Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Montfoort

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Montfoort 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMontfoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening gemeentelijke monumenten Montfoort 2005
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-10-200503-07-2020Onbekend

17-10-2005

Zenderstreek nieuws 26-10-2005

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Montfoort 2005

 

 

Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen

Artikel 1 - Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    Monument:

    • a.

      Alle vóór tenminste vijftig jaar vervaardigde zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde

    • b.

      Terreinen die van algemeen belang zijn wegens daar aanwezige zaken als bedoeld onder a.

  • 2.

    Archeologische monumenten:

de monumenten, bedoeld in onderdeel 1, onder a;

3.Beschermd gemeentelijk monument:

onroerend monument welke door burgemeester en wethouders is ingeschreven in het ingevolge deze verordening vastgestelde register;

4.Eigenaar:

de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op een monument.

5.Onderhoud:

sober en doelmatig uit te voeren periodieke werkzaamheden, normaal onderhoud te boven gaand, die erop gericht zijn de bouwkundige staat van een monument in stand te houden of toekomstig groot onderhoud of restauratie te voorkomen of uit te stellen.

6.Restauratie:

het op sobere wijze treffen van voorzieningen tot opheffing van (bouwtechnische) gebreken, die het normale onderhoud te boven gaan, noodzakelijk voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarde van het gemeentelijke monument

7.Beschermde stads- en dorpsgezichten

stads- en dorpsgezichten die door Onze minister van OC en W en Onze Minister van VROM als zodanig ingevolge artikel 35 van de Monumentenwet zijn aangewezen, met ingang van de datum van publicatie van die aanwijzing in de Nederlandse Staatscourant.

8.Monumentencommissie:

de door burgemeester en wethouders ingestelde commissie of aangewezen instantie, met als taak burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988 en het gemeentelijk monumentenbeleid;

Hoofdstuk 2 – Subsidie voor onderhoud

Artikel 2 – Grondslag en werkingsfeer

  • 1.

    Aan de eigenaar van een monument kunnen burgemeester en wethouders maximaal één keer per jaar subsidie toekennen ter tegemoetkoming in de kosten van onderhoud van het gemeentelijk monument.

  • 2.

    De aanvraag voor subsidie als bedoeld in lid 1 kan jaarlijks of vijfjaarlijks worden ingediend.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders verlenen slechts subsidie voor zover gemeentelijk budget toereikend is.

Artikel 3 - Subsidiabele onderhoudskosten

  • 1.

    De voorzieningen als bedoeld in artikel 2 kunnen ten aanzien van de gebouwen de volgende werkzaamheden betreffen:

    • a.

      reparatie dakbedekking;

    • b.

      reparaties schoorstenen;

    • c.

      reparaties aan goten of hemelwaterafvoeren;

    • d.

      muren: voegen, pleisteren en vochtbestrijding;

    • e.

      buitenkozijnen, -ramen en –deuren;

    • f.

      buitenschilderwerk;

    • g.

      overige werkzaamheden aan de buitenzijde om de onroerend zaak wind- en waterdicht te houden en de daarmee samenhangende werkzaamheden.

  • 2.

    De voorzieningen als bedoeld in artikel 2 kunnen ten aanzien van terreinen alle werkzaamheden betreffen aan daar aanwezige zaken die het monumentale karakter van het terrein bepalen.

Artikel 4 – Uitsluiting van subsidieverstrekking

Geen subsidie als bedoeld in dit hoofdstuk wordt verstrekt voor voorzieningen waarvoor op grond van een andere overheidssubsidieregeling steun is of kan worden toegekend.

Artikel 5 - Hoogte subsidie

De subsidie als bedoeld in artikel 2 bedraagt 40% van de subsidiabele onderhoudskosten genoemd onder artikel 3, doch ten hoogste 40% van € 2.300,- per jaar of 40% van € 11.500 per 5 jaar.

Artikel 6 - Extra subsidie

De subsidie op grond van artikel 5 kan door burgemeester en wethouders worden verhoogd indien:

  • 1.

    Het een onroerende zaak betreft, gelegen binnen een beschermd stads- en dorpsgezicht en kleiner dan 1.000 m3 met € 450,-.

  • 2.

    Het een onroerende zaak betreft, gelegen binnen een beschermd stads- en dorpsgezicht en groter dan 1.000 m3 met € 900,-.

Hoofdstuk 3 – Subsidie voor restauratie

Artikel 7- Grondslag en werkingsfeer

  • 1.

    Aan een eigenaar van een monument kunnen burgemeester en wethouders subsidie toekennen ter tegemoetkoming in de kosten van restauratie van het gemeentelijk monument.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders verlenen slechts subsidie voor zover gemeentelijk budget toereikend is.

Artikel 8 - Subsidiabele restauratiekosten

 

Artikel 8 - Subsidiabele restauratiekosten

Subsidiabele restauratiekosten zijn in ieder geval de geraamde en door of namens burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:

  • a.

    de aanneemsom;

  • b.

    installaties ter voorkoming van brand of blikseminslag;

  • c.

    schilderwerk voor zover de te schilderen onderdelen gerestaureerd worden en de kosten daarvan subsidiabel zijn;

  • d.

    leges voor elke vergunning die noodzakelijk is voor het treffen van de voorzieningen;

  • e.

    een Casco-All-Risks verzekering en risicoverzekeringen lonen en materialen;

  • f.

    kosten voor het aanbrengen van voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een regelmatige inspectie van het monument;

  • g.

    honorarium van architect en constructeur;

  • h.

    de verschuldigde omzetbelasting.

Artikel 9- Uitsluiting subsidieverstrekking

Geen subsidie als bedoeld in dit hoofdstuk wordt verstrekt voor voorzieningen waarvoor op grond van een andere overheidssubsidieregeling steun is of kan worden toegekend.

Artikel 10 - Hoogte subsidie

De subsidie bedraagt voor:

  • 1.

    Een gemeentelijk monument, 50% van de subsidiabele kosten, doch ten hoogste 50% van € 10.000.

  • 2.

    Een gemeentelijk monument, geen gebouw zijnde, 50% van de kosten, doch ten hoogste 50% van € 5.000.

    Hoofdstuk 4 – Procedure aanvraag, beslissing en uitkering

Artikel 11 - De aanvraag

  • 1.

    De aanvraag om toekenning van subsidie wordt door de eigenaar schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders.

  • 2.

    De aanvraag dient te bevatten:

    • a.

      een beschrijving van de technische staat van het monument, waarin de gebreken van het monument nauwkeurig staan vermeld;

    • b.

      een op de onder a bedoelde beschrijving gebaseerd bestek of gebaseerde werkomschrijving per onderdeel van de toe te passen constructies, materialen, afwerkingen en kleuren alsmede van de wijze van verwerking daarvan;

    • c.

      een begroting van de kosten, gespecificeerd in hoeveelheden, uren en materialen en niet ouder dan 2 jaar;

    • d.

      naam en adres van de aannemer.

  • 3.

    De aanvraag voor subsidie ingevolge artikel 7 dient tevens te bevatten:

    • a.

      tekeningen, waarop zowel de bestaande toestand als de voorgenomen herstelwerkzaamheden of wijzigingen staan aangegeven (schaal van 1:100). Door of namens burgemeester en wethouders kan een andere schaal worden toegestaan of geëist;

    • b.

      naam en adres van de architect;

    • c.

      foto’s actuele situatie.

Artikel 12 – Termijn beslissing burgemeester en wethouders

  • 1.

    Burgemeester en wethouders nemen op een aanvraag ingevolge de artikelen 2 en 7 binnen 13 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen een beslissing over het toekennen van een voorlopige subsidiebijdrage.

  • 2.

    Ten aanzien van een aanvraag als bedoeld in artikel 7 kunnen burgemeester en wethouders hun beslissing over het toekennen van een voorlopige subsidiebijdrage eenmaal voor ten hoogste 8 weken verdagen.

Artikel 13 - Advies monumentencommissie

Alvorens burgemeester en wethouders subsidie op grond van artikel 7 toekennen, winnen zij het advies van de monumentencommissie in.

Artikel 14 – Afwegingsgronden

Bij hun beslissing op aanvragen om subsidie ingevolge artikel 7 kunnen burgemeester en wethouders rekening houden met:

  • a.

    de prioriteit die het treffen van de voorzieningen in het kader van stadsvernieuwing of herstructurering heeft;

  • b.

    de monumentale waarde van de onroerende zaak;

  • c.

    de bouwtechnische en uiterlijke staat van de onroerende zaak, mede in relatie tot zijn omgeving;

  • d.

    het huidige en toekomstige gebruik van de onroerende zaak;

  • e.

    de wijze van exploitatie van de onroerende zaak;

  • f.

    de mate waarin de werkzaamheden, verbonden aan het treffen van de voorzieningen worden verricht door de eigenaar, anders dan in de uitoefening van zijn bedrijf, al dan niet met hulp van anderen, zonder dat bij de hulp sprake is van uitoefening van een bedrijf.

Artikel 15 – Weigeringsgronden

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verlenen geen subsidie ingevolge artikel 7 indien:

  • a.

    met het treffen van de voorzieningen het belang van de monumentenzorg niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

  • b.

    de kosten van de voorzieningen niet in een redelijke verhouding staan tot het te bereiken resultaat;

  • c.

    met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat de aanvrager een subsidiebeschikking heeft ontvangen;

  • d.

    voor de betreffende voorzieningen binnen een termijn van 15 jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag wordt ingediend subsidie is verleend;

  • e.

    voor de te treffen voorzieningen een monumentenvergunning is vereist en deze niet is verleend.

  • 2.

    In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in het eerste lid, onder c en d.

Artikel 16 – Subsidievoorschriften

  • 1.

    De subsidie ingevolge artikel 7 wordt verleend onder de voorwaarde dat:

    • a.

      de eigenaar het monument onveranderd bewaart en onderhoudt in de staat waarin het door de restauratie is gebracht;

    • b.

      de eigenaar vanaf de aanvang van de restauratie op zijn kosten het monument verzekert dan wel verzekerd houdt tegen brand-, storm- en bliksemschade en na afloop van de restauratie het monument daartegen verzekert houdt;

    • c.

      de eigenaar voor de duur van de restauratie een Casco-All-Risks verzekering afsluit.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen voorts beslissen dat de subsidie ingevolge artikel 7 wordt verleend onder de voorwaarden dat:

    • a.

      het werk wordt aanbesteed overeenkomstig door burgemeester en wethouders nader te stellen eisen;

    • b.

      de aanvang van het werk ten minste een week van tevoren wordt gemeld bij burgemeester en wethouders;

    • c.

      met de uitvoering van de werkzaamheden wordt begonnen binnen 26 weken na de datum van het besluit tot verlening van de subsidie;

    • d.

      binnen 30 maanden na de verlening van subsidie de werkzaamheden moeten zijn voltooid en de gereedmelding als bedoeld in artikel 18 ingediend;

    • e.

      aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen inzage wordt verleend in de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens.

    • f.

      het beschermd monument voorzien moet worden van een of meer installaties ter voorkoming van brand of blikseminslag ter bescherming van de monumentale waarde van dat monument;

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in het eerste lid en in het belang van het monument aanvullende voorschriften verbinden aan het verlenen van subsidie.

Artikel 17 - Voorschot

Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van subsidie als bedoeld in artikel 7 een voorschot op de voorlopige subsidiebijdrage uitkeren. Dit voorschot mag niet meer bedragen dan 50% van de voorlopige subsidiebijdrage als bedoeld in artikel 12 en kan alleen uitgekeerd worden als het gemeentelijk monumentenbudget toereikend is.

Artikel 18 – Gereedmelding en vaststelling subsidie

  • 1.

    Binnen 26 weken na het gereedkomen van de voorzieningen als bedoeld in artikel 2 en 7 dient de aanvrager een gereedmelding in bij de gemeente, met verantwoording van de gemaakte kosten van de getroffen gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde voorzieningen.

  • 2.

    Nadat de gereedmelding is gecontroleerd en akkoord bevonden, stellen burgemeester en wethouders op basis van de door de aanvrager verstrekte gegevens de definitieve subsidie vast.

  • 3.

    De definitieve subsidie is gebaseerd op de werkelijke kosten maar nimmer hoger dan de toegekende voorlopige subsidie zoals bedoeld in artikel 12.

  • 4.

    De gereedmelding als bedoeld in het eerste lid omvat:

    • a.

      Een volledig ingevuld gereedmeldingsformulier;

    • b.

      Een kostenoverzicht

    • c.

      Alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen ermee instemmen dat de aanvrager in plaats van rekeningen en betalingsbewijzen een verklaring van een registeraccountant overlegt waaruit blijkt dat het overgelegde kostenoverzicht juist en volledig is.

Artikel 19 - Uitbetaling

  • 1.

    Uitbetaling van de voorschotten en de definitieve subsidie vindt plaats op een door de aanvrager te bepalen wijze.

  • 2.

    Uitbetaalde voorschotten worden verrekend met de definitieve subsidie.

Artikel 20 Intrekking subsidie

Als blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend, dan wel een voorwaarde als bedoeld in deze verordening niet is nageleefd, kunnen burgemeester en wethouders:

  • 1.

    een besluit tot verlening of vaststelling van subsidie geheel of gedeeltelijk intrekken en niet of niet geheel tot betaling van de subsidie overgaan;

  • 2.

    reeds betaalde subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

Burgemeester en wethouders kunnen de uitbetaalde subsidie terugvorderen indien niet of niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden die aan de toekenning van de subsidie waren verbonden.

Hoofdstuk 5 - Slotbepalingen

Artikel 21 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgend op de dag van bekendmaking.

Artikel 22 – Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten

Montfoort 2005”.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Montfoort, gehouden op 17 oktober 2005.

De griffier, De voorzitter,