Organisatie | Reimerswaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | NADERE BELEIDSREGELS JEUGDHULP GEMEENTE REIMERSWAAL |
Citeertitel | nadere regels jeugdhulp gemeente Reimerswaal |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Verordening Jeugdhulp gemeente Reimerswaal
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 16-12-2014 | 14.006270 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Reimerswaal;
Gelet op de Jeugdwet en de op 6 november 2014 door de raad vastgestelde Verordening jeugdhulp gemeente Reimerswaal;
Overwegende dat de Jeugdwet per 1 januari 2015 in werking treedt;
Dat het beoogd maatschappelijk doel van de Jeugdwet is dat jeugdigen gezond en veilig opgroeien, hun talenten ontwikkelen en naar vermogen participeren in de samenleving;
Dat met de Jeugdwet wordt beoogd de eigen kracht van de jongere en van het zorgend en probleemoplossend vermogen van diens gezin en sociale omgeving te versterken;
Dat met de decentralisatie van het jeugdstelsel de regie over het jeugdstelsel komt te liggen bij de gemeente, waar het nu nog verspreid is over Rijk, provincies en gemeenten;
Dat een positief opvoed- en opgroeiklimaat, preventie, vroegsignalering en zo nodig (zware) gespecialiseerde zorg en kinderbeschermingsmaatregelen en maatregelen van de jeugdreclassering bijdragen aan het beoogd maatschappelijk doel;
Dat door de gemeente de regie te geven het gemakkelijker wordt verbindingen te leggen tussen zorg, lokaal gezondheidsbeleid, onderwijs, werk en inkomen, sport en veiligheid;
Een voorziening bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Verordening jeugdhulp Reimerswaal bestaat uit informatie en /of adviesverstrekking door het lokale gebiedsteam. Deze voorziening is beschikbaar ten behoeve van een jeugdige zonder dat het college heeft besloten om deze voorziening toe te kennen aan de jeugdige.
De zorgaanbieder van een individuele voorziening start de ondersteuning slechts nadat het besluit genomen is, behoudens als de professional of het college van oordeel is dat professionele interventie (-s) dienen te worden ingezet om de bedreiging van de veiligheid van het kind op te heffen in welk geval lid 7 wordt toegepast
7. Als de professional van oordeel is - al dan niet na een hulpvraag van de jeugdige en/of ouder -
dat professionele interventie(s) dienen te worden ingezet om de bedreiging van de veiligheid van het kind op te heffen dan zal de professional de professionele interventie(s) inzetten. De professional meldt het inzetten van de professionele interventie(s) onverwijld in het eigen dossier, in de Verwijsindex Risicojongeren Zeeland en aan de procescoördinator van de gemeente Reimerswaal. Het college stelt onverwijld het besluit tot professionele interventie(-s) op schrift en maakt het bekend aan de jeugdige en zijn ouders.
De procescoördinator informeert die professional (-s) waarvoor het noodzakelijk is om kennis te hebben van de bedreiging van de veiligheid en de ondernomen interventie(-s) en zorgt voor eventueel noodzakelijke verdere vervolgstappen.
Artikel 2.2. Aanvraag persoonsgebonden budget (PGB)
Als een individuele voorziening in natura niet passend wordt geacht, kan de ouder een aanvraag voor een persoonsgebonden budget indienen. De aanvraag bevat in elk geval:
gehanteerde en door het college ondertekende "driekolommenmodel". Het besluit wordt binnen
zes weken na ondertekening van het verslag door de jeugdige en / of de ouders uitgereikt of toegestuurd aan de ouder en/of de jeugdige. In het "driekolommenmodel" is ook opgenomen een
verslag van (elk van) de met de ouder en / of de jeugdige gevoerde gesprek(-ken) als bedoeld in
Wanneer verdere vraagverheldering of verdieping nodig blijkt, volgt een gesprek waar de brede zorgvraag in beeld wordt gebracht voor het hele huishouden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een checklist waarmee alle levensgebieden worden besproken. Hiervoor wordt het driekolommenmodel gebruikt, waarin concrete doelen worden uitgewerkt.
Het college stelt van elk gesprek met de jeugdige en / of zijn ouders een verslag op en neemt het verslag op in het driekolommenmodel. Opmerkingen of aanvullingen van de jeugdige of zijn ouders worden aan het verslag toegevoegd. Als de jeugdige en / of de ouders het niet eens zijn met het verslag dan wordt dit en de reden daarvan aan het verslag toegevoegd.
Artikel 3.4. Criteria individuele voorzieningen
Het college kent een individuele voorziening toe indien en voor zover in het gesprek zoals bedoeld in
artikel 3.3. is vastgesteld dat:
Artikel 3.6. Hoogte van het persoonsgebonden budget (PGB)
In afwijking van het eerste lid kan het college een hoger persoonsgebonden budget toekennen als voor deze hulpvraag geen passende individuele voorziening in natura beschikbaar is en 75% van de kostprijs van de meest vergelijkbare individuele voorziening in natura niet toereikend is om de bij de hulpvraag passende jeugdhulp in te kopen. Het persoonsgebonden budget dat het college toekent, bedraagt maximaal 100% van de meest vergelijkbare individuele voorziening in natura.
Artikel 3.7. Einde van de toekenning van het persoonsgebonden budget
De toekenning eindigt wanneer:
Artikel 4 Inspraak en medezeggenschap
Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntengroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen en bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.