Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Almelo

Verordening Beleidadviescommissies 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlmelo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Beleidadviescommissies 2005
CiteertitelVerordening Beleidadviescommissies 2005
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet art. 84

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2005geen

01-03-2005

gemeentelijke advertentie 05-04-2005

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Beleidadviescommissies 2005

 

 

Gemeenteblad van Almelo

Geldende tekst

regelingnummer: 2259

Nr. 7

B&W-besluit van 1 maart 2005, houdende vaststelling van de Verordening beleidadviescommissies 2005.

Verordening  Beleidsadviescommissies 2005 .

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo;

  • a.

    gezien zijn besluit van 10 februari 2004, waarbij op grond van artikel 84 van de Gemeentewet een drietal beleidsadviescommissies is ingesteld;

  • b.

    dat in genoemd besluit is aangegeven dat voor deze commissies een verordening regelende de taken/bevoegdheden, werkwijze enz. zal worden vastgesteld.

besluit:

voor de volgende beleidsadviescommissies

  • -

    Wonen en woonomgeving;

  • -

    Economie en Werkgelegenheid;

  • -

    Gezondheidszorg en maatschappelijke aangelegenheden;

de volgende regeling vast te stellen.

Taken/bevoegdheden

Artikel 1
  • 1.

    De commissie heeft tot taak het college te adviseren over het door hem te voeren beleid c.q. het voor de gemeenteraad voor te bereiden beleid met betrekking tot gemeentelijke beleidsaangelegenheden op de desbetreffende werkvelden van de commissie.

  • 2.

    De commissie vervult daarin een rol binnen het geheel van burgerparticipatie, hetgeen als regel inhoudt dat advisering op verzoek van het college plaatsvindt.

  • 3.

    Voor eventueel nader onderzoek is de commissie bevoegd externe deskundigheid in te schakelen binnen de haar ter beschikking gestelde middelen; daarbuiten is voorafgaand overleg met het college nodig.

Samenstelling

Artikel 2
  • 1.

    De leden van de commissie worden benoemd door het college.

  • 2.

    De commissie bestaat uit maximaal vijftien personen.

  • 3.

    Het aantal leden en de wijze van samenstelling worden per commissie geregeld in een nader besluit van het college. Van de leden wordt verwacht dat zij een relevante inbreng op het werkveld van de commissie kunnen hebben.

Zittingsduur

Artikel 3
  • 1.

    De leden van de commissie worden benoemd voor het tijdvak, samenvallende met de zittingsduur van de gemeenteraad; de eerste benoeming eindigt bij het einde van de zittingsduur van de gemeenteraad die in 2002 is aangetreden.

  • 2.

    De aftredende leden zijn maximaal drie maal herbenoembaar.

  • 3.

    Degene die ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats tot lid wordt benoemd treedt af op het tijdstip waarop degene moest aftreden in wiens plaats hij/zij is benoemd.

  • 4.

    Het lidmaatschap eindigt tussentijds door:

    • a.

      het overlijden van het lid;

    • b.

      het schriftelijk indienen van het ontslag bij het college;

    • c.

      een besluit van de commissie dat naar zijn oordeel het lid geacht kan worden niet langer representatief te zijn voor de kring waarvoor of het belang waarop het is benoemd.

  • 5.

    In tussentijdse vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

Voorzitter/secretaris

Artikel 4
  • 1.

    Het college benoemt een onafhankelijke voorzitter.

  • 2.

    De commissie benoemt vanuit haar midden een vice-voorzitter.

  • 3.

    Het college voegt een ambtelijk secretaris toe voortkomend uit de gemeentelijke  organisatie.

Werkwijze

Artikel 5
  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt of door tenminste vier zittinghebbende leden schriftelijk en met opgave van redenen aan de voorzitter wordt gevraagd. Bedoelde vergadering wordt zo spoedig mogelijk na het verzoek, doch uiterlijk binnen drie weken door de voorzitter belegd.

  • 2.

    De voorzitter bepaalt plaats, datum en tijdstip van de vergaderingen en roept de leden schriftelijk tot de vergadering op.

  • 3.

    De voorzitter draagt er tevens voor zorg dat de agenda en de bijbehorende stukken tenminste zeven dagen voor de vergadering aan de leden worden toegezonden.

Artikel 6
  • 1.

    De vergadering van de commissie wordt niet gehouden indien blijkens de presentielijst niet meer dan de helft van het getal van de zitting hebbende leden is opgekomen.

  • 2.

    Wanneer het vereiste aantal leden niet is opgekomen, wordt binnen veertien dagen een nieuwe vergadering belegd op de in artikel 5 voorgeschreven wijze, met dezelfde agenda en dezelfde stukken.

  • 3.

    Deze tweede vergadering wordt gehouden, ongeacht het aantal leden dat is opgekomen.

Artikel 7
  • 1.

    De vergaderingen van de commissie kunnen desgewenst te allen tijde worden bijgewoond door de opstellers en hun leidinggevenden omtrent zaken, waarover een advies is gevraagd.

  • 2.

    Eenzelfde bevoegdheid komt toe aan de afzonderlijke leden van het college van burgemeester en wethouders.

  • 3.

    De in de voorgaande leden bedoelde personen kunnen desgevraagd door de voorzitter tijdens de vergadering een adviserende rol vervullen.

Artikel 8
  • 1.

    Over alle zaken wordt mondeling bij hoofdelijke oproeping gestemd.

  • 2.

    Indien bij het geven van adviezen over een zaak door geen van de leden een stemming wordt verlangd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 3.

    Voor het tot stand komen van een advies bij stemming wordt de volstrekte meerderheid geëist van de leden, die aan de stemming hebben deelgenomen.

Artikel 9
  • 1.

    Bij staking van stemming wordt het geven van adviezen tot een volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend.

  • 2.

    In deze vergadering wordt bij het staken van de stemmen het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.

  • 3.

    Wanneer een advies niet met algemene stemmen is aangenomen wordt in het verslag van de vergadering c.q. in het eventueel uitgebrachte advies tevens melding gemaakt van de bij de beraadslagingen naar voren gebrachte afwijkende meningen, alsmede van de stemverhouding.

  • 4.

    De adviezen van de commissie worden schriftelijk vastgelegd en ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 10
  • 1.

    De commissie brengt een advies uit, binnen acht weken nadat dit is gevraagd.

  • 2.

    Als de commissie van oordeel is dat een langere termijn noodzakelijk is, kan het uitbrengen van het advies voor ten hoogste met vier weken worden verdaagd. De commissie doet hiervan met redenen omkleed mededeling aan het college.

Financiën

Artikel 11
  • 1.

    De commissie dient jaarlijks, uiterlijk voor 1 april, bij het college haar kostenbegroting in voor het daarop volgende begrotingsjaar.

  • 2.

    De leden van de commissie ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen een vergoeding overeenkomstig de ter zake geldende regelingen.

Slotbepalingen.

Artikel 12

Besluiten tot wijziging van deze verordening kunnen slechts na overleg met de commissie door het college worden genomen.

Artikel 13

Opheffing van de commissie kan slechts geschieden bij besluit van het college, gehoord de commissie.

Artikel 14

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet besluit het college, gehoord de commissie.

Inwerkingtreding.

Artikel 15
  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening beleidsadviescommissies 2005";

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005.

Gedaan ter vergadering van 1 maart 2005

de secretaris,                                                         de burgemeester,