Organisatie | Ermelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RECLAMEBELASTING 2015 |
Citeertitel | Verordening reclamebelasting 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Bijlage 1 Kaart |
Deze regeling vervangt de Verordening reclamebelasting 2014 van 28 november 2013.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
Beleidsregels ambtshalve verminderingen
Reglement automatische incasso 2014
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-12-2014 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 27-11-2014 | 14045115 |
Artikel 1 – Begripsomschrijvingen
waarde: de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ voor het kalenderjaar als bedoeld in artikel 8, voor de onroerende zaak vastgestelde waarde. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ is vastgesteld, is de waarde, de met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid van de Wet WOZ vastgestelde waarde.
Artikel 2 - Gebiedsomschrijving
Deze verordening is van toepassing binnen het gebied van de gemeente Ermelo, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en daarvan deeluitmakende kaart (Bijlage 1).
Onder de naam "reclamebelasting" wordt, met inachtneming van het gestelde bij of krachtens deze verordening en binnen het gebied bedoeld in artikel 2, een directe belasting geheven voor openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.
De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van de vestiging, waarop, waaraan, waarin of waarbij één of meer reclameobjecten zijn aangebracht dan wel zijn geplaatst.
De reclamebelasting wordt geheven per vestiging waarop, waaraan, waarin of waarbij één of meer reclameobjecten zijn aangebracht dan wel zijn geplaatst.
Artikel 9 – Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt op aanvraag van de belastingplichtige ontheffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:
die korter dan 13 weken aanwezig zijn, tenzij deze openbare aankondigingen zijn aangebracht, getoond of vertoond in een voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden aangebracht, die individueel korter dan 13 weken aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk 13 weken of meer aanwezig zijn.
Artikel 12 - Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt voor aanslagen die worden opgelegd in het belastingtijdvak waarop zij betrekking hebben, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag groter is dan of gelijk is aan € 50,00, dat de aanslagen moeten worden betaald binnen drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
In afwijking van het eerste en tweede lid geldt voor aanslagen die worden opgelegd in het belastingtijdvak waarop zij betrekking hebben, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan groter is dan of gelijk is aan € 50,00 en het totaalbedrag van dat aanslagbiljet door middel van automatische betalingsincasso kan worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingtijdvak resteren. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn het eerste tot en met vijfde lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag of de kennisgeving.
Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 (Stbl. 1990, 221).
Artikel 14 - Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.
Besluit raad:
Stemverklaringen:
- W. Vogelsang (BurgerBelangen Ermelo): BurgerBelangen Ermelo is tegen het heffen van hondenbelasting.
- F. Snoek (SGP): Hoewel de SGP wel voor de legesverordening stemt, is ze het niet eens met alle activiteiten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
Vastgesteld in de openbare vergadering
van 27 november 2014
mevrouw A.J. van Meerveld, A.A.J. Baars,
griffier, voorzitter,