Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koggenland

Verordening uitvoering bijzondere bijstand volgens de Participatiewet 2015 gemeente Koggenland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKoggenland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening uitvoering bijzondere bijstand volgens de Participatiewet 2015 gemeente Koggenland
CiteertitelVerordening uitvoering bijzondere bijstand volgens de Participatiewet 2015 gemeente Koggenland
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Artikel 9 bevat een hardheidsclausule.

Deze regeling heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Participatiewet, art. 8, lid 1
  2. Participatiewet, art. 8b
  3. Participatiewet, art. 18
  4. Participatiewet, art. 47

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-02-201501-01-2015nieuwe regeling

26-01-2015

Elektronisch Gemeenteblad, 05-02-2015

D14.007046

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening uitvoering bijzondere bijstand volgens de Participatiewet 2015 gemeente Koggenland

De raad van de gemeente Koggenland;

 

heeft het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 december 2014 gelezen en neemt de onderbouwing daarvan over, en

 

BESLUIT

 

gelet op artikel 8 lid 1 onderdelen a en d, artikel 8b en artikel 18 van de Participatiewet;

gelet op artikel 47 van de Participatiewet

vast te stellen de Verordening uitvoering bijzondere bijstand volgens de Participatiewet 2015 gemeente Koggenland

 

Artikel 1. Begripsomschrijving

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a)

      het college : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn

    • b)

      bijzondere bijstand : de bijstand, bedoeld in artikel 35 van de Participatiewet, de individuele inkomenstoeslag, bedoeld in artikel 36 van de Participatiewet en de individuele studietoeslag, bedoeld in artikel 36b van de Participatiewet, tenzij de uitvoering hiervan is overgedragen aan WerkSaam Westfriesland

    • c)

      de wet : de Participatiewet

    • d)

      beslagvrije voet : beslagvrije voet als bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

    • e)

      recidiveboete : bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a lid 5 van de Participatiewet

    • f)

      verrekenen : verrekening als bedoeld in artikel 60 lid 4 van de Participatiewet

Artikel 2 Opdracht aan het college

Het college zorgt voor de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet, waaronder het voorkomen en bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de bijzondere bijstand.

Artikel 3 Controle

  • 1.

    Het college doet onderzoek naar de rechtmatigheid van de verstrekte bijzondere bijstand en kan daarbij onder meer gebruik maken van huisbezoeken, heimelijke waarnemingen, risicoprofielen en bestandvergelijkingen, alsmede van de samenloopsignalen die daar uit voort komen. Het college werkt de verschillende onderzoekswijzen nader uit in controleplannen/protocollen.

  • 2.

    Op basis van het onderzoek als bedoeld in het eerste lid neemt het college besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de verstrekte bijzondere bijstand en de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.

  • 3.

    Het college onderzoekt informatie die relevant is voor het recht op bijzondere bijstand.

Artikel 4 Terugvordering

  • 1.

    Het college kan de kosten van de verstrekte bijzondere bijstand terugvorderen in de gevallen die in artikel 58, lid 2 en 59 van de Participatiewet zijn aangegeven, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet.

  • 2.

    Het college stelt beleidsregels vast voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 5 Verhaal

  • 1.

    Het college verhaalt de kosten van de verstrekte bijzondere bijstand overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 61 en 62 van de Participatiewet, voor zover zich hier geen andere wettelijke regel tegen verzet.

  • 2.

    Van verhaal wordt afgezien, als daarvoor zeer dringende redenen aanwezig zijn.

  • 3.

    Het college stelt beleidsregels vast voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 6 Verrekenen recidiveboete

Het college houdt bij de verrekening van recidiveboetes die betrekking hebben op bijzondere bijstand rekening met de beslagvrije voet.

Artikel 7 Afstemmen in verband met tekortschietend besef van verantwoordelijkheid

  • 1.

    Er is sprake van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid in de voorziening van het bestaan als de aanvrager door zijn of haar gedraging eerder of langer een beroep op bijzondere bijstand moet doen dan zonder die gedraging het geval zou zijn geweest.

  • 2.

    Voor situaties als genoemd in lid 1 van dit artikel wordt voor de daar genoemde periode de bijstandverlening afgestemd met een verlaging van 100% van de gevraagde bijzondere bijstand.

  • 3.

    Als er sprake is van dringende redenen kan in afwijking van lid 2 in plaats van een maatregel bijzondere bijstand in de vorm van een renteloze lening worden toegekend.

  • 4.

     

Artikel 8 Cliëntenparticipatie

Het college stelt de Stichting Adviesraad voor Zorg, Welzijn, Wonen en Ondersteuning Koggenland WMO in de gelegenheid voorstellen voor het bijzondere bijstandsbeleid te doen, vroegtijdig gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende bijzondere bijstand, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.

Artikel 9 Hardheidsclausule

  • 1.

    Het college kan ten gunste van de persoon afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

  • 2.

    In gevallen, die de uitvoering van deze verordening betreffen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening uitvoering bijzondere bijstand volgens de Participatiewet 2015 gemeente Koggenland en treedt in werking op de dag na publicatie en werkt terug tot 1 januari 2015.

De raad van de gemeente Koggenland,

26 januari 2015, agendapunt 8c

de griffier, de voorzitter,

mevrouw drs. P.M. Tromp, R. Posthumus

Toelichting

 

Algemene toelichting

Op grond van artikel 8b van de Participatiewet moeten gemeenten een verordening hebben voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van (bijzondere) bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Ook moet de verrekening van de bestuurlijke recidiveboete in een verordening worden vastgelegd. En er moet in een verordening worden aangegeven hoe de bijstand wordt afgestemd.

 

De uitkeringen voor levensonderhoud op grond van de Participatiewet, Ioaw en Ioaz worden vanaf 1 januari 2015 uitgevoerd door de gemeenschappelijke regeling WerkSaam Westfriesland. Hiervoor zijn verordeningen gemaakt. Deze verordeningen hebben betrekking op bijstand voor levensonderhoud. Het is daarom nodig om een aparte verordening te maken voor de bijzondere bijstand die onze gemeente zelf blijft uitvoeren.

 

Artikelsgewijze toelichting als het artikel een toelichting behoeft.

 

Artikel 2. Opdracht aan college

In dit artikel staat dat het college verantwoordelijk is voor het tegengaan en aanpakken van misbruik en oneigenlijk gebruik van bijzondere bijstand.

 

Denk bijvoorbeeld aan het voorkomen door vroegtijdig informatie over de aan bijzondere bijstand verbonden verplichtingen en over de gevolgen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de bijzondere bijstand. Maar ook aan een goede dienstverlening, strenge controle en sanctionering.

 

Artikel 3 Controle

Lid 1 en 2

Bedoeld wordt controle gedurende de periode dat er bijzondere bijstand wordt ontvangen en na de beëindiging. In controleplannen/protocollen zullen de termijnen worden ingevuld, waarbinnen deze onderzoeken moeten worden verricht.

Lid 3

In het kader van handhaving en eventueel lik-op-stuk-beleid is het zaak alert te reageren op relevante signalen.

 

Artikel 4 Terugvordering

Dit artikel spreekt voor zich. Het college stelt beleidsregels op hoe men met terugvordering omgaat en in welke gevallen er wordt overgegaan tot terugvordering.

 

Artikel 5 Verhaal

Dit artikel spreekt voor zich. Het college stelt beleidsregels op hoe men met verhaal omgaat.

 

Artikel 6 Verrekenen recidiveboete

In dit artikel staat dat bij de verrekening van een bestuurlijke recidiveboete bijzondere bijstand rekening wordt gehouden met de beslagvrije voet. Dit wijkt af van de verrekening van de bestuurlijke boete algemene bijstand die WerkSaam Westfriesland hanteert.

 

Artikel 7 Afstemmen in verband met tekortschietend besef van verantwoordelijkheid

De plicht om voldoende besef van verantwoordelijkheid te tonen voor de voorziening in het bestaan, geldt voordat bijzondere bijstand wordt aangevraagd. Schiet iemand hierin tekort? Dan wordt de bijzondere bijstand geweigerd. Er moet wel vaststaan dat er een causaal verband is tussen het beroep op de gevraagde bijstand en de gedraging die uiting geeft aan dat tekortschietend verantwoordelijkheidsbesef.

 

In uitzonderingsgevallen kan worden afgezien van een maatregel en worden volstaan met toekenning van de bijzondere bijstand in de vorm van een lening. Dit kan het geval zijn als er zeer schrijnende situaties zouden ontstaan door toepassing van een maatregel en het feitelijk weigeren van de bijzondere bijstand omdat er 100% maatregel wordt gehanteerd. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een gezin met kleine kinderen dat geen woonkostentoeslag zou krijgen en daardoor met huisuitzetting bedreigd worden.

 

Artikel 8 Hardheidsclausule

Dit artikel heeft betrekking op de hardheidsclausule en maakt het mogelijk in het voordeel van de cliënt af te wijken van hetgeen in de verordening is vastgelegd. Het college beslist in gevallen waarin deze verordening onverhoopt niet voorziet.