Organisatie | Westland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavingsverordening gemeente Westland 2015 |
Citeertitel | Handhavingsverordening gemeente Westland 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2015.
Met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Handhavingsverordening gemeente Westland 2012, zoals door de gemeenteraad vastgesteld op 1 januari 2012.
De Handhavingsverordening gemeente Westland 2013ev wordt ingetrokken.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-02-2015 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 25-11-2014 Elektronisch Gemeenteblad, 06-02-2015 | 14-0457708 |
Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 25 november 2014,
De griffier, de voorzitter,
N. Broekema, J. van der Tak
Leeswijzer Handhavingsverordening gemeente Westland 2015
Met ingang van 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. De Participatiewet vervangt de Wet werk en bijstand. Als gevolg van de wetswijziging moet de Handhavingsverordening worden geactualiseerd op de naamswijziging en artikelnummering van de Wet werk en bijstand naar de Participatiewet.
Op 1 januari 2013 is de nieuwe wet 'Aanscherping handhaving en sanctiebeleid Sociale Zaken en Werkgelegenheid' in werking getreden. Deze wet is bedoeld om ervoor te zorgen dat uitkeringen en toeslagen bij die mensen terechtkomen die er recht op hebben. Door deze wet wordt er bij het schenden van de inlichtingenplicht geen afstemming meer toegepast, maar een bestuurlijke boete opgelegd. De Handhavingsverordening moet daarom verwijzen naar “bestuurlijke boete opleggen ingevolge artikel 18a van de Participatiewet, in plaats van “de uitkering afstemmen ingevolge de Afstemmingsverordening”. Deze technische wijziging is met deze verordening doorgevoerd.
Bij de Handhavingsverordening 2012 was geen toelichting geschreven. Voor de volledigheid is deze nu toegevoegd.
Toelichting op de Handhavingsverordening gemeente Westland 2015
Deze verordening gaat in op de bestrijding en voorkoming van het onterecht ontvangen van uitkering. In verband met artikel 8a Participatiewet en de artikelen 35 van de IOAW en de IOAZ is de gemeenteraad verplicht regels te stellen over het bestrijden van het ten onrechte ontvangen van Participatiewet, IOAW- en IOAZ-uitkeringen alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van deze wetten.
Een goed handhavingsbeleid is belangrijk omdat dit voorkomt dat onterecht gemeenschapsgeld wordt uitgegeven. In het kader van effectieve fraudebestrijding is terugvordering van ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende uitkering belangrijk. Niet tot terugvordering overgaan, betekent een verlaging van de drempel om tot frauderen over te gaan. Frauderen mag niet lonend zijn. Daarnaast is terugvordering belangrijk in het kader van gelijke behandeling. Er moet worden voorkomen dat sommigen in een bevoorrechte positie raken.
Terugvordering van kosten van bijstand, voor zover de bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht, is in de Participatiewet, IOAW en IOAZ verplicht. Voor overige gevallen is terugvordering een bevoegdheid van het college. Het is daarbij aan het college om te bepalen hoe met deze bevoegdheid wordt omgegaan. Deze bevoegdheid, en hoe hier mee om wordt gegaan, is uitgewerkt in het stuk “Beleidsregels terug- en invordering, herziening, intrekking en verhaal gemeente Westland 2013ev. De bepalingen rond terugvordering in die regeling zijn nog steeds van kracht.
Alleen die bepalingen die nadere toelichting vragen, worden hier behandeld.
Artikel 2. Begripsomschrijvingen
Begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, de IOAW, de IOAZ, de Algemene wet bestuursrecht (hierna Awb) of de Gemeentewet worden niet afzonderlijk gedefinieerd in deze verordening. Deze zijn vanzelfsprekend van toepassing op deze verordening.
In dit artikel wordt aangegeven dat de opdracht voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet bij het college ligt.
Artikel 4. Terugvordering en debiteurenplan
Dit artikel geeft aan dat het college gebruik maakt van haar wettelijke bevoegdheid de uitkering terug te vorderen in de situatie dat het niet gaat om terugvordering naar aanleiding van het schenden van de inlichtingenplicht. Ten aanzien van terugvordering, het afzien hiervan, invordering en kwijtschelding wordt een verwijzing gemaakt naar de nader door het college vast te stellen beleidsregels aangezien dit een taak van het college is. Dit is gebeurd met het stuk “Beleidsregels terug- en invordering, herziening, intrekking en verhaal gemeente Westland 2013ev”.
Artikel 5. Bestuurlijke boete en aangifte bij het Openbaar Ministerie
Bij constatering van het niet nakomen van aan de inlichtingenverplichting legt het college een bestuurlijke boete op. Dit is geregeld met de invoering van de ‘Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving, die ingegaan is per 1 januari 2013, en artikel 18a van de Participatiewet.
Wanneer er meer dan van € 50.000,- ten onrechte aan uitkering is genoten, wordt aangifte gedaan bij het ministerie.
De Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude, zoals opgesteld door het college van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie (OM), bepaalt onder meer dat sociale zekerheidsfraude door een uitkeringsgerechtigde tot een nadeel van € 50.000,- door het college wordt bestraft (op grond van artikel 18a van de Participatiewet). Bij een hoger nadeel (of wanneer de fraudeur geen uitkering meer ontvangt) moet aangifte worden gedaan bij het OM, waarna de zaak strafrechtelijk zal worden afgedaan. In dat geval wordt geen bestuurlijke boete opgelegd, tenzij het OM de zaak seponeert of geen veroordeling plaatsvindt.