Aanwijzingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaar

Artikel 1 WOZ-ambtenaar

Voor de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken wordt aangewezen: de directeur van de vakeenheid Belastingen, tevens genoemd de Directeur Belastingen Rotterdam.

Artikel 2 Heffingsambtenaren

• 1.

  Voor de uitoefening van de bevoegdheden en verplichtingen genoemd in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet, is voor elk van de in de middelste kolom van de tabel in lid 2 van dit aanwijzingsbesluit genoemde belastingen de in de rechter kolom genoemde functionaris aangewezen als heffings- en invorderingsambtenaar.

• 2.

   

  	Gemeentelijke belastingen	Heffings-en invorderingsambtenaren
  a.	Afvalstoffenheffing	directeur Belastingen.
  b.	Bedrijfsreinigingsrecht	directeur Belastingen.
  c.	BIZ-bijdrage	directeur Belastingen.
  d.	Hondenbelasting	directeur Belastingen.
  e.	Leges aanvragen voor ontheffingen van de Milieuzone in Rotterdam	Hoofd Bouw- en Woningtoezicht cluster Stadsontwikkeling.
  f.	Leges in de zin van de Algemene Legesverordening	indien de desbetreffende aanvraag voor een vergunning, verstrekking of dienst in behandeling is genomen door een cluster en in een van de overige onderdelen van dit aanwijzingsbesluit geen aanwijzing van een heffingsambtenaar heeft plaatsgevonden, de directeur van het cluster.
  g.	Leges Publiekszaken in de zin van de Legesverordening Publiekszaken	directeur vakeenheid Publiekszaken Rotterdam.
  h.	Leges wet omgevingsvergunning (WABO)	Hoofd Bouw- en Woningtoezicht cluster Stadsontwikkeling.
  i.	Lijkbezorgingsrechten	Concerndirecteur Stadsbeheer.
  j.	Logiesbelasting	directeur Belastingen.
  k.	Onroerende-zaakbelastingen	directeur Belastingen.
  l.	Parkeerbelasting	directeur Belastingen; directeur Toezicht en Handhaving Cluster Stadsbeheer, voor zover de betreffende aanvraag voor een vergunning, in de zin van de Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen door hem in behandeling is genomen.
  m.	Precariobelasting	directeur Belastingen.
  n.	Precariobelasting standplaatsen	Hoofd Bouw- en Woningtoezicht cluster Stadsontwikkeling.
  o.	Rechten markten	directeur Toezicht en Handhaving Cluster Stadsbeheer.
  p.	Rechten openbare werken	Concerndirecteur Stadsbeheer.
  q.	Reclamebelasting	directeur Belastingen.
  r.	Rioolheffing	directeur Belastingen.
  s.	Roerende woon- en bedrijfsruimteheffing	directeur Belastingen.
  t.	Liggeld woonschepen	Concerndirecteur Stadsontwikkeling.

• 3.

  In gevallen waarin artikel 2, lid 2 van dit aanwijzingsbesluit niet voorziet, is de directeur Belastingen aangewezen.

Artikel 3 Uitzonderingen

In afwijking van artikel 2 is uitsluitend de directeur Belastingen aangewezen:

• a.

  voor de dwanginvordering zoals geregeld in hoofdstuk III van de Invorderingswet 1990;

• b.

  als partij bij de behandeling van beroepschriften als genoemd in Hoofdstuk V, afdeling 2 en 3 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2017.

Artikel 5 Intrekking oude regeling

Het Aanwijzingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaar (gemeenteblad 2015-11) wordt ingetrokken met dien verstande dat het van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór deze inwerkingtreding hebben voorgedaan.

Artikel 6 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaar.