Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterland

Beleidsregels verhaal Participatiewet gemeente Waterland 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels verhaal Participatiewet gemeente Waterland 2015
CiteertitelBeleidsregels verhaal Participatiewet gemeente Waterland 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling treedt met terugwerkende kracht inwerking op 01-01-2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81, lid 1
  2. Participatiewet, art. 61

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-02-201501-01-2015nieuwe regeling

16-12-2014

Elektronisch Gemeenteblad, 05-02-2015

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels verhaal Participatiewet gemeente Waterland 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,

 

overwegende dat het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen om bijstand te verhalen in het kader van de Participatiewet;

 

gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 61 van de Participatiewet,

 

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende Beleidsregels verhaal Participatiewet gemeente Waterland 2015.

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    bijstandsgerechtigde: de persoon die bijstand heeft aangevraagd of aan wie (mede) bijstand is toegekend op grond van de Participatiewet;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland;

  • c.

    ex-echtgenoot/ex-echtgenote: de gewezen echtgenoot/echtgenote of de gewezen geregistreerde partner;

  • d.

    LBIO: Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen;

  • e.

    onderhoudsplichtige: degene die een financiële bijdrage in de kosten van levensonderhoud aan de bijstandsgerechtigde en/of de ten laste komende kinderen dient te voldoen op grond van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek of een rechterlijke uitspraak;

  • f.

    verhaal: vordering op een derde of de vordering in verband met een nalatenschap of in verband met een schenking.

Artikel 2 Verhaal van kosten van bijstand

  • 1.

    Burgemeester en wethouders maken gebruik van de bevoegdheid tot het verhalen van kosten van bijstand:

    • a.

      tot de grens van de onderhoudsplicht als bedoeld in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek: op degene die bij het ontbreken van gezinsverband zijn onderhoudsplicht jegens zijn echtgeno(o)t(e) of minderjarig kind niet of niet behoorlijk nakomt;

    • b.

      tot de grens van de onderhoudsplicht als bedoeld in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek: op degene die zijn onderhoudsplicht na echtscheiding, beëindiging geregistreerd partnerschap of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed niet of niet behoorlijk nakomt;

    • c.

      op degene aan wie de persoon die bijstand ontvangt of heeft ontvangen een schenking heeft gedaan voor zover bij het besluit op de bijstandsaanvraag met de geschonken middelen rekening zou zijn gehouden indien de schenking niet had plaats gevonden, tenzij gelet op de omstandigheden aannemelijk is dat de schenker ten tijde van de schenking de noodzaak van bijstandsverlening redelijkerwijs niet heeft kunnen voorzien;

    • d.

      op de nalatenschap van de persoon indien:

      • aan die persoon ten onrechte bijstand is verleend en voor zover voor het overlijden nog geen terugvordering/invordering heeft plaats gevonden;

      • bijstand is verleend in de vorm van een geldlening of voortvloeiend uit de gestelde borgtocht.

  • 2.

    Buiten de gevallen aangegeven in het eerste lid vindt geen verhaal plaats.

Artikel 3 Verplichting van de bijstandsgerechtigde

  • 1.

    Het college legt ingevolge artikel 55 van de Participatiewet de verplichting aan de bijstandsgerechtigde op, dat hij of zij de benodigde stappen onderneemt om de opgelegde bijdrage voor kosten van levensonderhoud conform een rechterlijke uitspraak af te dwingen, zo nodig door inschakeling van derden.

  • 2.

    Indien incasso volgens het eerste lid niet tot resultaat leidt of indien in bijzondere gevallen dit in redelijkheid niet van de bijstandsgerechtigde gevergd kan worden, of een rechterlijke uitspraak over alimentatie ontbreekt, zal het college gebruik maken van zijn bevoegdheden zoals vastgelegd in artikel 62 onderdelen b. en c. en artikel 62b van de Participatiewet.

Hoofdstuk 2 Afzien van verhaal

Artikel 4 Afzien van verhaal

Het college ziet af van het nemen van een verhaalsbesluit indien:

  • a.

    geen causaal verband bestaat tussen de bijstandsbehoeftigheid en de echtscheiding/beëindiging van het geregistreerd partnerschap of de verlating;

  • b.

    het op te leggen verhaalsbedrag lager is dan € 25,- per maand of € 300,- op jaarbasis;

  • c.

    daarvoor gelet op de omstandigheden van degene op wie verhaal wordt gezocht of degene die de bijstand ontvangt of heeft ontvangen, dringende redenen aanwezig zijn.

Artikel 5 Afzien van verhaal wegens schuldenproblematiek

In afwijking van artikel 2 kan het college, op verzoek van degene op wie verhaald wordt, besluiten (gedeeltelijk) af te zien van verhaal van kosten van bijstand voor zover het verschuldigde verhaalsbijdragen betreft die op het moment van het besluit opeisbaar zijn, indien:

  • a.

    redelijkerwijs te voorzien is dat degene op wie wordt verhaald niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden voortvloeiend uit het huwelijk of geregistreerd partnerschap, of

  • b.

    redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen van de overige schuldeisers zonder een zodanig besluit niet tot stand zou komen en de vordering van de gemeente wegens verhaal van bijstand ten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang.

Artikel 6 Intrekken van het besluit tot afzien van verhaal wegens schuldenproblematiek

Het besluit tot het (gedeeltelijk) afzien van verhaal wordt ingetrokken of ten nadele van de onderhoudsplichtige gewijzigd indien:

  • a.

    niet binnen negen maanden nadat dat besluit bekend is gemaakt, een schuldregeling tot stand is gekomen die voldoet aan de eisen zoals bedoeld in artikel 5;

  • b.

    de onderhoudsplichtige zijn schuld aan de gemeente niet overeenkomstig de schuldregeling voldoet, of onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste en/of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid.

Hoofdstuk 3 Beoordeling onderhoudsplicht

Artikel 7 Maatstaven verhaalsbedrag

Bij de maatstaven bedoeld in artikel 62a van de Participatiewet wordt door het college gebruik gemaakt van het Rapport alimentatienormen van de Nederlandse vereniging voor Rechtspraak oftewel Tremanormen.

Artikel 8 Ingangsdatum verhaal

De ingangsdatum van het verhaalsbedrag wordt bepaald op de eerstvolgende maand na de datum van de eerste aanschrijving, tenzij individuele omstandigheden een andere ingangsdatum aanvaardbaar maken.

Artikel 9 Wijziging door de rechter vastgesteld verhaalsbedrag

Indien sprake is van gewijzigde omstandigheden bij de bijstandsgerechtigde en/of de onderhoudsplichtige kan het college verzoeken het door de rechter vastgestelde verhaalsbedrag te wijzigen. Het college verzoekt de rechter het verhaalsbedrag in afwijking van een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud verschuldigd krachtens boek 1 van het Burgerlijk Wetboek vast te stellen, indien de rechter:

  • a.

    deze uitspraak zou kunnen wijzigen op de gronden genoemd in artikel 157 en 401 van het Burgerlijk Wetboek;

  • b.

    geen rekening heeft kunnen houden met alle voor de betrokken beslissing in aanmerking komende gegevens en omstandigheden betreffende beide partijen.

Hoofdstuk 4 Verhaal in rechte

Artikel 10 Verhaal in rechte

Verhaal in rechte conform artikel 62h van de Participatiewet vindt alleen plaats, indien het te verhalen bedrag hoger is dan € 300,-.

Artikel 11 Executie verhaalsbijdrage

  • 1.

    Indien de onderhoudsplichtige niet bereid is de vastgestelde verhaalsbijdrage voor levensonderhoud dan wel zijn achterstand te voldoen, wordt de rechterlijke beschikking met een executoriale titel ten uitvoer gelegd door middel van beslag overeenkomstig de artikelen 479b tot en met 479g, behoudens artikel 479e tweede afdeling A van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

  • 2.

    Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van vereenvoudigd derdenbeslag.

  • 3.

    Het maandelijks te betalen bedrag wordt vastgesteld op het voor beslag vatbare bedrag.

  • 4.

    Op grond van bijzondere omstandigheden van de onderhoudsplichtige kan de betalingsverplichting tijdelijk lager worden vastgesteld.

Hoofdstuk 5 Periodieke herbeoordeling

Artikel 12 Periodieke herbeoordeling

  • 1.

    Periodiek maakt het college, indien daartoe aanleiding bestaat, een nieuwe beoordeling van de (gewijzigde) draagkracht van de onderhoudsplichtige.

  • 2.

    Van een verhoging van het verhaalsbedrag wordt afgezien, indien de wijziging van de draagkracht van de onderhoudsplichtige niet meer bedraagt dan € 25,- per maand of € 300,- op jaarbasis.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2015.

Artikel 14 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels verhaal Participatiewet gemeente Waterland 2015.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, gehouden op 16 december 2014.

T. van den Berg

locosecretaris

Drs. L. Bromet

locoburgemeester