrijtuig behorende geldige bescheiden als de door het Bestuurscollege aangewezen heffingsambtenaar nodig oordeelt voor de vaststelling van het belastingbedrag en de bepaling van de soort en het aantal van de af te geven nummerplaten.
Het bij de nummerplaat behorende en per belastingtijdvak uitgegeven ontvangstbewijs moet gedurende het gebruik van de openbare weg met het motorrijtuig tijdens dat belastingtijdvak in het motorrijtuig aanwezig zijn en op eerste vordering van de ambtenaren, belast met het toezicht op de naleving of met het opsporen van de overtredingen van deze verordening, worden getoond.
Artikel 16 Nadere regels door het bestuurscollege
Het bestuurscollege kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van deze belasting, daaronder begrepen regels met betrekking tot nummerplaten en ontvangstbewijzen.
een motorrijtuig op de openbare weg te laten staan of daarmee over de openbare weg te rijden terwijl dat niet, niet zichtbaar en leesbaar of niet op de ingevolge artikel 12, tweede lid, onder c, aangewezen plaatsen is voorzien van de bij of krachtens deze verordening voorgeschreven geldige nummerplaat of -platen;
een motorrijtuig op de openbare weg te laten staan of daarmee over de openbare weg te rijden wanneer op dat motorrijtuig enig teken of middel is aangebracht, waardoor de herkenning, daaronder begrepen de herkenning met behulp van technische voorzieningen, van de op grond van deze verordening afgegeven nummerplaat of nummerplaten wordt bemoeilijkt;
op een motorrijtuig enig teken of middel, niet zijnde een op grond van deze verordening aan de houder voor dat motorrijtuig afgegeven nummerplaat, aan te brengen of te doen aanbrengen met het oogmerk dit teken of dat middel te doen doorgaan voor een zodanige nummerplaat dan wel met de kennelijke bedoeling dat teken of dat middel te doen doorgaan voor een overeenkomstig de daarvoor geldende voorschriften buiten het openbaar lichaam opgegeven kenteken;
een motorrijtuig op de openbare weg te laten staan of daarmee over de openbare weg te rijden wanneer op dat motorrijtuig enig teken of middel is aangebracht dat, niet zijnde een op grond van deze verordening aan de houder voor dat motorrijtuig afgegeven nummerplaat, door kan gaan voor een zodanige nummerplaat dan wel voor een overeenkomstig de daarvoor geldende voorschriften buiten het openbaar lichaam opgegeven kenteken;
een buiten het openbaar lichaam geregistreerd motorrijtuig op de openbare weg te laten staan of daarmee over de openbare weg te rijden wanneer op dat motorrijtuig een teken is aangebracht dat, niet zijnde een buiten het openbaar lichaam voor dat motorrijtuig of aan de eigenaar of houder daarvan opgegeven kenteken, kan doorgaan voor een zodanig kenteken.
Artikel I onderdeel H en artikel III van de Eilandsverordening van de 28e juli 2010 regelende de heffing en invordering van de retributies en leges te Sint Eustatius” en bestendigd op 10 oktober 2010, waarin opgenomen de motorrijtuigenbelasting, worden ingetrokken met ingang van de in het vijfde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voor gedaan.
In afwijking van het in de voorgaande leden bepaald, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vijfde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van deze belastingen hiervoor in die periode plaatsvindt.
Vastgesteld in de openbare eilandsraadvergadering vergadering van 21 maart 2013.
De Voorzitter, De Eilandgriffier,