Organisatie | Waterschap Zuiderzeeland |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Regeling klokkenluiders Waterschap Zuiderzeeland |
Citeertitel | Regeling klokkenluiders Waterschap Zuiderzeeland |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-01-2015 | Onbekend | 28-01-2015 Wterschapsblad | 369851, zaaknr. 369850 |
In deze regeling wordt verstaan onder:
Een vermoeden van een onregelmatigheid: een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden van een onvolkomenheid of ongerechtigheid van algemene, operationele en/of financiële aard die plaatsvindt onder verantwoordelijkheid van Waterschap Zuiderzeeland. Het betreft onregelmatigheden die zodanig ernstig zijn dat die vallen buiten de reguliere werkprocessen en de verantwoordelijkheid van de (direct) leidinggevende overstijgen.
Integriteitschending: aantastingen van de integriteit door onder andere belangenverstrengeling, manipulatie van of misbruik van (de toegang tot) informatie, misbruik van bevoegdheden of positie, onverenigbare functies/bindingen/activiteiten, strafbare feiten binnen werktijd (diefstal, verduistering fraude en corruptie), (strafbare) misdragingen buiten werktijd of verspilling en misbruik van waterschapseigendommen.
De in voorgaande leden bedoelde functionaris die de melding heeft ontvangen, legt die melding met vermelding van de ontvangstdatum schriftelijk vast en laat die melding voor akkoord tekenen door de melder, die daarvan een afschrift ontvangt. De ontvangende functionaris brengt het bevoegd gezag, zo spoedig mogelijk op de hoogte van een gemeld vermoeden van een onregelmatigheid, misstand of integriteitschending met vermelding van de datum waarop de melding ontvangen is.
Binnen een periode van acht weken vanaf het moment van de interne melding, stelt het bevoegd gezag de melder schriftelijk op de hoogte van het inhoudelijk standpunt omtrent het gemeld vermoeden van een onregelmatigheid, misstand of integriteitschending. Daarbij wordt tevens aangegeven tot welke stappen de melding heeft geleid. Het standpunt wordt geformuleerd met inachtneming van het eventueel vertrouwelijke karakter van de te verstrekken (bedrijfs)informatie en de ter zake geldende wettelijke bepalingen, zoals privacyregelgeving.
1.De melder kan na het doorlopen van de procedure inzake de interne melding als bedoeld in artikel 6 een redelijk vermoeden van een misstand melden bij een externe derde (Meldpunt Klokkenluiders, Nationale Ombudsman en/of justitie) als bedoeld in dit artikel indien:
a) de melder het niet eens is met het standpunt als bedoeld in artikel 8 en van oordeel is dat het vermoeden ten onrechte terzijde is gelegd;
b) de melder geen standpunt heeft ontvangen binnen de termijn(en) als bedoeld in artikel 8.
2.De melder kan een redelijk vermoeden van een misstand met voorbijgaan aan de interne meldingsprocedure direct extern melden in de navolgende situaties waarbij sprake is van:
a) acuut gevaar, waarbij een zwaarwegend en spoedeisend maatschappelijk belang onmiddellijke externe melding noodzakelijk maakt;
b) een situatie waarin de melder in redelijkheid kan vrezen voor tegenmaatregelen als gevolg van de interne melding;
c) een duidelijk aanwijsbare dreiging van verduistering of vernietiging van bewijsmateriaal;
d) een eerdere melding overeenkomstig de procedure van dezelfde misstand, die de misstand niet heeft weggenomen;
Artikel 10 Zorgvuldig handelen en rechtspositionele bescherming
De melder van een onregelmatigheid, misstand of integriteitschending die te goeder trouw zowel in formeel als in materieel opzicht zorgvuldig handelt, wordt in zijn rechtspositie beschermd. Hieronder wordt verstaan dat de melder door of vanwege zijn of haar melding van een onregelmatigheid of misstand op geen enkele wijze wordt benadeeld in zijn rechtspositie jegens Waterschap Zuiderzeeland.
a) verlenen van ontslag, anders dan op eigen verzoek;
b) tussentijds beëindigen of het niet verlengen van een tijdelijk dienstverband;
c) niet omzetten van een tijdelijk dienstverband in een vast dienstverband;
d) verplaatsen of overplaatsen of het weigeren van een verzoek daartoe;
e) treffen van een disciplinaire maatregel;
f) onthouden van salarisverhoging;
f) onthouden van promotiekansen;
3.Van formeel zorgvuldig handelen is sprake indien:
a) de melder de desbetreffende feiten eerst intern aan de orde heeft gesteld als bedoeld in artikel 6, tenzij dat in redelijkheid niet van hem/haar kon worden gevergd zoals voorzien in deze regeling;
b) de melder bij externe melding zoals voorzien in deze regeling de feiten op een passende en evenredige wijze bekendmaakt.
4.Van materieel zorgvuldig handelen is sprake indien:
a) de melder een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden heeft dat de betreffende feiten juist zijn;
b) bij de externe bekendmaking een maatschappelijk belang als bedoeld in artikel 1.3 in het geding is;
c) het belang van externe bekendmaking in maatschappelijk opzicht prevaleert boven het belang van Waterschap Zuiderzeeland bij geheimhouding.