Organisatie | Winterswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening gemeente Winterswijk 2015 |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Winterswijk 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 18-12-2014 Geen | 54523 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
De eenheden waarin de organisatie is verdeeld overeenkomstig het Organisatiebesluit.
het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van de organisatie van de gemeente Winterswijk en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder
gemeentelijke verordeningen en raadsbesluiten.
het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van
de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook
f. netto schuld bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak. Onder bruto schuld wordt verstaan het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteuren en overlopende passiva. Onder geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak wordt verstaan het totaal van langlopende uitzettingen, vorderingen, liquide middelen en overlopende activa.
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming en de investeringen.
De raad stelt uiterlijk 30 juni van het begrotingsjaar de uitgangspunten en de inhoudelijke beleidskaders vast voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming.
Artikel 5. Uitvoering begroting
Het college informeert vooraf de raad en neemt pas een besluit nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen, indien het college nieuwe, niet bij de begroting vastgestelde, meerjarige verplichtingen aangaat waarvan de jaarlijkse lasten groter zijn dan € 10.000.
Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen.
Artikel 7. Financiële prognoses en informatie
In de prognoses worden wijzigingen (afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen) op exploitatiebudgetten van € 50.000 of meer toegelicht. Indien daar aanleiding voor is worden beleidsinhoudelijke ontwikkelingen toegelicht. Voor investeringskredieten geldt het vorenstaande voor afwijkingen van € 100.000 of meer.
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Artikel 11. Voorziening voor oninbare vorderingen
Voor openstaande vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling op inbaarheid.
Artikel 12. Financieringsfunctie
Het college vervult de financieringsfunctie zoals deze is vastgesteld in het treasurystatuut.
Artikel 13. Registratie bezittingen, activa en vermogen
Het college draagt er zorg voor, dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente systematisch worden gecontroleerd, met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de (debiteuren-)vorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen en de (crediteuren-)schulden jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal in de vier jaar.
Artikel 14. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten van de gemeente, die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten de indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.
Bij de kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolheffing en afvalstoffenheffing de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de kosten van het kwijtscheldingsbeleid.
Voor de inzet van materiele activa worden naast directe kosten, indirecte kosten en afschrijvingskosten, de rente voor de financiering van het actief toegerekend. Deze rente is een vergoeding voor de inzet van vreemd vermogen en van eigen vermogen. De rentepercentages voor deze vergoeding worden bij de behandeling van de begroting vastgesteld.
Artikel 15. Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.
Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.
Bij de begroting en jaarstukken doet het college in de paragraaf lokale heffingen verslag van: het beleid ten aanzien van de lokale heffingen, de opbrengsten per lokale heffing; het volume en bedrag aan kwijtscheldingen; de kostendekkendheid van de heffingen; de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor eenpersoonshuishoudingen, meerpersoonshuishoudingen en bedrijven.
Artikel 18. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:
Artikel 19. Onderhoud kapitaalgoederen
Bij de begroting en de jaarstukken geeft het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen het beleidskader, de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties en de vertaling van de financiële consequenties in de begroting weer. Tevens doet het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen verslag over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud aan openbaar groen, water, wegen, kunstwerken, straatmeubilair, riolering, gebouwen.
In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:
In de bedrijfsvoeringsparagraaf in de begroting wordt ingegaan op de actuele onderwerpen die aandacht behoeven. In de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering alsmede over nieuwe
Artikel 22. Verbonden partijen
In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen minimaal van elk van de verbonden partijen weergegeven het openbaar belang, de financiële positie van de verbonden partij, de bestuurlijke betrokkenheid, het financiële belang in de verbonden partij, en de wijze van financiële participatie: via jaarlijkse financiële bijdragen en/of via eigendomsverhoudingen.
In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen minimaal ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van bestaande verbonden partijen en inclusief beleidsmatige en financiële ontwikkelingen of eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen.
als bedoeld in artikel 10, vierde lid, van de Financiële verordening gemeente Winterswijk 2015
Voor de verschillende activa gelden de volgende afschrijvingstermijnen:
Gronden (op gronden wordt niet afgeschreven)) -
Wegen incl. verkeersmaatregelen, rotondes etc:
hoofdwegen, zware constructie 20
toeristische infrastructuur 20
mechanisch gedeelte drukriolering (pompen) 20
Riolering vrijverval ná 1 jan. 2006 60
Drukriolering ná 1 jan. 2006 45
nieuwbouw ná 1 januari 2006 60 annuïtair
verbouwingen levensduurverlengend 25
verbouwingen niet levensduurverlengend 15
radiatoren, leidingen, riolering 40
goten, hemelwaterafvoeren, loodloketten 25
energiebesparende maatregelen (installatietechnisch) 10
renovatie houten sportvloeren 12
ballenvangers, doelen, hekwerken en sporttechnische verlichting 20
sportvelden: sporttechnische laag en onderbouw 30
sportvelden: toplaag sportveld (gras) 20
sportvelden: toplaag (kunstgras) 15
sportvelden: toplaag atletiekbaan 20
sportvelden: atletiekvoorzieningen (materialen) 15
Te verstrekkeninvesteringssubsidies sportaccommodaties maximaal 40
apparatuur afwerking huisdrukkerij 10