Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening en de daarop rustende bepalingen wordt (mede) verstaan
onder:
- 1.
het college: burgemeester en wethouders
van de gemeente Eindhoven, zijnde het bevoegd gezag Wet
bodembescherming ingevolge artikel 88, eerste lid, Wet
bodembescherming in samenhang met het Besluit aanwijzing
bevoegdgezaggemeenten Wet bodembescherming;
- 2.
melding:
- -
de melding als bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de Wet
bodembescherming, eventueel in combinatie met de indiening
van een nader onderzoek als bedoeld in artikel 29, eerste
lid, van de Wet bodembescherming;
- -
de indiening van een gefaseerd saneringsplan als bedoeld in
artikel 38, derde lid, van de Wet bodembescherming;
- -
de indiening van een saneringsplan als bedoeld in artikel
39, eerste en tweede lid, van de Wet bodembescherming;
- -
de indiening van een saneringsverslag als bedoeld in artikel
39c, eerste en tweede lid, van de Wet bodembescherming;
- -
de indiening van een nazorgplan als bedoeld in artikel 39d,
eerste en derde lid, van de Wet bodembescherming;
- -
de indiening van een deelsaneringsplan als bedoeld in
artikel 40, eerste en tweede lid, van de Wet
bodembescherming;
- -
de indiening van een saneringsverslag Besluit uniforme
saneringen als bedoeld in artikel 13, eerste, tweede en
vierde lid, en artikel 14, eerste lid, van het Besluit
uniforme saneringen;
- 3.
wijziging saneringsplan:
een wijziging als bedoeld in artikel 38, vierde lid, van de Wet
bodembescherming, dan wel een wijziging als bedoeld in artikel 39,
vierde lid, van de Wet bodembescherming;
- 4.
de saneerder:
de adressant van de goedkeuringsbeschikking op een saneringsplan
als bedoeld in artikel 39, eerste en tweede lid, Wet
bodembescherming;
- 5.
terugvalscenario:
een beschrijving van een andere methode van saneren om de beoogde
effecten, beschreven in het saneringsplan, te behalen voor het geval
de in het saneringsplan beschreven methode niet tot die effecten zou
leiden;
- 6.
de wet:
Wet bodembescherming.
Artikel 2 Voorbereiding
- 1.
Een melding wordt voor de toepassing van de Algemene wet bestuursrecht
aangemerkt als een aanvraag tot het nemen van een besluit.
- 2.
Op de voorbereiding van een besluit naar aanleiding van een melding is
titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
- 3.
Het college kan de uniforme voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van
de Algemene wet bestuursrecht van toepassing verklaren indien sprake is
van een saneringsgeval waarbij meerdere onbekende derdenbelanghebbenden
zijn betrokken.
Artikel 3 Indiening van bescheiden
- 1.
Een melding geschiedt door middel van een door het college dan wel door
de minister van VROM beschikbaar gesteld meldingsformulier.
- 2.
Het meldingsformulier en daarbij behorende stukken worden in drievoud
bij het college ingediend.
Artikel 4 Inhoud saneringsplan
- 1.
Onverminderd de eisen, die artikel 39, eerste lid, van de wet aan het
saneringsplan stelt, worden in het saneringsplan de volgende gegevens
vermeld:
a. Algemene gegevens:
- 1.
het adres en de kadastrale aanduiding van het grondgebied waarop
de verontreiniging zich bevindt;
- 2.
de naam en het adres van degenen die een zakelijk of een
persoonlijk recht hebben op het grondgebied, bedoeld in het
eerste lid onder a, ten eerste, evenals van de gebruikers
daarvan;
- 3.
het huidige en toekomstige gebruik van de locatie;
- 4.
de naam en het adres van de opdrachtgever van de sanering;
- 5.
een overzicht van de benodigde vergunningen, meldingen of
ontheffingen;
- 6.
een beschrijving van de bodemkundige opbouw en geohydrologische
situatie.
b. Verontreinigingssituatie:
- 1.
een definiëring van het geval van bodemverontreiniging;
- 2.
de grootte in vierkante meters van het totale oppervlak grond of
grondwater waarbij de Achtergrondwaarden (grond) en de
Streefwaarden (grondwater) onderscheidenlijk de
Interventiewaarden (grond en grondwater) worden
overschreden;
- 3.
de omvang in kubieke meters van het totale volume grond of
grondwater waarbij de Achtergrondwaarden (grond) en de
Streefwaarden (grondwater) onderscheidenlijk de
Interventiewaarden (grond en grondwater) worden
overschreden.
c. Afwegingsproces:
- 1.
indien sprake is van een mobiele verontreiniging: een
beschrijving van het afwegingsproces waarbij de voor- en nadelen
van verschillende saneringsvarianten worden afgewogen;
- 2.
een beschrijving van de saneringsdoelstelling van de gekozen
saneringsvariant.
d. Uitvoering saneringsmaatregelen, voor zover van toepassing:
- 1.
geplande tijdstip van de feitelijke aanvang van de
saneringswerkzaamheden, de doorlooptijd van de
saneringswerkzaamheden of de gefaseerde
saneringswerkzaamheden;
- 2.
beschrijving of sprake is van een volledige, gefaseerde dan wel
deelsanering;
- 3.
een beschrijving van de te treffen (geo)hydrologische en andere
technische voorzieningen met de gekozen dimensionering en de
invloed hiervan op de omgeving;
- 4.
de te verwachten hoeveelheid af te graven grond dan wel te
onttrekken hoeveelheid grondwater in kubieke meters en de
bestemming van deze grond of dit grondwater;
- 5.
gegevens over de hoeveelheid in kubieke meters, kwaliteit en
herkomst van de eventueel te gebruiken aanvulgrond;
- 6.
een beschrijving van de wijze waarop de verschillende
categorieën vrijkomende grond in depot worden gezet, inclusief
een tekening waarop de plaats van het depot of de depots staan
aangegeven evenals de beschermende voorzieningen;
- 7.
een beschrijving van een terugvalscenario;
- 8.
een beschrijving van de wijze waarop de milieukundige
begeleiding, de controle op de voortgang van de sanering en van
het saneringsresultaat plaatsvindt;
- 9.
een beschrijving van de veiligheids- en arbeidshygiënische
aspecten.
e. Bijlagen:
- 1.
een topografische kaart, inclusief schaalaanduiding en noordpijl
met daarop aangegeven de verontreiniging, saneringslocatie en
omgeving;
- 2.
een kadastrale kaart voorzien van datum en schaalaanduiding,
waarop de interventiewaardecontour (grond) van het geval van
verontreiniging is aangegeven, die ten hoogste dertien weken
voor de indiening van het saneringsplan door het Kadaster is
afgegeven;
- 3.
een uittreksel van het Kadaster waaruit de eigendomssituatie
blijkt, dat ten hoogste dertien weken voor de indiening van het
saneringsplan door het kadaster is afgegeven;
- 4.
tekening(en) met noordpijl waarop de contouren van de
Achtergrondwaarden (grond) en de Streefwaarden (grondwater)
onderscheidenlijk de Interventiewaarden (grond en grondwater)
zijn aangegeven;
- 5.
tekening(en) met daarop aangegeven de geplande
ontgravingscontour, -diepten en locaties van onttrekkingspunten
en depots;
- 6.
begroting van de te verwachten saneringskosten, inclusief
nazorgkosten in Euro’s (inclusief btw).
- 2.
Onverminderd het bepaalde in artikel 39, eerste lid, van de wet kan het
vermelden in het saneringsplan van gegevens als bedoeld in het eerste
lid achterwege blijven indien:
- a.
bij de indiening van het plan wordt aangegeven welke gegevens
ontbreken, en
- b.
daarbij de reden wordt aangegeven waarom die gegevens
ontbreken;
- c.
deze gegevens naar het oordeel van het college niet noodzakelijk
zijn voor de beoordeling van het saneringsplan.
Artikel 5 Mededeling aanvang sanering, bereiken einddiepte en einde feitelijke
sanering
De saneerder stelt:
- a.
ten minste vijf werkdagen voor de feitelijke aanvang van de sanering
het college hiervan in kennis via een door het college beschikbaar
gesteld formulier;
- b.
ten minste één werkdag voor het bereiken van de einddiepte en
voordat tot aanvulling van (een gedeelte) van de ontgraving wordt
overgegaan het college hiervan in kennis;
- c.
ten minste vijf werkdagen na het beëindigen van de sanering het
college hiervan in kennis.
Artikel 6 Wijziging saneringsplan
- 1.
Bij het melden van een wijziging saneringsplan worden alle gegevens
verstrekt die afwijken van de eerder overeenkomstig artikel 4 van deze
verordening en artikel 39, eerste lid, van de wet verstrekte gegevens,
evenals de redenen van afwijking.
- 2.
Via een door het college beschikbaar gesteld formulier wordt het bevoegd
gezag van deze wijziging saneringsplan in kennis gesteld.
Artikel 7 Indiening saneringsverslag
De saneerder dient binnen uiterlijk acht weken, nadat de bodem
(gedeeltelijk) is gesaneerd dan wel een fase van de sanering is afgerond,
een saneringsverslag als bedoeld in artikel 39c, eerste en tweede lid, van
de wet in bij het college.
Artikel 8 Inhoud saneringsverslag
- 1.
Onverminderd de eisen, die artikel 39c, eerste lid, van de wet aan een
saneringsverslag stelt, worden in het saneringsverslag de volgende
gegevens vermeld:
a. Algemene gegevens:
- 1.
het adres en de kadastrale aanduiding van het grondgebied waarop
de sanering is uitgevoerd;
- 2.
de naam en het adres van degenen die een zakelijk of een
persoonlijk recht hebben op het grondgebied bedoeld onder
artikel 1, onder a , ten eerste, evenals van de gebruikers
daarvan;
- 3.
de naam en het adres van de opdrachtgever, uitvoerder en
milieukundig begeleider van de bodemsanering;
- 4.
een korte omschrijving van de bodemverontreinigingsituatie voor
de uitvoering van de sanering;
- 5.
het behaalde resultaat van de sanering voor grond en grondwater,
gerelateerd aan het beoogde saneringsresultaat
(saneringdoelstelling), met een verwijzing naar het goedgekeurde
saneringsplan met rapportnummer en de datum van het
bijbehorende goedkeuringsbesluit;
- 6.
overzicht van verkregen vergunningen, ontheffingen,
afvalstroomnummers en verrichtte meldingen, inclusief de data
waarop deze zijn verkregen dan wel verricht.
b. Uitgevoerde werkzaamheden:
- 1.
de gegevens over het verloop van de sanering inclusief de data
van de uitvoering;
- 2.
de op grond van artikel 39, vierde lid, van de wet gemelde en
goedgekeurde wijzigingen ten opzichte van het goedgekeurde
saneringsplan met een beschrijving van de gewijzigde uitvoering
van de sanering;
- 3.
de gesaneerde hoeveelheid grond of grondwater in kubieke meters
dat de betreffende interventiewaarden overschrijdt;
- 4.
het totale ontgravingsoppervlak in vierkante meters;
- 5.
een beschrijving van de analyseresultaten van de
controlegrondmonsters, depotmonsters, in- en effluentmonsters en
grondwatermonsters uit peilbuizen evenals een analyse van de
consequenties;
- 6.
gegevens over de herkomst, milieuhygiënische kwaliteit en
hoeveelheid van de toegepaste aanvulgrond;
- 7.
gegevens over de bestemming en hoeveelheid in tonnen of kubieke
meters van de afgevoerde grond, inclusief transportbonnen;
- 8.
de daadwerkelijk gemaakte saneringskosten in euro’s (inclusief
btw);
- 9.
conclusie of al dan niet is voldaan aan de saneringsdoelstelling
uit het goedgekeurde saneringsplan.
c. Restverontreininging:
- 1.
indien in de grond of het grondwater een restverontreiniging is
achtergebleven wordt aangegeven of beperkingen in het gebruik
van de bodem dan wel maatregelen ter bescherming van de bodem
genomen moeten worden;
- 2.
indien in de grond een restverontreiniging boven de
interventiewaarde is achtergebleven wordt de betreffende contour
hiervan eveneens in de onder artikel 1, onder d, ten tweede
genoemde kadastrale kaart opgenomen.
d. Bijlagen:
- 1.
een topografische kaart, inclusief schaalaanduiding en noordpijl
met daarop aangegeven de saneringslocatie en omgeving;
- 2.
een kadastrale kaart voorzien van datum en schaalaanduiding,
waarop het gesaneerde deel van het geval van verontreiniging is
aangegeven, die ten hoogste dertien weken voor de indiening van
het saneringsverslag door het Kadaster is afgegeven. Indien
sprake is van een restverontreiniging in de grond boven de
interventiewaarde, dan wordt de betreffende
interventiewaardecontour tevens op de kadastrale kaart
aangegeven;
- 3.
een uittreksel van het Kadaster waaruit de huidige
eigendomssituatie blijkt, dat ten hoogste dertien weken voor de
indiening van het saneringsverslag door het Kadaster is
afgegeven;
- 4.
tekening(en) met noordpijl met daarop aangegeven de werkelijke
ontgravingscontour, de locaties van onttrekkingspunten en
depots;
- 5.
tekening(en) met noordpijl waarop de contouren van de
Achtergrondwaarden (grond) en de Streefwaarden (grondwater)
onderscheidenlijk de Interventiewaarden (grond en grondwater)
van de restverontreiniging zijn aangegeven;
- 6.
af- en aanvoerbonnen van de af- en aangeleverde grond;
- 7.
analysecertificaten en toetsingsresultaten van de uitgevoerde
analyses;
- 8.
certificaten dan wel partijkeuringen waaruit de
milieuhygiënische kwaliteit van de aanvulgrond blijkt.
- 2.
Onverminderd het bepaalde in artikel 39c, eerste lid, van de wet kan het
vermelden in het saneringsverslag van gegevens als bedoeld in het
eerste lid achterwege blijven indien:
- a.
bij de indiening van het saneringsverslag wordt aangegeven welke
gegevens ontbreken, en;
- b.
daarbij de reden wordt aangegeven waarom die gegevens ontbreken,
en;
- c.
deze gegevens naar het oordeel van het college niet noodzakelijk
zijn voor de beoordeling van het saneringsverslag
Artikel 9 Inhoud nazorgplan
- 1.
Onverminderd de eisen, die artikel 39d van de wet aan het nazorgplan
stelt, worden in het nazorgplan de volgende gegevens vermeld:
a. Algemene gegevens:
- 1.
het adres en de kadastrale aanduiding waarop de ligging van het
grondgebied waarop het nazorgplan betrekking heeft, is
aangegeven;
- 2.
de naam en het adres van degenen die een zakelijk of een
persoonlijk recht hebben op het grondgebied bedoeld onder
artikel 1, onder a, ten eerste, evenals van de gebruikers
daarvan;
- 3.
het gebruik van de locatie waarop het nazorgplan betrekking
heeft;
- 4.
een korte beschrijving van de geologische en geohydrologische
situatie ter plaatse van de locatie;
- 5.
een beschrijving van de uitgangspunten waarop het nazorgplan is
gebaseerd;
- 6.
een overzicht van de op de locatie uitgevoerde bodemonderzoeken,
opgestelde saneringsplannen, saneringsverslagen en besluiten die
in het kader van de wet voor de onderhavige locatie zijn
genomen.
b. Uitvoering nazorgmaatregel:
- 1.
een omschrijving van de aanpak van beveiligings- en
monitoringsmaatregelen evenals de wijze waarop de continuïteit
van de passieve of actieve nazorg wordt gewaarborgd;
- 2.
indien de maatregelen inhouden het regelmatig inspecteren van de
beheers- of isolatievoorzieningen die ter uitvoering van de
sanering zijn aangebracht, worden de volgende gegevens
verstrekt:
a. een beschrijving van de wijze waarop de instandhouding van de
voorzieningen wordt gewaarborgd en de tijdstippen waarop de
voorzieningen worden gecontroleerd;
b. de wijze en de tijdstippen waarop hierover verslag wordt
gedaan aan het bevoegd gezag;
- 3.
indien de maatregelen inhouden het periodiek monitoren van de
restverontreiniging worden de volgende gegevens verstrekt:
a. de wijze en het tijdstip waarop monitoring plaatsvindt,
inclusief het benoemen van peilbuizen, de te verrichten analyses
en de frequentie van bemonstering;
b. een beschrijving van de vastgestelde signaal- en actiewaarden
en daarbij behorende acties;
c. de wijze en tijdstippen waarop hierover verslag wordt gedaan
aan het bevoegd gezag;
- 4.
een beschrijving van de handelwijze bij wijziging van het
gebruik van de locatie;
- 5.
een beschrijving van de handelwijze bij eventuele
graafwerkzaamheden op de locatie;
- 6.
een begroting van de nazorgkosten in euro’s (inclusief
btw).
c. Bijlagen:
- 1.
een topografische kaart, inclusief schaalaanduiding en noordpijl
met daarop aangegeven de saneringslocatie en omgeving;
- 2.
een kadastrale kaart voorzien van datum en schaalaanduiding,
waarop de interventiewaardecontour van de restverontreiniging in
de grond is aangegeven, die ten hoogste dertien weken voor de
indiening van het saneringsverlag door het Kadaster is
afgegeven;
- 3.
een uittreksel van het Kadaster waaruit de huidige
eigendomssituatie blijkt, dat ten hoogste dertien weken voor de
indiening van het saneringsverslag door het Kadaster is
afgegeven;
- 4.
tekening(en) met noordpijl waarop zijn weergegeven:
a. de aard en contouren van de Achtergrondwaarden (grond) en de
Streefwaarden (grondwater) onderscheidenlijk de
Interventiewaarden (grond en grondwater) van de
restverontreiniging;
b. de aard en omvang van de gebieden waarop gebruiksbeperkingen
van toepassing zijn;
- 5.
tekening(en) met daarop aangegeven de ligging van beheers- en
isolatiemaatregelen (bijvoorbeeld situering
monitoringspeilbuizen, drains en onttrekkingspunten).
- 2.
Onverminderd het bepaalde in artikel 39d van de wet kan het vermelden in
het nazorgplan van gegevens als bedoeld in het eerste lid achterwege
blijven indien:
- a.
bij de indiening van het plan wordt aangegeven welke gegevens
ontbreken, en
- b.
daarbij de reden wordt aangegeven waarom die gegevens ontbreken,
en
- c.
deze gegevens naar het oordeel van het college niet noodzakelijk
zijn voor de beoordeling van het nazorgplan.
Artikel 10 Toezicht en handhaving
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze
verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen dan wel
aan te wijzen personen.
Artikel 11 Intrekking
De Verordening bodemsanering Eindhoven 2003 wordt ingetrokken met ingang van
het in artikel 13, eerste lid, genoemde tijdstip.
Artikel 12 Overgangsbepalingen
- 1.
Op saneringsplannen, saneringsverslagen en nazorgplannen, die zijn
ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening,
blijft de Verordening bodemsanering Eindhoven 2003 van toepassing.
- 2.
Op een sanering, een fase of een gedeelte van een sanering zoals is
bedoeld in artikel 38 derde lid, respectievelijk artikel 40 van de wet
die is aangevangen voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze
verordening blijft de Verordening bodemsanering Eindhoven 2003 van
toepassing.
- 3.
Op saneringsverslagen en nazorgplannen, die zijn ingediend na het
tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening èn waarvan het
saneringsplan is goedgekeurd dan wel waarvan de sanering, een fase of
een gedeelte van een sanering is aangevangen voor het tijdstip van
inwerkingtreding van deze verordening blijft de Verordening
bodemsanering Eindhoven 2003 van toepassing.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de 7e dag
na de datum van de uitgifte van het gemeenteblad waarin het wordt
geplaatst.
- 2.
Deze verordening wordt aangehaald als Verordening bodemsanering gemeente
Eindhoven 2009.
Eindhoven, 3 augustus 2009.
Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,
R. van Gijzel, burgemeester.
A. Brunninkhuis, secretaris.
Uitgegeven, 3 augustus 2009.
de gemeentesecretaris van Eindhoven,