Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij het beleidsvoornemen is betrokken;
- b.
beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid;
- c.
bestuursorgaan: de eilandsraad, het bestuurscollege, de gezaghebber, of een ander bevoegd orgaan van het openbaar lichaam Bonaire als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b,WolBES;
- d.
ingezetene: hij die zijn werkelijke woonplaats in Bonaire heeft overeenkomstig artikel 11, tweede lid, WolBES;
- e.
inspraak: het betrekken van ingezetenen en andere belanghebbenden bij de voorbereiding van het beleid van het openbaar lichaam;
- f.
inspraakgerechtigden: ingezetenen en andere belanghebbenden vermeld in de kennisgeving bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel b;
- g.
inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;
- h.
kennisgeving: de kennisgeving als bedoeld in artikel 5;
- i.
openbaar lichaam of Bonaire: openbaar lichaam Bonaire genoemd in artikel 2, WolBES;
- j.
WolBES: Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Artikel 2 Onderwerp van inspraak
- 1.
Het bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van beleid van het openbaar lichaam.
- 2.
Inspraak wordt altijd verleend indien een wettelijk voorschrift daartoe verplicht.
- 3.
In ieder geval wordt geen inspraak verleend:
- a.
ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;
- b.
indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;
- c.
indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;
- d.
inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen als bedoeld in Hoofdstuk IV, Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
- e.
indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;
- f.
indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van het openbaar lichaam voor kwetsbare groepen in de samenleving.
Hoofdstuk 2 Inspraakprocedure
Artikel 3 Inspraakprocedure
Het bestuurscollege stelt op verzoek van een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, in bijzondere gevallen voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vast dan de procedure vastgelegd in de artikelen 4 tot en met 10.
Artikel 4 Ter inzage leggen
- 1.
Het bestuurscollege draagt ervoor zorg dat het beleidsvoornemen, met de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het beleidsvoornemen, ter inzage wordt gelegd op één of meer voor de burger goed toegankelijke locaties.
- 2.
Indien op grond van de artikelen 10 en 11, Wet openbaarheid van bestuur BES bepaalde stukken niet ter inzage worden gelegd, wordt daarvan mededeling gedaan.
- 3.
Het bestuurscollege draagt ervoor zorg dat afschrift van de ter inzage gelegde stukken wordt verstrekt tegen een vergoeding van ten hoogste de administratieve kosten.
- 4.
De stukken liggen ter inzage gedurende de in artikel 9 van deze verordening bedoelde termijn.
Artikel 5 Kennisgeving
- 1.
Voorafgaand aan het ter inzage leggen draagt het bestuurscollege ervoor zorg dat in een of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze kennis wordt gegeven van het beleidsvoornemen. Volstaan kan worden met het vermelden van de zakelijke inhoud.
- 2.
In de kennisgeving wordt vermeld:
- a.
waar en wanneer de stukken ter inzage liggen;
- b.
welke inspraakgerechtigden zienswijzen in kunnen dienen over het betreffende beleidsvoornemen;
- c.
op welke wijze inspraakgerechtigden zienswijzen kunnen indienen.
Artikel 6 Toezending beleidsvoornemen aan belanghebbenden
- 1.
Indien het beleidsvoornemen de belangen raakt van één of meer belanghebbenden, draagt het bestuurscollege ervoor zorg dat het beleidsvoornemen en de kennisgeving hen voorafgaand aan het ter inzage leggen worden toegezonden.
- 2.
Artikel 5, tweede lid, is van toepassing op de inhoud van de in het eerste lid bedoelde kennisgeving
Artikel 7 Nieuwe relevante stukken
- 1.
Het bestuurscollege draagt ervoor zorg dat de ter inzage gelegde stukken worden aangevuld met nieuwe relevante stukken en gegevens.
- 2.
Artikel 4, tweede tot en met vierde lid, is van toepassing op de in het eerste lid genoemde stukken.
Artikel 8 Zienswijzen
- 1.
Het bestuurscollege draagt ervoor zorg dat inspraakgerechtigden die zijn vermeld in de kennisgeving, bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel b, naar keuze schriftelijk of mondeling hun zienswijze over het beleidsvoornemen naar voren kunnen brengen.
- 2.
Bij eilandsbesluit van algemene strekking kan worden bepaald dat aan anderen, die niet inspraakgerechtigd zijn, de gelegenheid wordt geboden om hun zienswijze naar voren te brengen.
Artikel 9 Termijn indienen zienswijzen
- 1.
De termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen bedraagt acht weken, tenzij bij eilandsbesluit van algemene strekking een langere termijn is bepaald.
- 2.
De termijn genoemd in het eerste lid vangt aan met ingang van de dag waarop het voornemen ter inzage is gelegd.
- 3.
Een zienswijze is tijdig ingediend indien deze voor het verstrijken van de termijn genoemd in het eerste lid is ontvangen.
Artikel 10 Verslag mondelinge zienswijzen
Het bestuurscollege draagt ervoor zorg dat van hetgeen overeenkomstig artikel 8, mondeling naar voren is gebracht, een verslag wordt gemaakt.
Artikel 11 Nadere regels inspraakprocedure
Bij eilandsbesluit van algemene strekking kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van de procedure van inspraak.
Hoofdstuk 4 Slotbepalingen
Artikel 14 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van haar afkondiging.
Artikel 15 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening Bonaire