Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wormerland

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Wormerland 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWormerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Wormerland 2015
CiteertitelBeleid handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen Wormerland 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp*
Externe bijlageexb-2017-57263

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet bestuursrecht, art 4:81
  2. Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, artt. 1.61, 1.65, 1.66, 1.72, 2.19, 2.2.3, 2.24 en 2.28, eerste leden

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-201501-06-2018nieuwe regeling

16-12-2014

gemeenteblad 2015, 5432

*

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Wormerland 2015

Burgemeesters en wethouders van gemeente Wormerland

Gelet op artikel 4:81 wet bestuursrecht;

Gelet op de artikelen 1.61, eerste lid, 1.65, eerste lid, 1.66 en 1.72, eerste lid Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Gelet op de artikelen 2.19, eerste lid, 2.2.3, eerste lid, 2.24 en 2.28, eerste lid, Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen,

Besluiten

De beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Wormerland vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Algemeen

Inleiding

Kinderen vormen een kwetsbare groep in onze samenleving. Het bieden van goede en verantwoorde kinderopvang in een veilige omgeving zijn vandaag de dag dan ook belangrijke aandachtspunten geworden.

De verantwoordelijkheid voor het bieden van kwalitatieve kinderopvang ligt in de eerste plaatst bij de instellingen zelf. Daarnaast spelen ook de ouders via de oudercommissies een rol. De eindverantwoordelijkheid ligt bij het college van burgemeesters en wethouders van de gemeente waarin de kinderopvang is gevestigd. Het college is verantwoordelijk voor toezicht en handhaving op de kwaliteit van de kinderopvang. De uitvoerende taak van toezicht ligt bij de gemeentelijke gezondheidsdienst, de GGD. De GGD geeft het college een advies over al dan niet handhavend optreden op basis van een inspectie. Een besluit tot handhavend optreden is een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders.

De wet- en regelgeving omtrent kinderopvang is continue in ontwikkeling. Het is daarom noodzakelijk dat het vigerende handhavingbeleid wordt aangepast met de meest recente wijzigingen. Op 16 december 2014 is door het college ‘Beleid handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen Wormerland 2015’ vastgesteld.

In dit beleid wordt gesteld wat de gemeentelijke taken zijn en op welke manier deze de komende jaren moeten worden uitgevoerd. De gemeente heeft een kritische rol bij het borgen van de kwaliteit van kinderopvang.

Met dit handhavingsbeleid schept gemeente Wormerland een basis van waaruit efficiënt, consequent en duidelijk toezicht kan worden gehouden en handhavend kan worden opgetreden.

Vrije ruimte

Bij overtredingen op de Wet kinderopvang vindt steeds een afweging plaats voordat overgegaan wordt tot handhavend optreden. Alle omstandigheden die zich voordoen in een specifieke situatie worden meegenomen in deze beoordeling. Eventuele verzwarende en verzachtende omstandigheden kunnen van invloed zijn op de wijze waarop handhavend wordt opgetreden.

Artikel 1 Toepassing

Deze beleidsregels zijn van toepassing op de handhaving naar aanleiding van overtreding van de bij of krachtens de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gestelde regelgeving.

Artikel 2 Vormen van sanctioneren

Bij het uitvoeren van het handhavingsbeleid heeft het college de mogelijkheid om herstelsancties op te leggen.

Artikel 3 Kwaliteitseisen

  • 1.

    De kwaliteitseisen, waar aan voldaan moet worden, staan genoemd in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en alle aanverwante regelgeving. Ze worden tevens expliciet in het door de toezichthouder opgestelde rapport genoemd.

  • 2.

    In deze Beleidsregels Handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen Wormerland wordt uitgegaan van deze kwaliteitseisen

  • 3.

    In het afwegingsoverzicht dat als bijlage aan deze beleidsregels is toegevoegd wordt de prioritering per domein weergeven.

Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Artikel 4 Herstelsancties

  • 1.

    Indien gebleken is dat een houder van een kindercentrum, een gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang of een peuterspeelzaal niet voldoet aan één of meer kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en alle daaruit voortvloeiende regelgeving, start het college een herstellend traject. Dit traject is gericht op beëindiging van de overtredingen(en) en voorkoming van herhaling van de overtreding(en).

     

    Bij het uitvoeren van het herstellen traject hanteert het college de volgende stappen:

    • a.

      stap 1: vooraanschrijving

    • b.

      stap 2: last onder dwangsom/ last onder bestuursdwang

    • c.

      stap 3: exploitatieverbod

    • d.

      stap 4: verwijdering uit het landelijk register kinderopvang of het register peuterspeelzalen

  • 2.

    Indien de overtreding hiertoe aanleiding geeft, kan het college besluiten om een bepaalde stap of bepaalde stappen van het herstellende traject over te slaan dan wel meerdere keren toe te passen.

  • 3.

    De duur van de hersteltermijn is afhankelijk van de prioriteit die is toegekend aan de kwaliteitseis zoals afgeleid kan worden uit het afwegingsoverzicht dat als bijlage is opgenomen. Het college is bevoegd om hier vanaf te wijken. Dit kan zich voor doen indien er meerdere overtredingen zijn waarvoor verschillende hersteltermijnen gelden.

  • 4.

    Bij het opleggen van een vooraanschrijving gelden de volgende hersteltermijnen:

    • a.

      prioriteit hoog: maximaal 2 weken

    • b.

      prioriteit gemiddeld: maximaal 2 maanden

    • c.

      prioriteit laag: maximaal 6 maanden

Artikel 5 Verwijdering uit het register

Indien een geregistreerde voorzieningen (dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang of peuterspeelzaal) niet (langer) voldoet aan de definities van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, kan de registratie worden verwijderd uit het register kinderopvang danwel peuterspeelzaalwerk.

Artikel 6 Herhaalde overtreding

Indien herhaling van een overtreding plaatsvindt binnen een periode van twee jaar nadat een eerdere overtreding van dezelfde wettelijke norm heeft plaatsgevonden zal opgetreden worden met een zwaardere sanctie. [Klik hier om het document te downloaden]

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleid handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen Wormerland 2015”.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Dit handhavingsbeleid treedt in werking op 1 februari 2015. Het handhavingsbeleid ‘Notitie handhavingsbeleid Wormerland 2012’, dat is vastgesteld op 4 december 2012 komt hiermee te vervallen.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van gemeente Wormerland op 16 december 2014.

de secretaris, de burgemeester,

J.J.M. Sutmuller P.C. Tange

Bijlage: Afwegingsoverzicht

 

Domein

Prioriteit

Ouders

 

Houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld

Gemiddeld

Inhoud van reglement oudercommissie

Laag

Houder heeft een oudercommissie ingesteld

Laag

Voorwaarden oudercommissie

Laag

Adviesrecht oudercommissie

Gemiddeld

Informatie aan de ouders

Laag

Het gastouderbureau is goed bereikbaar

Hoog

De houder plaatst het inspectierapport op de eigen website of legt het op een voor ouders, personeel en/of gastouders toegankelijke plaats

Gemiddeld

In de schriftelijke overeenkomst met de vraagouder is duidelijk te zien welk deel van het betaalde bedrag naar GOB gaat en welk deel naar de gastouder (GOB)

Gemiddeld

 

 

Personeel

 

Verklaring omtrent gedrag (VOG)

in bezit zijn van VOG VOG is voor aanvang werkzaamheden overlegd VOG is bij aanvang werkzaamheden niet ouder dan 2 maanden

Hoog

Gebruik voorgeschreven voertaal

Hoog

Het gastouderbureau draagt er zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling

Gemiddeld

Passende beroepskwalificatie voor beroepskrachten en gastouders

Hoog

Gastouder beschikt over geregistreerd certificaat eerste hulp aan kinderen bij ongevallen conform de ministeriele regeling

Hoog

Vrijwilligersbeleid (peuterspeelzalen)

Gemiddeld

Houder heeft vrijwilligers tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd (peuterspeelzalen)

Gemiddeld

De houder van een kindercentrum of peuterspeelzaal waar VVE[1] wordt aangeboden stelt jaarlijks een opleidingsplan op

Gemiddeld

De gastouder is goed telefonisch bereikbaar

Gemiddeld

 

Veiligheid en gezondheid

 

Risico-inventarisatie veiligheid

hebben maximaal 1 jaar oud actuele situatie  

Hoog

Ongevallenregistratie

Hoog

De houder van een gastouderbureau draagt zorg voor een inventarisatie van de veiligheids- en gezondheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau (samen met gastouder) vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt

Hoog

Risico-inventarisatie gezondheid

hebben maximaal 1 jaar oud actuele situatie  

Hoog

Plan van aanpak bij risico-inventarisatie veiligheid en bij risico-inventarisatie gezondheid

Hoog

Risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid beschrijven alle veiligheids- en gezondheidsrisico’s op de vaste thema’s

Hoog

Personeel kan kennisnemen van risico-inventarisaties

Hoog

Houder gastouderbureau draagt er zorg voor dat alle aangesloten gastouders handelen naar de opgestelde risico-inventarisaties

Hoog

Risico-inventarisaties zijn inzichtelijk voor vraagouders van gastouderbureau

Hoog

 

 

Meldcode kindermishandeling

Hoog

Personeel, gastouders zijn op de hoogte van meldcode kindermishandeling

Hoog

Houder gastouderbureau draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders de meldcode naleven.

Hoog

Medewerkers, gastouders zijn geïnformeerd over de werkwijze bij een vermoeden van gewelds-of zedendelict jegens een opgevangen kind door een collega of de houder

Hoog

Vierogenprincipe is ingevoerd

Hoog

   

Accommodatie en inrichting

 

Binnenspeelruimte

 

Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte

Gemiddeld

Er is ten minste 3,5 m2 binnenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte (dagopvang)

Gemiddeld

Er is ten minste 3,5 m2 passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind (BSO)

Gemiddeld

De binnenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

Gemiddeld

Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar (dagopvang, gastouderopvang)

Gemiddeld

De woning waar gastouderopvang plaatsvindt beschikt over voldoende binnenspeelruimte en buitenspeelmogelijkheden voor kinderen, afgestemd op het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen

Gemiddeld

De woning waar gastouderopvang plaatsvindt is te allen tijde rookvrij

Gemiddeld

 

 

 

Buitenspeelruimte

 

Er is ten minste 3 m2 buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind

Gemiddeld

De buitenspeelruimte is toegankelijk

Gemiddeld

De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum (dagopvang)

Gemiddeld

Aanvullende eisen indien de buitenspeelruimte niet aangrenzend is (BSO)

Gemiddeld

De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang (BSO)

Gemiddeld

De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid

Gemiddeld

 

 

Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio (bkr)

 

Opvang in groepen

 

De opvang vindt plaats in stamgroepen (dagopvang) of basisgroepen (BSO) of vaste groepen (peuterspeelzaal)

Hoog

De maximale omvang van de stamgroep of basisgroep

Hoog

De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen (VVE en psz)

Hoog

De maximale groepsgrootte per gastouder wordt afgestemd op de leeftijdscategorieën van de kinderen

Hoog

Ieder kind behoort bij een basisgroep (BSO)

Hoog

Gebruik maken van extra stamgroep of basisgroep

Hoog

 

 

Vaste beroepskrachten en vaste ruimtes

 

Maximaal 3 vaste beroepskrachten per kind (dagopvang, peuterspeelzalen)

Hoog

Maximaal 2 stamgroepruimtes per kind (dagopvang)

Hoog

 

 

Beroepskracht-kind-ratio

 

Beroepskracht-kind-ratio

Hoog

Als conform de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld

Hoog

Indien er meer dan 3 kinderen op het opvangadres aanwezig zijn, dan is ondersteuning van de gastouder door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld.

Hoog

De achterwacht is telefonisch bereikbaar tijdens de opvangtijden

Gemiddeld

De achterwacht is in geval van calamiteiten binnen 15 minuten op het opvangadres aanwezig

Gemiddeld

 

 

Pedagogisch beleid

 

Pedagogisch beleidsplan

Gemiddeld

Inhoud pedagogisch beleidsplan

Gemiddeld

Houder draagt zorg voor uitvoering van pedagogisch beleidsplan door personeel, vrijwilligers (peuterspeelzaal) danwel gastouders

Gemiddeld

Waarborgen emotionele veiligheid

Gemiddeld

Zorg dragen voor ontwikkeling persoonlijke competentie

Gemiddeld

Zorg dragen voor ontwikkeling sociale competentie

Gemiddeld

Zorg dragen voor overdracht van normen en waarden

Gemiddeld

Het pedagogisch beleidsplan van een gastouderbureau beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de leeftijdopbouw en aantallen kinderen die door een gastouder worden opgevangen

Hoog

Het pedagogisch beleidsplan van een gastouderbureau beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de eisen die gesteld worden aan de adressen waar opvang plaatsvindt

Hoog

Gastouder kent de inhoud van het pedagogisch beleid

Gemiddeld

 

 

Klachten

 

Wet klachtrecht cliënten zorgsector (Wkcz)

Laag

Klachtenregeling oudercommissie

Laag

Administratie gastouderbureau

 

Een contract per vraagouder

Gemiddeld

Kopieën van de VOG’s van de bij het gastouderbureau werkzame personen en van de aangesloten gastouders en volwassen huisgenoten

Hoog

Kopieën van de getuigschriften en/of EVC-bewijsstukken en certificaten Eerste Hulp aan kinderen van de gastouders

Gemiddeld

Inzichtelijke betalingen van vraagouders aan gastouderbureau en van gastouderbureau aan gastouders

Gemiddeld

Een door de gastouder en bemiddelingsmedewerkers ondertekende versie van de risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid en de bijbehorende plannen van aanpak

Gemiddeld

 

 

Kwaliteitscriteria gastouderbureau

 

De houder draagt er zorg voor dat per gastouder beoordeeld wordt of de samenstelling van de groep kinderen die wordt opgevangen verantwoord is

Hoog

Overige kwaliteitscriteria gastouderbureau

Gemiddeld

 

 

Overige overtredingen

 

Schenden medewerkingspicht artikel 5:20 Awb

Hoog

Exploitatie zonder toestemming college

Hoog

Wijzigingen melden

Hoog

Overtreding vooraanschrijving/bevel

Hoog

Overtreden exploitatieverbod

Hoog

Niet nakomen afspraak als bedoeld in artikel 167 Wet op primair onderwijs

Hoog

 

[1] Voor- en vroegschoolse educatie

Nota-toelichting

Algemene toelichting

 

Hoofdstuk 2 Herstellend traject

In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden.

 

Stap 1: vooraanschrijving

Het college van burgemeester en wethouders van Wormerland geeft, in een situatie waar zich in de gemeente een kindercentrum, een voorziening voor gastouderopvang, een gastouderbureau of een peuterspeelzaal bevindt dat de bij of krachtens hoofdstuk 1 afdeling 3, paragrafen 2 en 3, hoofdstuk 2, afdeling 2, paragrafen 2 en 3 gegeven voorschriften (de ‘kwaliteitseisen’) niet of in onvoldoende mate naleeft, geeft de houder een schriftelijke vooraanschrijving.

 

In een vooraanschrijving wordt met redenen omkleed aangegeven op welke punten de bedoelde voorschriften niet of in onvoldoende mate worden nageleefd. Ook wordt aangegeven welke maatregelen door de houder binnen de gestelde termijn genomen dienen te worden. De duur van de hersteltermijn is afhankelijk van de prioriteit die is toegekend aan de kwaliteitseis zoals afgeleid kan worden uit het afwegingsoverzicht dat als bijlage is opgenomen.

In geval van een overtreding met de prioriteit hoog, zal de hersteltermijn maximaal 14 dagen bedragen. Is er sprake van een overtreding met een gemiddelde of lage prioriteit dan bedraagt de hersteltermijn maximaal respectievelijk 2 en 6 maanden.

 

Na het verstrijken van de hersteltermijn dient de overtreding beëindigd te zijn. Ter controle hiervan kan de handhaver schriftelijke bewijsstukken opvragen dan wel opdracht geven voor herinspectie. Is de overtreding niet beëindigd, dan zal een volgende stap worden ingezet.

 

n.b. bezwaar en beroepprocedure staat niet open voor houder. Op de vooraanschrijving kan echter wel een zienswijze worden gegeven.

 

Stap 2: last onder dwangsom of last onder bestuursdwang (artikel 125 , tweede lid Gemeentewet en artikel 5:32 Algemene wet Bestuursrecht

  • 1.

    De algemene bestuursdwangbevoegdheid is neergelegd in artikel 125 van de Gemeentewet. In de gevallen waarin het bestuursorgaan de mogelijkheid heeft om zelf de overtreding te beëindigen (op kosten van de overtreder) kan een last onder bestuursdwang opgelegd worden.

 

  • 2.

    De bevoegdheid tot het opleggen van een last onder dwangsom is een van de bestuursdwangbevoegdheid afgeleide bevoegdheid; neergelegd in artikel 5:32 Awb.

 Een last onder dwangsom wordt opgelegd met als doel herstel van de overtreding en/of voorkoming van herhaling van de overtreding

 

De stap last onder dwangsom kan meerdere keren worden genomen voor. een geconstateerde overtreding. Indien een eerste last onder dwangsom geen resultaat heeft gehad, kan worden overwogen een nieuwe, hogere last onder dwangsom op te leggen. Dit vereist dan wel een nieuw besluit. Ook kan besloten worden een volgende stap in het herstellend traject te zetten.

 

De last onder dwangsom kan ook preventief worden opgelegd. Van een preventieve last is sprake als de last wordt opgelegd voordat enige overtreding heeft plaatsgevonden. Hiervoor geldt dat het gevaar van de overtreding klaarblijkelijk dreigt, dat wil zeggen dat de overtreding zich met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal voordoen.

 

Stap 3: exploitatieverbod (artikel 1.66 en 2.2.4 Wko)

Het college kan de houder verbieden een kindercentrum, een voorziening voor gastouderopvang, een gastouderbureau of peuterspeelzaal in exploitatie te nemen danwel de exploitatie voort te zetten. Dit kan het college in de volgende gevallen:

  • -

    zolang de houder een bevel of vooraanschrijving niet opvolgt en het opleggen van een last onder bestuursdwang niet mogelijk is

  • -

    als een kindercentrum, gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang of peuterspeelzaal niet of niet langer aan de kwaliteitseisen voldoet

 

  • .

    Stap 4: verwijdering uit het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 1.47a, tweede lid en 2.4a, tweede lid van de Wko en artikel 8, eerste lid en artikel 14, eerste lid van het Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

 

Er zijn verschillende gronden waarop het college, in het kader van handhaving, een voorziening uit het register kinderopvang of het register peuterspeelzaalwerk kan verwijderen:

  • -

    indien is gebleken dat de houder niet langer de kinderopvangvoorziening of peuterspeelzaal exploiteert;

  • -

    indien uit een GGD- inspectie of anderszins is gebleken dat de houder naar verwachting niet dan wel niet langer voldoet aan de bij en krachtens hoofdstuk 1 afdeling 3, paragrafen 2 en 3 danwel hoofdstuk 2 afdeling 2, paragrafen 2 en 3 gegeven voorschriften;

  • -

    indien drie maanden na de registratie de exploitatie van de organisatie voor kinderopvang of peuterspeelzaal niet daadwerkelijk is aangevangen.

 

Vanaf het moment dat een voorziening is verwijderd uit het register, is er geen sprake meer van kinderopvang of peuterspeelzaalwerk in de zin van de wet. Voortzetten van exploitatie leidt tot illegale kinderopvang of peuterspeelzaalwerk en tot een boete of vervolging door het Openbaar Ministerie op basis van overtreding van de Wet Economische Delicten.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

Deze beleidsregels zijn van toepassing op alle instellingen uit de wet Kinderopvang en peuterspeelzalen in de gemeente Wormerland. Hieronder vallen kindercentra (zoals dagopvang, buitenschoolse opvang, peuteropvang e.d.), gastouders en gastouderbureaus.

 

Artikel 2 

Een herstelsanctie is gericht op herstel van een overtreding en/of voorkoming van herhaling.

 

Artikel 3

De kwaliteitseisen waaraan bij of krachtens de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voldaan moet worden staan in de wet- en regelgeving. Een opsomming van de kwaliteitseisen is terug te vinden in het door de toezichthouder opgemaakte inspectierapport per locatie.

 

Artikel 4

Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de algemene toelichting op hoofdstuk 2.

 

Artikel 5

Indien een geregistreerde voorziening, te weten dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang of peuterspeelzaal, niet meer voldoet aan de definitie hiervan in de Wet kinderopvang en kwaliteiteisen peuterspeelzalen, kan deze uit het register worden verwijderd. Indien herstel niet aan de orde is zal er in dit geval geen herstellend sanctie worden ingezet.

 

Artikel 6

Er kunnen zich situaties voordoen waardoor de stappen uit artikel 4 naar het oordeel van het college niet gerechtvaardigd zijn, gezien herhaling van de overtreding binnen twee jaar na een eerdere overtreding van dezelfde wettelijke norm. Het college kan dan besluiten een zwaardere sanctie op te leggen.

 

Artikel 7

Dit artikel heeft geen toelichting nodig.

 

Artikel 8

Dit artikel heeft geen toelichting nodig.