Organisatie | Almelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college van burgemeester en wethouders |
Citeertitel | Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college van burgemeester en wethouders |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet art. 52
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-12-2002 | Onbekend | 03-12-2002 Onbekend | Onbekend |
B&W-besluit van 3 december 2002, houdende vaststelling van het reglement van orde voor de vergadering en andere werkzaamheden van het college van burgemeester en wethouders.
Het college van burgemeester en wethouders van Almelo, gelet op artikel 52 van de Gemeentewet,
Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college van burgemeester en wethouders.
Voor elke vergadering wordt, als regel vier maal 24 uur van tevoren, door de secretaris aan de leden van het college een agenda toegezonden.
een benoeming, voordracht of aanbeveling van personen gestemd bij gesloten en
b.Indien daarbij de stemming beperkt is tot een persoon en de stemmen staken,
c.Indien in de overige gevallen bij een eerste stemming door niemand de volstrekte
meerderheid is verkregen dan heeft een tweede stemming plaats tussen de twee
personen die bij de eerste stemming de meeste stemmen op zich heeft verenigd.
Zijn bij de eerste stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen ver-
deeld dat wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de
tweede stemming zal plaatshebben. Indien bij de tussenstemming of bij de tweede
Dit reglement treedt in werking op de dag na die van de vaststelling.
Op dat moment vervalt het op 25 april 1996 vastgestelde reglement.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders op 3 december 2002.
De secretaris, De burgemeester,
Dit reglement van orde is op 6 maart 2003 aan de gemeenteraad medegedeeld.
Toelichting op reglement van orde voor de vergadering en andere werkzaamheden van het college van burgemeester en wethouders.
Ingevolge artikel 52 Gemeentewet stelt het college van burgemeester en wethouders een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Onder andere werkzaamheden wordt blijkens de Memorie van Toelichting bij de nieuwe Gemeentewet onder meer verstaan de bekendmaking van besluiten. Ook bijvoorbeeld de onderlinge vervanging tussen de wethouders behoort daartoe.
Het college stelt dit reglement zelfstandig vast. Hoewel de raad uiteraard zijn oordeel zal kunnen geven over het reglement, is hij echter, gelet op het bepaalde in artikel 54 Gemeentewet, niet bevoegd regels te stellen ten aanzien van bepalingen in dit reglement, die betrekking hebben op de vergaderingen. Wel kunnen algemene regels worden gesteld met betrekking tot de overige, in het reglement geregelde werkzaamheden van het college. Wanneer de raad invloed wil uitoefenen op het reglement met betrekking tot de vergaderingen, kan het langs de wet van een motie aandringen op een bepaalde regeling. Het is echter aan het college om te bepalen wat het met de motie doet.
In het eerste lid van dit artikel wordt een onderwerp geregeld zoals dat aan de orde zal zijn in het zgn. constituerend beraad, de eerste vergadering van het college direct na de raadsvergadering waarin de wethouders zijn benoemd. Wellicht ten overvloede wordt er op gewezen dat het college als geheel de verantwoordelijkheid draagt voor de uitgeoefende taken, die ondanks de portefeuilleverdeling en het eventueel gebruik maken van de mogelijkheid die in artikel 168 Gemeentewet geboden wordt (mandaat aan individuele leden van het college).
Naast de verdeling van de werkzaamheden zal de onderlinge vervanging kunnen worden geregeld. In dit verband wordt gewezen op het gestelde in artikel 51 gemeentewet waarin aan de raad de bevoegdheid (niet een plicht) wordt toegekend een waarnemer aan te wijzen. Wanneer tussen de leden van het college goede afspraken worden gemaakt over de onderlinge vervanging zal aan de toepassing van genoemd artikel weinig behoefte ontstaan en zal daarvan ook slechts in uitzonderlijke gevallen gebruik worden gemaakt (bijv. op verzoek van het college bij langdurige afwezigheid van één van de leden als gevolg van ziekte).
Met het derde lid wordt voldaan aan het gesteld in artikel 77 Gemeentewet.
Ter wille van de nodige flexibiliteit is gekozen voor een algemene formulering.
Met het eerste en derde lid wordt voldaan aan het gestelde in artikel 53, eerste lid Gemeentewet. Ook hier is weer gekozen voor een algemene flexibele formulering waardoor de mogelijkheid bestaat in bijzondere gevallen af te wijken. Uit het tweede deel van het eerste lid en het tweede lid volgt dat ook de burgemeester, als voorzitter van het college (zie artikel 34 Gemeentewet), maar ook twee leden van het college ervoor kunnen zorgen dat een extra vergadering wordt gehouden. De formulering van het bepaalde in het tweede lid houdt overigens niet in dat de burgemeester de bevoegdheid zou toekomen een extra vergadering tegen te houden de Imperatieve formulering van het eerste lid staat daaraan in de weg.
In de artikelen heeft de gemeentesecretaris een plaats gekregen, die gelet op zijn taakomschrijving zoals opgenomen in de artikelen 103 en 104 Gemeentewet.
In de eerste plaats moet hier worden gewezen op artikel 56 Gemeentewet dat een regeling bevat met betrekking tot zowel het vergader- als het besluitquorum ten aanzien van de vergaderingen van het college. Hoewel het ingevolge de Memorie van Toelichting bij dit artikel aan het college vrij staat in het reglement van orde een zwaarder quorum-vereiste te stellen is hiervoor niet gekozen; het in de wet terzake opgenomen stelsel is daarmee onverkort van toepassing.
Ten aanzien van het stemmen wordt opgemerkt dat de praktijk is dat slechts zelden wordt gestemd. In verband hiermee en gelet op de uitgebreide regeling in de Gemeentewet ten aanzien van het stemmen is in het reglement alleen het strikt noodzakelijk over stemmingen geregeld.
Opvallend is dat in artikel 59 Gemeentewet artikel 31 niet overeenkomstige toepassing is verklaard. Dat artikel bepaalt dat de stemming over het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen bij gesloten en ongetekende stembriefjes geschiedt. Ver is bepaald dat indien de stemmen over personen tot wie de keuze door een voordracht of herstemming is beperkt, staken, er in dezelfde vergadering een herstemming wordt gehouden. Staken de stemmen dan opnieuw, dan beslist het lot. Van de hierdoor geboden ruimte, is in het reglement gebruik gemaakt.
De opgenomen regeling komt er op neer dat in principe slechts wordt gestemd indien één van de leden dat wenst. In dat geval wordt mondeling gestemd (ook over personen) tenzij ten aanzien van personen om een schriftelijke stemming wordt verzocht. Over zaken wordt dus of niet of mondeling gestemd.
Ingevolge artikel 54 Gemeentewet is hoofdregel dat de vergaderingen met gesloten deuren plaatsvinden. Het college kan daar zelf van afwijken. Via artikel 6 wordt dit ook uitdrukkelijk aan het college overgelaten. Indien een vergadering van het college openbaar is, dan bepaalt het tweede lid van artikel 53 Gemeentewet dat de burgemeester dag, plaats en tijdstip daarvan bekend moet maken.