Organisatie | Steenwijkerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Steenwijkerland 2015 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning Steenwijkerland 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Dit besluit vervangt het Besluit maatschappelijke ondersteuning Steenwijkerland 2012.
Ten aanzien van de wijziging d.d. 22-11-2016 met betrekking tot artikel 1, eerste lid, sub g, en vervanging van bijlage 3 geldt het volgende: In de besluiten, die voor inwerkingtreding van dit besluit worden genomen en betrekking hebben op de periode vanaf 1 januari 2017, de aangepaste persoonsgebonden budgetten beschermd wonen toe te passen.
Verordening maatschappelijke ondersteuning Steenwijkerland 2015, artikelen 12, vierde en vijfde lid, 13, derde en vierde lid, 17, 18, tweede lid, en 22, vierde lid
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | 08-07-2017 | wijziging artikel 1, eerste lid, sub g + vervanging bijlage 3 | 22-11-2016 Gemeenteblad 2016, nr. 181877 | - | |
02-07-2016 | 01-01-2017 | artikel 1, toevoeging onderdelen h en i | 21-06-2016 Gemeenteblad 2016, nr. 87846 | - | |
25-03-2016 | 01-01-2016 | 02-07-2016 | Wijzigingen artikel 1, eerste lid, sub g + bijlage III | 23-02-2016 Gemeenteblad 2016, nr. 36539 | Geen |
01-01-2015 | 25-03-2016 | Toevoeging sub g artikel 1 en Bijlage III | 20-01-2015 Gemeenteblad 2015, nr. 17114 | Geen | |
01-01-2015 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 02-12-2014 Gemeenteblad 2014, nr. 76689 | Geen |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenwijkerland;
gelet op de artikelen 12, vierde en vijfde lid, 13, derde en vierde lid, 17, 18, tweede lid, en 22, vierde lid, van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Steenwijkerland 2015;
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Steenwijkerland 2015
Een zaak wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van de zaak die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als de zaak in natura zou zijn verstrekt. Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering;
Ondersteuning Zelfstandig Leven I (OZL I), Ondersteuning Zelfstandig Leven II (OZL II), Ondersteuning Zelfstandig Leven III (OZL III) en Kortdurend Verblijf met laag intensieve ondersteuning door een niet daartoe opgeleid persoon die mantelzorger is of afkomstig is uit het sociale netwerk van de cliënt, bedraagt 50% van het tarief OZL I, OZL II, OZL III of Kortdurend Verblijf met een maximum van € 20,00 per uur;
OZL I, OZL II, OZL III of Kortdurend Verblijf
1°. door een daartoe opgeleid persoon; of
2°. waarvoor bijzondere deskundigheden zijn vereist;
wordt bepaald op basis van 75% van het laagste tarief per uur of per resultaat voor OZL I, OZL II, OZL III of Kortdurend Verblijf in natura door een daartoe opgeleide beroepskracht werkzaam bij een door de gemeente gecontracteerde instelling;
Ondersteuning Maatschappelijke Deelname (OMD I), Ondersteuning MaatschappelijkeDeelname II (OMD II) en Ondersteuning Maatschappelijke Deelname III (OMD III) door een niet daartoe opgeleid persoon die mantelzorger is of afkomstig is uit het sociale netwerk van de cliënt, bedraagt 50% van het tarief OMD I, OMD II of OMD III met een maximum van € 20,00 per uur.
1°. door een daartoe opgeleid persoon; of
2°. waarvoor bijzondere deskundigheden zijn vereist; wordt per dagdeel bepaald op basis van 75 % van het laagste tarief per dagdeel voor dergelijke begeleiding in natura door daartoe opgeleide beroepskrachten werkzaam bij een door de gemeente gecontracteerde instelling;
Artikel 2. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen of PGB’s
De gemeente hanteert de maximale bedragen van artikel 3.1, eerste lid, van het uitvoeringsbesluit, uitgezonderd de maatwerkvoorzieningen waar de gemeente op basis van de wet geen eigen bijdragen mag heffen. De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdrage zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.1, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit. De bedragen per vier weken en de inkomensbedragen worden op grond van artikel 3.8 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 jaarlijks bij ministeriële regeling gewijzigd.
Artikel 3. Regels voor bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en algemene voorzieningen
De bijdrage voor vervoersvoorzieningen is verschuldigd voor een al dan niet aangepaste gesloten buitenwagen, een open elektrische buitenwagen, een ander verplaatsingsmiddel, aanschaf of gebruik van een verplaatsingsmiddel, aanpassing van een eigen auto en onderhoud en/of reparatie van, accessoires bij en aanpassingen aan een al dan niet aangepaste gesloten buitenwagen, een open elektrische buitenwagen of een ander verplaatsingsmiddel.
De bijdrage voor een maatwerkvoorziening of PGB ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is afgewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
Artikel 4. Waardering mantelzorgers
De jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente bestaat uit:
-De mogelijkheden worden onderzocht en de keuze van het college wordt in een herziene versie van de nader regels ingevoegd –
Artikel 5. Tegemoetkoming ten aanzien van vervoer- en verhuiskosten personen met een beperking of chronische problemen
Verhuisvoorzieningen en vervoersvoorzieningen zijn in principe algemeen gebruikelijk. Meerkosten verband houdende met de beperking van de aanvrager hebben een cumulatief karakter en drukken zwaar op een inkomen van minder dan 150% van de bijstandsnorm. Indien het netto inkomen van de aanvrager minder bedraagt dan 150% van de bijstandsnorm kunnen de kosten van verhuizing of vervoer voor een tegemoetkoming in aanmerking komen. Bij een netto inkomen van meer dan 150% van de bijstandsnorm kunnen alleen aantoonbare cumulatieve meerkosten die verband houden met de beperking gewogen worden in de beoordeling van de aanvraag. Indien het netto inkomen als gevolg daarvan daalt tot minder dan 150% van de bijstandsnorm kan de aanvrager voor vergoeding van de gevraagde kosten in aanmerking komen.
Het collectief vraag afhankelijke vervoer (Regio Taxi), een (eigen) auto en/of een taxi wordt vastgesteld op basis van de individuele vervoersbehoefte van de gehandicapte tot een maximum normbedrag van € 340,00 per jaar. De vergoeding bij gebruikmaking van (eigen) auto bedraagt € 0,19 per door de gehandicapte afgelegde kilometer tot maximaal het normbedrag van €340,00 per jaar.
Voor tijdelijke huisvesting de werkelijke kosten van de kale huur (minus huurtoeslag) als tegemoetkoming in de kosten van het tijdelijk betrekken van een zelfstandig woonruimte of het langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte (dubbele woonlasten) of de werkelijke kosten als tegemoetkoming in de kosten van het tijdelijk betrekken van een niet-zelfstandige woonruimte.
Artikel 6. Vaststellen netto inkomen
Bij de vaststelling van het netto inkomen wordt het inkomen uit vermogen in aanmerking genomen voor zover dit vermogen het bedrag van vrijstelling sparen en vermogen per volwassenen volgens de inkomstenbelasting te boven gaat. Bij de vaststelling van het netto inkomen uit vermogen wordt conform de regels in box 3 van de inkomstenbelasting uitgegaan van het door de belastingdienst veronderstelde rendement verminderd met de vermogensrendementsheffing.
Artikel 7. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college betrekt ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij het beleid zoals is bepaald in de regeling ten aanzien van de instelling van de Wmo-raad Steenwijkerland. Dit artikel geeft uitvoering aan artikel 2.1.3, derde lid, Wmo 2015 en artikel 22 van de Verordening.
Artikel 8. Inwerkingtreding, intrekking en citeertitel
Burgemeester en wethouders van Steenwijkerland,
de secretaris, drs. S.S. Weistra
de burgemeester, M.A.J. van der Tas
Aantal m² waarvoor een financiële tegemoetkoming kan worden gegeven. Conform de beleidsregels is mogelijk om een tegemoetkoming te krijgen voor het verwerven van extra grond ten behoeve van een aanbouw of uitbreiding van een bepaald vertrek indien dit op grond van ergonomische beperkingen noodzakelijk zou zijn. Het aantal m² wat voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt is per vertrek (zie onderstaande tabel) gemaximaliseerd.
Het aantal m² verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte, dan wel tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort dat bij het nieuw aanleggen van paden, dan wel bij het aanpassen van bestaande paden ten hoogste voor financiële tegemoetkoming in aanmerking komt, bedraagt 20 m².
Tarieven liften (prijspeil per 1-1-2006)
Maximale vergoeding van kosten van onderhoud, keuring en reparatie van liften. Alleen de werkelijk gemaakte kosten (met een maximum van de in de tabel genoemde bedragen) van keuring, onderhoud en reparatie aan de hieronder genoemde onderdelen komen in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming.
Hieronder wordt de vergoeding van kosten weergegeven voor keuring van soorten liften in woningen en trappenhuizen zoals ze bij de uitvoering van de Wmo te verwachten zijn.
In de tabel staan de kosten bij de benamingen van de liften weergegeven zoals hierboven omschreven bij a tot en met e.
In de bovengenoemde bedragen zijn opgenomen de kosten voor de keuring door het Liftinstituut (voorrijkosten + keuringstarieven), vermenigvuldigd met een factor 2 (er komen 2 personen) vanwege de noodzakelijk assistentie door de onderhoudsfirma.
Maximale toeslagen op bovengenoemde tarieven:
De bovengemelde bedragen dienen jaarlijks te worden verhoogd met het prijsindexcijfer.