Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Assen

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 1997

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Assen
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 1997
CiteertitelVerordening toeristenbelasting 1997
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen, heffingen en retributies

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De historie van de regeling is mogelijk niet compleet. Er kunnen wijzigingen ontbreken tussen het ontstaan van de regeling en de eerste opgenomen wijziging daarvan.

Datum ingang heffing: 01-01-2008

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 216
  2. Gemeentewet, art. 219
  3. Gemeentewet, art. 224

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2012art. 6

14-07-2011

Berichten van de Brink, 21 juli 2012

BB-00817
01-01-201101-01-2012art. 6

09-09-2010

Berichten van de Brink 22 september 2010

9 september 2010

Tekst van de regeling

4.12

VERORDENING TOERISTENBELASTING 1997

Vastgesteld door de raad van de gemeente Assen d.d. 19-12-1996

Inwerkingtreding: 14-01-1997; datum ingang heffing: 01-01-1997

1e wijziging: 18-12-1997; inwerkingtreding: 13-01-1998

2e wijziging: 17-12-1998; inwerkingtreding: 16-01-1999

3e wijziging: 20-05-1999; inwerkingtreding: 28-12-1999; datum ingang heffing 01-01-2000

4e wijziging: 6/8-11-2001; inwerkingtreding: 13-12-2002; datum ingang heffing 01-01-2002

5e wijziging: 19-06-2003; inwerkingtreding: 27-11-2003; datum ingang heffing 01-01-2004

6e wijziging: 09-12-2004; inwerkingtreding: 24-12-2004; datum ingang heffing 01-01-2005

7e wijziging: 16-06-2005; inwerkingtreding: 02-12-2005; datum ingang heffing 01-01-2006

8e wijziging: 20-07-2006; inwerkingtreding: 01-12-2006; datum ingang heffing 01-01-2007

9e wijziging 30-08-2007; inwerkingtreding: 01-01-2008; datum ingang heffing 01-01-2008

10e wijziging 21-08-2008; inwerkingtreding 01-01-2009; datum ingang heffing 01-01-2009

11e wijziging 02-07-2009; inwerkingtreding 01-01-2010; datum ingang heffing 01-01-2010

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING

VAN TOERISTENBELASTING 1997

BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN.

ARTIKEL 1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.

vakantie-onderkomens :

woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als ver blijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

b.

mobiele kampeeronderkomens :

tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

c.

niet-beroepsmatig verhuurde ruimten :

woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofd zaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

d.

vaste standplaats :

een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van eenzelfde mobiel kam peer onderkomen of stacaravan.

BELASTBAAR FEIT.

ARTIKEL 2.

Terzake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatigverhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn ingeschreven, wordt onder de naam "toeristenbelasting" een directe belasting geheven.

BELASTINGPLICHT.

ARTIKEL 3.

Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, terzake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

VRIJSTELLINGEN.

ARTIKEL 4.

De belasting wordt niet geheven terzake van het verblijf:

door degene die als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;

van een asielzoeker, zijnde een vreemdeling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Vreemdelingenwet, die een asielverzoek heeft ingediend waarover nog geen onherroepelijke beslissing is genomen, van degene die een asielverzoek heeft ingediend waarop negatief is beslist en van een verblijfsgerechtigde, die op basis van artikel 9, 10 of 15 van voornoemde wet een verblijfsvergunning heeft, voor zover deze personen verblijf houden in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, in het kader van de centrale opvang onder verantwoordelijkheid van het ZBO Centrale Opvang Asielzoekers.

MAATSTAF VAN HEFFING.

ARTIKEL 5.

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

BELASTINGTARIEF.

ARTIKEL 6.

Het tarief bedraagt per overnachting € 0,90.

BELASTINGJAAR.

ARTIKEL 7.

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

WIJZE VAN HEFFING.

ARTIKEL 8.

De belasting wordt bij wijze van aanslag geheven.

AANSLAGGRENS.

ARTIKEL 9.

Belastingaanslagen van minder dan € 9,08 worden niet opgelegd.

TERMIJNEN VAN BETALING.

ARTIKEL 10.

In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de toeristenbelasting worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die van de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede twee maanden later.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

NADERE REGELS DOOR HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS.

ARTIKEL 11.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

AANMELDINGSPLICHT.

ARTIKEL 12.

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

INWERKINGTREDING EN CITEERTITEL.

ARTIKEL 13.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening toeristenbelasting 1997".